5v h7 7.1-7.6 Flashcards
wat is homeostase
het in stand houden van een dynamisch evenwicht in het inwendige milieu van organismen
wat is het verschil tussen inwendig en uitwendig milieu
intwendig is alles wat in je lichaam zit en daar moet blijven, uitwendig is de omgeving, er zit altijd minstens 1 cellaag tussen (bijv huid en mucus)
wat is een dynamisch evenwicht
een evenwicht wat om een bepaalde normwaarde schommelt
wat zijn regelkringen
een systeem wat voor een dynamisch evenwicht zorgt
(bijv. om je lichaamstemperatuur n zuurstofconcentratie in dynamisch evenwicht te houden)
wat zijn de elementen in een regelkring
de sensor: voelt wanneer de waarde verandert
controlecentrum: krijgt signaal van sensor en stuurt signaal naar effector
effector: verandert waarde
wat zijn de terugkoppelingen
negatief: resultaat van regelkring verzwakt effect van effector
positief: “ versterkt effect
zie binas 89C
hoe beinvloeden hormonen cellen (2 soorten klieren)
endocriene klierne (hormoonklieren) geven signaalstoffen (hormonen) af aan het bloed
dit heet secretie
exocriene klieren (zweetklieren) geven afvalstoffen af via een afvoerbuis en hormonen aan het bloed
wat is een doelwitorgaan
een orgaan waarvan de cellen bepaalde receptoren bezitten waar hormonen aan binden
wat doen hormonen voor een doelwitorgaan
de binding stopt of begint een reactie, hormonen reguleren vooral geleidelijke processen (snellere processen worden geregeld door neurotransmitters)
wat zijn steroïdhormonen
hormonen die in vet oplossen en binden aan een receptor in cytoplasma
zie Binas 89B
hoe werken steroïdhormonen
ze binden zich aan cytoplasma, gaan via een kernporie naar het kernplasma, daar kan het genen in DNA aan/uitzetten
zie Binas 89B
wat zijn peptidehormonen
hormonen die zich binden aan een receptor in het celmembraan
zie Binas 89B
hoe werken peptidehormonen
aan de binnenzijde van een celmembraan wordt de second messager geactiveerd,
deze kan een enzym veranderen
of signaalcascade: een signaal wordt via de cel aan schakels doorgegeven
zie Binas 89B
hoe vindt communicatie tussen cellen plaats
via signaalstoffen die worden verplaats door hormonen of neurotransmitters
wat bepaalt de mate van de reactie in een doelwitorgaan
de hormoonconcentratie en het aantal hormoonreceptoren
wat is het verschil tussen een endocriene en een exocriene klier
endocrien: geeft hormonen direct af aan t bloed (secretie)
exovrien: klieren met een afvoerbuis voor afvalstoffen (excretie)
waar staat de werking van hormonen in Binas
89A
wat is het effect van de hypothalamus op de hypofyse
de hypothalamus bestuurt hormoonstelselsels en geeft hormonen af aan de hypofyse die via de voor en achterkwab hormonen aanstuurt
zie binas 89A
wat zijn de Eilandjes van Langerhans
cellen in de pancreas en alvleesklier die insulene en glucagon produceren
zie binas 89A
wat doet glucagon
het wordt geproduceert in de alvleesklier en zorgt ervoor dat de lever en spieren opgeslagen glycogeen omzetten tot glucose
wanneer hebben cellen receptoren voor een bepaald hormoon
wanneer deze doelwitcellen zijn,
(als er in Binas bijv staat dat het de vruchtbaarheid bevoordert, bevatten teelballen en eierstokken we receptoren, maar zaadleiders en eileiders niet, want deze maken geen verschil uit in vruchtbaarheid)
hoe zit een neuron eruit
een cellichaam en uitlopers
wat zijn uitlopers
(bijv) axonen die impulsen ontvangen en weggeven
wat is het verschil tussen het centrale en het perifere zenuwstelse
het centrale zenuwstelsel bestaat uit de groter hersenen, kleine hersenen en ruggen merg,
het perferiere zenuwstelsel bestaat uit de zenuween die het lichaam verbinden met het centrale zenuwstelse
wat is het verschil tussen het animale en autonome zenuwstelsel
het animale zenuwstelsel regelt bewuste reacties en reflexen
het autonome regelt de werking van interne organen
zie binas 88B
wat zijn verschillede uitlopers
dendrieten: uilopers die impulsen naar het cellichaam geleiden
axonen: uilopers die impulsen van het lichaam afgeleiden
myeleineschede: isloerende laag om de axonen (witte stof in ruggenmerg)
hoe zit een axon eruit
het zit aan een neuron en eindigt in synapsen
zie binas 88G