5. Reinigen - ontsmetten - steriliseren: basisprincipes Flashcards

1
Q

Reinigen?

A

Zichtbaar vuil los maken en verwijderen.
- Mechanisch: wrijven, spoelen..
- Reinigingsproduct: maakt vuil los

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ontsmetten?

A

Behandelen met ontsmettingsstof of -medium om kiemen te doden of remmen in deling > het aantal MO daalt.

Niet absoluut maar dynamisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke factoren beïnvloeden de ontsmetting?

A
  • Tijd (altijd voldoende contacttijd voorzien voor de werking van OS)
  • Concentratie (correct gebruiksaanwijzing volgen)
  • Vocht (water/alcohol is noodzakelijk)
  • Aanwezigheid van vuil en eiwit bevattende bestanddelen (schermt MO af; eerst reinigen dus)
  • Licht (niet-doorzichtige verpakking)
  • Houdbaarheid
  • Onverenigbaarheid (niet mengen!)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarop kunnen ontsmettingsmiddelen inwerken?

A

Celwand
Celkern
Celenzymen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Steriliseren?

A

Doden van alle MO, inclusief sporen.
Er kunnen zich geen MO meer ontwikkelen op het materiaal.

ZOLANG verpakking ongeschonden is en er geen contact was met het gesteriliseerde voorwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de gebruikelijke volgorde in het schoonmaken? Opmerking over nieuwe generatie producten?

A

Reinigen, ontsmetten, spoelen, steriliseren.

Er zijn tegenwoorden ook producten die reinigen én ontsmetten. Kostenbesparend en werkbesparend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly