4. Intestinum Flashcards
Test 4.1
Mesenteriale plooien
mobilisatietest
Patient: ruglig
Osteopaat: staat naast de patiënt
Uitvoering:
- de osteopaat plaatst digiti II-IV van beide handen tegen elkaar en plaatst deze ongeveer 1,5 cm van de umbilicus vandaan
- daar gaat hij rustig de diepte in, door de lagen heen tot op het niveau van het mesentericum
- op een inspiratie geeft hij een impuls in de richting van de ‘hoek’ waarin hij werkt
- achtereenvolgens zijn dat de renale hoek (foto 1), de sigmoidale hoek (foto 2), de vescicale hoek (foto 3) en de caecale hoek (foto 4)
Beoordeling:
- de osteopaat beoordeelt de mate van visco-elasticiteit van het mesentericum in de betreffende hoek
Opmerking:
- het is van belang om na het plaatsen van de vingers op de juiste diepte aan te komen, voordat er een impuls wordt gegeven
- het komt anders voor dat de osteopaat de huid aan het verschuiven is i.p.v. dat de mobiliteit van het mesentericum wordt getest
Test 4.1
Intestinale Lussen
mobilisatietest
Patient: ruglig
Osteopaat: staat naast de patiënt
Uitvoering:
- de osteopaat plaatst digiti II-IV van beide handen tegen elkaar en plaatst deze ongeveer 1,5 cm van de umbilicus vandaan
- daar gaat hij rustig de diepte in door de lagen heen tot op het niveau van het glijvlak tussen de lussen in
- daar geeft hij een impuls met de handen, zodanig dat deze een aan elkaar tegengestelde beweging induceren
Beoordeling:
- de mate van mobiliteit van de glijvlakken tussen de afzonderlijke lussen
Opmerking:
- de ligging van de glijvlakken tussen de lussen kan zeer divers zijn (zie bijv. Prometheus fig 3.4 blz 225), daar dient de vingerzetting aan aangepast te worden
- hoewel er geen dunne darmhoek (mesenteriale plooi) in craniale richting aanwezig is, liggen de darmlussen wel degelijk in de supra-umbilicale regio, samen met het colon transversum
Test 4.3
Radix Mesentericus
mobilisatietest
Patient: in ruglig
Osteopaat: staat rechts van patiënt .t.h.v. het bekken
Uitvoering:
- de osteopaat plaatst de rechter digiti II en III op het niveau van de FDJ en de linker digiti.II en III. op het niveau van de ICV
Beoordeling:
- de osteopaat beoordeelt de visco- elasticiteit van de radix mesentericus
Test 4.4
Glijvlak Intestinum- PPP
(bursa mesentericus)
mobilisatietest
Patient: in ruglig
Osteopaat: bevindt zich naast de patiënt
Uitvoering:
- de osteopaat omvat het intestinum, zodanig dat hij de mobiliteit op het niveau van de bursa mesentericus kan beoordelen
- dit doet hij door een rustige, invoelende, kneedachtige beweging te maken, waarbij hij het weefsel tussen zijn handen naar zich toe beweegt en weer terug
Beoordeling:
- mate van mobiliteit
Opmerking:
- aan weerszijde van de radix (inferior foto 1, superior foto 2) wordt de mobiliteit van het glijvlak getest
Techniek 4.1
Mobilisatie Radix Mesentericus
mobilisatietechniek
Patient: linker of rechter zijlig
Osteopaat: staat aan rugzijde van de patiënt
Uitvoering:
- de osteopaat brengt de vingers grootvlakkig de diepte in tot op het niveau van de radix mesentericus
- daar geeft hij een lichte voorspanning door zijn handen richting zijn eigen sternum te brengen,waarbij hij zijn ellebogen als steunpunt gebruikt
- op een inspiratie van de patiënt versterkt hij de voorspanning en laat deze weer iets vieren bij een expiratie
- dit wordt een aantal ademcycli herhaald
Beoordeling:
- de osteopaat beoordeelt de mate van visco-elasticiteit t.h.v. de radix mesentericus
Opmerking:
- afhankelijk van het comfort van de osteopaat en de patiënt kunnen beide ellebogen op de bank steunen
- soms is het comfortabeler om de caudaal werkende elleboog op de binnenzijde van het onderliggende been te plaatsten
Techniek 4.2
Mobilisatie Glijvlak Intestinum - PPP
mobilisatietechniek
Patient: in ruglig
Osteopaat: bevindt zich naast de patiënt
Uitvoering:
- de osteopaat omvat het intestinum, zodanig dat hij de mobiliteit op het niveau van de bursa mesentericus kan beoordelen
- de techniek wordt in samenwerking met de ademhaling van de patiënt uitgevoerd, waarbij er direct wordt gemobiliseerd
- dit doet hij door een intense, maar wel invoelende, kneedachtige beweging te maken, waarbij hij het weefsel tussen zijn handen naar zich toe beweegt en weer terug
Beoordeling:
- mate van mobiliteit
Opmerking:
aan weerszijde van de radix (inferior foto 1, superior foto 2) wordt de mobiliteit van het glijvlak getest
Techniek 4.3
Mobilisatie Intestinum
mobilisatietechniek
Patient: in ruglig
Osteopaat: staat links van de patiënt
Uitvoering:
- de osteopaat maakt met zijn handen een U-vormige greep, waarbij hij het intestinum zo volledig mogelijk omvat
- bij de inspiratie vullen de handen zich
- bij de expiratie volgen de handen de viscerale massa met een accent in de richting van de lever
- dit wordt een paar maal herhaald.
Beoordeling:
- de osteopaat beoordeelt de mate van mobiliteit alsmede de dynamiek van het intestinum in relatie tot de lever
Opmerking:
- de techniek heeft een fluidisch karakter, d.w.z. dat de techniek inwerkt op de dynamiek van de fluida door het comprimerende effect
- bij deze techniek kan de osteopaat er ook voor kiezen juist tegen de ademhaling in te werken
- de keuze wordt bepaald door het comfort van de patiënt en de osteopaat en de status van het weefsel