5.3: De Reformatie Flashcards

1
Q

Kritiek op de katholieke kerk: Wie?

A

Maarten Luther en Erasmus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kritiek op de katholieke kerk: Wat?

A

Antiklerikalisme en kritiek op de leer van de kerk. Volgens Erausmus en Luther deugde er niets aan de kerkleer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kritiek op de katholieke kerk: Waar?

A

Noord-West Europa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kritiek op de katholieke kerk: Waarom?

A

De geestelijken van hoog tot laag leidden een leven dat in strijd was met de ideeën die de kerk zelf verkondigde. Ook vervalsde de kerk de bijbel door bijvoorbeeld aflaten te verkopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kritiek op de katholieke kerk: Waartoe?

A

De splitsing van de christelijke kerk in West-Europa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Splitsing van de kerk: Wie?

A

De katholieke kerk
Luther
Paus Leo X
Karel V
Keurvorst van Saksen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Splitsing van de kerk: Wat?

A

Het splitsen van de christelijke kerk in de protestantse kerk zonder celibaat, heiligenverering, kloosters, geestelijken en andere zaken die niet op de bijbel waren gebaseerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Splitsing van de kerk: Waarom?

A

Aflaten, antiklerikalisme etc. Ook waren veel vorsten voorstanders omdat ze dan de rijkdommen van de christelijke kerk konden overnemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Splitsing van de kerk: Waar?

A

West-Europa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Splitsing van de kerk: Waartoe?

A

Het ontstaan van de protestante kerk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verspreiding: Wie?

A

Luther, Calvijn, koning Hendrik VIII.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Splitsing van de kerk: Wat?

A

De kerk verspreidde in vier grote stromen:
1. Het katholicisme.
2. Het Lutherisme: geloof kan genade brengen.
3. Het Calvinisme: de mens in slecht en zondig. God had vanaf het begin der tijden voorbestemd welke mensen in de hel en welke in de hemel horen.
4. De Anglicaanse kerk: kloosters werden verboden, de bijbel in het Engels vertaald en het celibaat werd afgeschaft, maar in de leer van de kerk veranderde niet veel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Splitsing van de kerk: Waar?

A

West-Europa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Splitsing van de kerk: Wanneer?

A

Zestiende eeuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Strijd: Wie?

A

Karel V
De Duitse Vorsten
Katholieken en Hugenoten
Mary Stuart
Filips II
Elizabeth I

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Strijd: Waar?

A

West-Europa

17
Q

Strijd: Wanneer?

A

Zestiende eeuw.

18
Q

Strijd: Waarom?

A

Meningsverschillen en verandering van geloof.

19
Q

Strijd: Wat?

A

De strijd tussen de Lutherse vorsten en Karel V.
De strijd tussen de katholieken en hugenoten in frankrijk.
De strijd tussen Bloody Mary /Filip II en de Engelse protestanten.

20
Q

Strijd: Waartoe?

A

Godsdienstvrede van Augsburg: Elke Duitse vorst mocht zelf bepalen of zijn land katholiek of luthers werd.
Edict van Nantes: Frankrijk was een katholiek land maar ook de hugenoten hadden rechten. Zij hielden vrijheid van godsdienst in de steden die ze al in handen hadden en kregen recht op troepen om zich te verdedigen.
Elizabeth I herstelde de anglicaanse staatskerk.