4v h3 3.1-3.7 Flashcards
wat is het verschil tussen fenotype en genotype
fenotype: uiterlijk
genotype: DNA
welke chromosomen paren heeft een mens
22 autosomen en 1paar geslachtschromosomen
wat is een karotype
een rangschikking van chromosomen
binas 70B
wat is een genoom
alle DNA moleculen in een cel
wat is een allel
een variant van een gen: een deel van een chromosoom dat de erfelijke eigenschap bevat
ziet een DNA molecuul eruit
2 nucleotiden die aan elkaar zitten
waar bestaat een nucleotide uit
een fosfaatgroep, desoxyribose en een stikstofbase: binas 71C
wat is genexpressie
de genen die tot uiting komen
wat is geninactiviatie
de genen die uit staan
wat is modificatie
verandering in het fenotype door millieufactoren
wat is het verschil tussen een lichaamscel en een geslachtcel
een lichaamscel bevat genen in paren
een geslachtcel bevat genen in enkelvoud
wat is een homozygoot
een genenpaar bestaat uit 2 gelijke allelen (AA of aa)
wat is een heterozygoot
een genenpaar bestaat uit 2 verschillende allelen (Aa)
wat zijn de soorten allelen
dominant: allel dat altijd tot uiting komt (Aa of AA)
recessief: allel dat alleen tot uiting komt als er geen dominant gen aanwezig is (aa)
wat is het verschil tussen volledig, onvolledig dominant en codominant
vollledig: het recesieve allel is niet te zien in het fenotype
onvolledig: de allelen mixen (bijv. wit + rood-> roze fenotype)
codominant: beide allelen zijn te zien (wit + rood -> wit/rood fenotype)
hoe heet een onvolledig dominant fenotype
intermediair
intermediaire kruising
P: AwAw x ArAr
F1:
ArAw ArAw
ArAw ArAw
hoe ziet een kruisingsschema eruit
ouders : P genotype x genotype
daaronder F1:
tabel met links genotype1 en boven genotype2 in de tabel staan de 4 mogelijke nakomelingen
wat is recombinaties
door geslachtelijk vootplanting ontstaan neiuew combinaties van allelen
wat is een haplotype
een groep allelen die samen worden overgeërfd van een ouder, bijv. omdat ze samen op een chromosoom zitten
monohybride kruising
P: AA x aa
F1:
Aa Aa
Aa Aa
F1: Aa x Aa
F2:
AA Aa
Aa aa
wat zijn de verhouding van F2 na een monohybride kruising
genotype: AA:Aa:aa
1:2:1
fenotype: A:a
3:1
wat is een karyogram van een man
[44, XY]
want 44 chromosomonen en 2 gleslachtschromosomen
wat is x-chromosomale overerving
een erfelijke eigenschap die alleen op de X-chromosoom ligt