6 Flashcards

1
Q

Nociceptie (2 onderdelen)

A

Ontvangen pijnsignaal en doorgeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 soorten vezels voor pijn

A

Alfa beta
Alfa delta
C fiber

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Alfa beta vezel kenmerken

A

Niet pijnlijk
Mechanisch (bijvoorbeeld aaien)
Gemyeliniseerd (snel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Alfa delta vezel kenmerken

A

Pijnlijk
Mechanisch (teen stoten)
Gemyeliniseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

C fiber vezel kenmerken (pijn)

A

Pijnlijke hitte en chemisch
Niet gemyeliniseerd (langzaam en duurt langer)
Hand boven vlam, eten hete peper.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Capsaïcine

A

Wordt in C-fiber doorgegeven bij pijn; pittig eten of pepperspray.
Kan leiden tot tolerantie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Pijnmodulatie

A

Processen kunnen signaaloverdracht versterken of verzwakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Brandende pijn: welke receptor?

A

Vanilloidreceptor (VR1)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom brandt alcohol op een wondje?

A

VR1 receptor zorgt voor waarnemen hete temperatuur. Alcohol verlaagt deze drempelwaarde. Bij wond ligt receptor bloot –> lichaamstemperatuur voelt als te heet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is acetominophen?

A

Parecetemol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is acetosal?

A

Aspirine (een NSAID)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

NSAIDS

A

Non-steroidal anti-inflammatory drugs

Bijvoorbeeld: ibuprofen en naproxen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe werken NSAIDS

A

Het zijn prostaglandinesynthestaseremmers.

Je lichaam maakt prostaglandines aan (vetzuren) als je koorts hebt. Deze zorgen voor sensitisatie ruggenmerg en effect op vaten. –> PIJN

COX zorgt voor omzetting andere stof naar prostaglandines. NSAIDS remmen werking van COX

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Gevolg NSAIDS

A

protaglandines geïnhibeerd –>

minder pijn, minder samenklontering bloedplaatjes, minder koorts, minder bevallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is lodocaine en hoe werkt het?

A

Een locale anaestetica. Blokkeert perifere neurotransmissie door VSSCs te blokkeren in ruggenmerg. –> Geen actiepotentiaal (= geen glutamaat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe lodocaïne toedienen?

A

Kan als creme of spuitje, of via ruggenmerg:
- Intratheracaal
- Epiduraal

17
Q

Hoe werken opioïden

A

Pijnstiller:

Opioïde receptoren zitten in de buurt van signaaloverdracht. Normaal wordt dopamine afgifte geïnhibeerd door neuronen, maar dit wordt geremd doordat opioïde receptoren bezet zijn –> meer dopamine en minder pijn

18
Q

Wat is sprouting?

A

Zenuwen maken nieuwe uiteinden aan –> doorgifte van meer signalen dan nodig (neuropathische pijn)

19
Q

4 processen bij neuropatische pijn

A
  1. Ectopische activiteit
  2. Epathic crosstalk
  3. Toename sympathische activiteit
  4. Ontstekingspijn (cytokines)
20
Q

Proces neuropatische pijn: ectopische activiteit

A

Ergens is minder myeline –> meer receptoren aangelegd –> spontaan meer signalen doorgegeven

VB: fantoompijn

21
Q

Proces neuropatische pijn: epathic crosstalk

A

Als zenuwcellen dichtbij elkaar liggen, kan pijn overspringen op zenuw ernaast.

22
Q

Diabetische neuropathie

A

Teveel glucose leidt tot schade aan zenuwweefsels –> signaaloverdracht en bloedtoevoer verslechterd

23
Q

Behandeling diabetische neuropathie

A

Eerst leefstijl en educatie, daarna:
1. TCA
2. Gabapentine
3. Pregabaline / duloxetine

24
Q

Interne anti-nociceptie

A

Vindt altijd een beetje plaats, intern pijnstillingsproces

25
Wat is betrokken bij interne anti-nociceptie:
1. PAG: fight-flight 2. Nociceptieve en limbische structuren zijn gekoppeld 3. Descending inhibitie van natuurlijke opiaten 4. Noradrenaline en serotonine
26
Wat zijn 3 natuurlijke opiaten?
1. endorfine 2. enkefaline 3. dynorfine
27
Noradrenaline als interne pijnstiller
Zorgt dat lichaamssignalen niet als pijnlijk worden gezien Inhibitie alfa-2 receptoren
28
Serotonine als interne pijnstiller
Remt via 5HT receptoren MAAR 5HT3 kan pijn juist versterken!!
29
SSRI of SNRI bij pijnstillen?
SNRI beter, omdat SSRI ook pijn kan versterken (5HT3)
30
Observeren fysieke pijn activeert:
dACC en anterior insula
31
Hyperalgesie
toegenomen reactie op een stimulus die sowieso pijnlijk was (versterkt)
32
Allodynia
Pijn door stimulus die normaliter geen pijn veroorzaakt.
33
2 plekken voor sensitisatie bij functionele somatische syndromen:
1. Segmentale centrale sensitisatie: in ruggenmerg 2. Suprasegmentale centrale sensitisatie
34
Segmentale centrale sensitisatie: wat gebeurt er?
In dorsal horn (ruggenmerg) komen zenuwen samen, hier kan signaal worden versterkt. Alfa-2-delta-ligands binden aan openstaande VSSCs --> iets met beweging? Alfa-2-delta ligands blokkeren de boel --> minder makkelijk actiepotentiaal
35
Segmentale centrale sensitisatie: voorbeeld
Gabapentin en pregabalin
36
SupraSegmentale centrale sensitisatie: hoe werkt het?
Signalen van thalamus naar cortex worden versterkt. Kan ook bij niet-pijnlijke stimuli! VB: fybromyalgie
37
Hypothese PFC bij fibromyalgie
Teveel gebruik van DLPFC --> excitotoxische celdood --> vermindering rem op nociceptische pathways -->verhoogde pijnperceptie en verminderd executief functioneren (fibro-fog)
38
Behandeling fibromyalgie
Alfa-2-delta ligands, SNRI's, NRI, NDR, TCA en combineren met gedragsbeïnvloeding