5. Colon Flashcards

1
Q

Test 5.1

Palpatie Caecum

referentietest

A

Patient: bevindt zich in ruglig

Osteopaat: staat rechts van de patiënt

Uitvoering:

  • de osteopaat palpeert lateraal van het colon ascendens met de volaire zijde van de rechterhand
  • de linkerhand geeft een ondersteunende druk aan de palperende hand
  • de rechterhand palpeert caudaalwaarts in de richting van het caecum (foto 1+ 2)

Beoordeling:

  • de osteopaat beoordeelt de ligging en de vorm

Opmerking:

  • de osteopaat palpeert via de onderzijde van het caecum naar de mediale zijde (foto 3)
  • met deze werkwijze is de grens tussen caecum en intestinum duidelijker te beoordelen (en daarmee ook de ICV)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Test 5.2

Mobilisatie Caecum

mobilisatietest

A

Patient: bevindt zich in ruglig

Osteopaat: staat rechts van de patiënt

Uitvoering:

  • de osteopaat palpeert het caecum met vingers en duimen

Beoordeling:

  • de osteopaat beoordeelt passief de mobiliteit t.g.v. de ademhaling
  • tevens kan hij actief een impuls geven in inspiratie- en expiratierichting

Opmerking:

  • een caecum dat functioneert in inspiratie kan vol en breed aanvoelen en lateraal tegen het os ilium liggen
  • een caecum dat in een expiratie functioneert kan smal en stevig aanvoelen en mediaal gelegen zijn
  • differentiatie met het intestinum is dan niet gemakkelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Test 5.3

Voorbereiding palpatie Colon Asc.

middels passieve rotatie

A

Patient: bevindt zich in ruglig met opgetrokken knieën en de linkerarm boven het hoofd

Osteopaat: staat links van de patiënt

Uitvoering:

  • de osteopaat legt beide handen op de cristae iliaca en brengt met zijn borstbeen de heupen in flexie dusdanig dat het sacrum van de bank delordoseert (foto 1)
  • vervolgens maakt hij een linksom rotatie van het bekken in de lengteas van de patiënt waarbij diens linkerknie op de linkerknie van de osteopaat komt te rusten (foto 2)
  • daarna plaatst de osteopaat de handen op het abdomen

Beoordeling:

  • de osteopaat beoordeelt of de patiënt comfortabel en
    ontspannen in zijn lengteas ligt en of hij met zijn eigen bekken en been de flexie van de heupen van de patiënt kan sturen

Opmerking:

  • de osteopaat dient te voorkomen dat er te veel spanning op de buikwand ontstaat door de patiënt uit de lengteas te draaien
  • de passieve rotatie wordt over de andere zijde uitgevoerd als
    voorbereiding op de palpatie van de flexura colica sinistra en het colon descendens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Test 5.4

Mobilisatie Colon Asc.

mobiliteitstest

A

Patient: bevindt zich in linker zijlig na passieve rotatie uitgevoerd door de osteopaat

Osteopaat: staat links van de patiënt in de uitgangshouding na de uitgevoerde passieve rotatie

Uitvoering:

  • de osteopaat plaatst de beide duimen aan
    de mediale zijde van het colon ascendus

Beoordeling:

  • de osteopaat beoordeelt passief de mobiliteit t.g.v. de ademhaling
  • tevens kan hij actief een impuls geven in inspiratie- en expiratierichting

Opmerking:

  • de mediale zijde van het colon ascendus vormt een glijvlak met het intestinum
  • dit glijvlak loopt tot de fascia van Toldt, diep in de buik gelegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Test 5.5

Mobilisatie Flexura Colica Dextra.

mobiliteitstest

A

Patient: bevindt zich in linker zijlig na passieve rotatie uitgevoerd door de osteopaat

Osteopaat: staat links van de patiënt in de uitgangshouding na de uitgevoerde passieve rotatie

Uitvoering:

  • de osteopaat plaatst de duim van de linkerhand aan de mediale zijde van het colon ascendus
  • de duim van de rechterhand plaatst hij haaks op de linkerduim, caudaal van het colon transversus
  • beide duimen worden zo veel mogelijk cranio-lateraal richting de lever toe geplaatst

Beoordeling:

  • de osteopaat beoordeelt passief de mobiliteit t.g.v. de ademhaling
  • tevens kan hij actief een impuls geven in inspiratie- en expiratierichting
  • tijdens de inspiratie ’opent’ de flexura en tijdens de expiratie ‘sluit’ deze zich

Opmerking:

  • de mediale zijde van het colon ascendus vormt een glijvlak met het caudale deel van het colon transversus
  • dit glijvlak vormt een plooi loopt tot de fascia van Toldt, diep in de buik gelegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Test 5.6

Mobilisatie Colon Transversus

mobiliteitstest

A

Patient: bevindt zich in ruglig met of zonder opgetrokken knieën, afhankelijk van het comfort voor de patiënt en de osteopaat

Osteopaat: staat links of rechts van de patiënt

Uitvoering:

  • de osteopaat kan het colon van caudaal palperen
  • lateraal van de m.rectus abdominis brengt hij de vingers naar craniaal tot de onderrand van het colon transversum wordt gevoeld (foto 1)
  • vanaf craniaal kan de osteopaat de bovenrand van het colon palperen (f2)

Beoordeling:

  • de osteopaat beoordeelt de mobiliteit van het colon transversum tijdens de inspiratie en expiratie

Opmerking:

  • palpatie van het colon transversum is lastig
  • de variatie in ligging is enorm en het is moeilijk om de differentiatie met het intestinum te maken, waar het overheen beweegt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Test 5.7

Mobilisatie Flexura Colica Sinistra

mobiliteitstest

A

Patient: bevindt zich in rechter zijlig na passieve rotatie uitgevoerd door de osteopaat

Osteopaat: staat rechts van de patiënt in de uitgangshouding na de uitgevoerde passieve rotatie

Uitvoering:

  • de osteopaat plaatst de duim van de rechterhand aan de mediale zijde van het colon descendus
  • de duim van de linkerhand plaatst hij haaks op de rechterduim, caudaal van het colon transversus
  • beide duimen worden zo veel mogelijk cranio-lateraal richting de milt geplaatst

Beoordeling:

  • de osteopaat beoordeelt passief de mobiliteit t.g.v de ademhaling
  • tevens kan hij actief een impuls geven in inspiratie- en expiratierichting
  • tijdens de inspiratie ’opent’ de flexura en tijdens de expiratie ‘sluit’ deze zich

Opmerking:

  • de mediale zijde van het colon descendus vormt een glijvlak met het caudale deel van het colon transversus
  • dit glijvlak vormt een plooi loopt tot de fascia van Toldt, diep in de buik gelegen en loopt tot onder de ribben door tot rib 7
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Test 5.8

Mobilisatie Colon Descendens

mobiliteitstest

A

Patient: bevindt zich in rechter zijlig na passieve rotatie uitgevoerd door de osteopaat

Osteopaat: staat rechts van de patiënt in de uitgangshouding na de uitgevoerde passieve rotatie

Uitvoering:

  • de osteopaat plaatst de beide duimen aan de mediale zijde van het colon descendens

Beoordeling:

  • de osteopaat beoordeelt passief de mobiliteit t.g.v. de ademhaling
  • tevens kan hij actief een impuls geven in inspiratie- en expiratierichting​

Opmerking:

  • de mediale zijde van het colon descendus vormt een glijvlak met het intestinum
  • dit glijvlak loopt tot de fascia van Toldt, diep in de buik gelegen (foto 2)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Test 5.9

Mobilisatie Sigmoid

mobiliteitstest

A

Patient: bevindt zich in ruglig ( met of zonder opgetrokken knieën)

Osteopaat: staat rechts van de patiënt

Uitvoering:

  • (1) de osteopaat plaatst de vingers net mediaal van het os ilium en palpeert met de volaire zijde van zijn handen de laterale rand van het sigmoid (foto 1)
  • vervolgens beweegt hij het sigmoid in medio-craniale richting
  • (2) de osteopaat plaatst de vingers net mediaal van het sigmoid en palpeert met de vingertoppen de mediale rand van het sigmoid (foto 2)
  • vervolgens beweegt hij het sigmoid in latero-caudale richting

Beoordeling:

  • (1) de osteopaat beoordeelt de mobiliteit expiratierichting
  • (2) de osteopaat beoordeelt de mobiliteit in inspiratierichting

Opmerking:

  • 1) de mediale zijde is bij de lokalisatie op foto 2 dikwijls lastig te voelen, doordat jejunale lussen eroverheen kunnen liggen en het glijvlak met het sigmoid niet meer mobiel is. Hierdoor kan differentiatie moeilijk zijn
  • 2) op foto 3 is te zien hoe de mediale zijde van het sigmoid meer caudaal wordt gepalpeerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Techniek 5.1

Ileo-Caecale Valvule (ICV)

directe techniek

A

Patient: bevindt zich in ruglig ( met of zonder opgetrokken knieën)

Osteopaat: staat rechts van de patiënt

Uitvoering:

  • het caecum wordt gepalpeerd zodat de mediale rand voelbaar wordt
  • in cranio-dorsale richting komt men de ICV tegen
  • eenmaal daar, plaatst de osteopaat de vingers van de rechterhand tegen het caecum en de duim over het ilium
  • de duim van de linkerhand plaatst de osteopaat op het terminale ileum en de vingers omvatten het linkerdeel van het intestinum(foto1). (De handen kunnen ook omgewisseld worden)
  • vervolgens vraagt de osteopaat de patiënt op diens linkerzijde te draaien (foto 2)
  • in samenwerking met de ademhaling en het weefsel van de patiënt brengt de osteopaat duim en vingers uit elkaar, waarbij de intestinale massa als het ware als een soort gewicht uithangt
  • op deze wijze ontspant de ICV beetje bij beetje.

Beoordeling:

  • de osteopaat beoordeelt de toename van weefselontspanning en houdt aan tot er ‘een gevoel van een nieuw evenwicht is’

Opmerking:

  • Bij het op de zij draaien van de patiënt is het van belang dat de osteopaat contact houdt met de ICV
  • wanneer het contact verloren gaat, wordt de rektechniek al gauw te oppervlakkig uitgevoerd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Techniek 5.2

Ileo-Caecale Valvule (ICV)

indirecte techniek

A

Patient: bevindt zich in ruglig ( met of zonder opgetrokken knieën)

Osteopaat: staat rechts van de patiënt

Uitvoering:

  • de osteopaat plaatst van beide handen de wijs- en middelvinger aan weerszijden van de ICV
  • vervolgens worden de vingers naar elkaar toegebracht (in een v-vorm) tot het moment dat er een ontspanning van het weefsel ontstaat

Beoordeling:

  • de osteopaat beoordeelt de toename van weefselontspanning en houdt aan tot er ‘een gevoel van een nieuw evenwicht is’

Opmerking:

  • Deze techniek kan vele minuten duren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Techniek 5.3

Inspiratie Dysfunctie ICV - Caecum

directe techniek

A

Patient: bevindt zich in ruglig

Osteopaat: staat links van de patiënt

Uitvoering:

  • de osteopaat maakt een kantel-kiep beweging
  • vervolgens wordt de linkerhand t.h.v. het rechter S.I.-gewricht geplaatst en de rechterhand t.h.v. de ICV (foto 1)
  • de vingers van de rechter hand voeren een vibratie uit in de richting van de linkerhand op een inspiratie van de patiënt

Beoordeling:

  • de osteopaat beoordeelt de mate van ontspanning van de ICV en de verandering van mobiliteit in relatie tot het caecum en de rechter pelvis

Opmerking:

  • de techniek is gelijkend aan de techniek voor een hypertone pylorus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Techniek 5.4

Inspiratie Dysfunctie Sigmoid

normalisatie

A

Patient: bevindt zich in ruglig met opgetrokken knieën en steunt op ellebogen

Osteopaat:

  • staat rechts achter het hoofdeinde bij de rechterschouder van de patiënt

Uitvoering:

  • de osteopaat maakt met de rechterhand een scheppende beweging in ventro- craniale richting (foto 1)
  • vervolgens ondersteunt de osteopaat deze beweging met een tractie van de linkerhand op de fasciale structuren van de romp in combinatie met een lichte flexie van TWK en CWK.

Beoordeling:

  • de osteopaat beoordeelt de mate van bewegingsvrijheid die ontstaat​
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly