3. Fysiologische Veranderingen Flashcards

1
Q

Welke fysiologische veranderingen zien we bij de uterus?

A
  • Groei
  • Vorm
  • Spiervezels
  • Cervix
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Op welke twee mechanismen berust de groei van de uterus? Leg ze uit.

A

Hyperplasie: sterke groei door toename in aantal cellen

Hypertrofie: sterke groei door toename van de grootte van de cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe groeit de uterus gedurende de zwangerschap in lengte en gewicht?

A
  • 10cm -> 30cm
  • 80-100g -> 1kg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe evolueert de vorm van de uterus gedurende de zwangerschap?

A

Peer-bol-peer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat bepaalt de groei van de uterus?

A

Eerste 16w: groei van uterus zelf

Vanaf 16w: toename van uteriene inhoud
* foetus
* placenta
* vruchtwater

Vanaf 20w: rekfenomeen, geen groei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe neemt de isthmus (bovenste deel cervix) deel aan het groeiproces?

A

Vanaf 20w: geleidelijk aan opgenomen in het corpus uteri

Vanaf 28w: vormt het het onderste uterussegment (OUS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waaruit bestaat het OUS?

A

Onderste uterussegment:
- Bindweefsel
- Weinig spiervezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de ring van Bandl?

A

Contractiering

De vroegere grens tussen corpus en cervix. Scheidt het contractiele deel van de uterus van het passieve, uitrekkende deel (OUS).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke invloed heeft progesteron op de uterus?

A

Remt de activiteit van de uterus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bespreek het spiergehalte van de uterus.

A

Fundus: hoger spiergehalte, lager collageengehalte
Cervix: lager spiergehalte, hoger collageengehalte

Tijdens de zwangerschap: aantal spiervezels naar de fundus neemt toe

De gladde spierbundels verlopen in een complexe rangschikking in verschillende lagen en richtingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bespreek de contractiliteit van de uterus.

A

Thv. de fundus: gladde spierbundels vormen een platte spiraal in de richting van de cervix
–> contractie: druk opbouw begint in de fundus en wordt voortgeleid naar de cervix

Tijdens de zwangerschap:
* myometrium: niet-synchrone contracties
* Vanaf 20w: Braxton Hicks-contracties

Einde zwangerschap:
synchroniciteit van de spiercellen neemt toe > contracties treden gelijktijdig op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waaruit bestaat de cervix?

A

Collageenvezels in een extracellulaire matrix

Die matrix bestaat uit mucopolysachariden en bepaalt de rekbaarheid van de cervix. Die moet op het einde van de zwangerschap sterk in samenstelling veranderen om ontsluiting mogelijk te maken.
Kan grote hoeveelheden water binden en is sterk opgezwollen tegen het einde van de zwsch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe evolueert de cervix tijdens de zwangerschap?

A

Wordt naar het einde weker en korter door vorming van onderste uterussegment .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de zwangerschapstekenen ter hoogte van uterus?

A

1️⃣ teken van Chadwick
2️⃣ teken van Hegar
3️⃣ teken van Piscacek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het teken van Hegar?

A

Weekheid ter hoogte van overgang tussen cervix en uterus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het teken van Piscacek?

A

Assymetrische vergroting van de uterus ten gevolge van innesteling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de adnexen?

A
  • Tuba uterina
  • Ovarium
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke fysiologische veranderingen zien we bij de tuba?

A
  • Weinig verandering in groei en vorm
  • Slijmvlies kan oiv hormonen een deciduale reactie (voorbereiding op innesteling) vertonen = zwellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is een deciduale reactie?

A

Het baarmoederslijmvlies bereidt zich voor op de innesteling van een embryo
* wordt dikker
* wordt rijker aan bloedvaten

oiv. hormonen: progesteron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke fysiologische veranderingen zien we bij de ovaria?

A

1 ovarium bevat corpus luteum
–> verdwijnt na 8w

Einde zw:
ovarium 2x zijn oorspronkelijke grootte door
* verhoogde bloeddoorstroming
* hypertrofie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke fysiologische veranderingen zien we bij de vulva en vagina?

A

Toegenomen doorbloeding
* uitwendige genitalia zwellen
* blauw-rode verkleuring + varices
* teken van Chadwick (6-8w): vaginale mucosa en portio zien paarsblauw

Toegenomen vochtverlies (witverlies) door
* toegenomen afschilfering van vaginaal epitheel
* toename vochtsecretie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke fysiologische veranderingen zien we bij de mammae?

A
  1. Gevoelig
  2. Na 2maand: omvang neemt toe (CAVE striae)
    –> klierweefsel neemt toe oiv prolactine, HPL, oestrogenen en progesteron
    –> vetweefsel neemt af
  3. Gespannen
    –> hyperemie (sterke doorbloeding)
    –> toename extracellulair vocht
  4. Venentekening zichtbaar onder de huid
  5. Hypertrofie tepel
  6. Toename doorbloeding en pigmentatie tepelhof (areola mammae)
  7. Kliertjes van Montgomery (talgkliertjes in de areola) zichtbaar
  8. Druppels colostrum kunnen vrijkomen door druk op de areola
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welk hormoon remt de melkproductie?

A

Oestrogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Waaruit bestaat het klierweefsel van de mammae?

A
  • alveoli (blaasjes)
  • ductuli (buisjes)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Welke 5 veranderingen treden op bij het cardiovasculair stelsel tijdens de zwangerschap?

A

1️⃣ Anatomische veranderingen
2️⃣ Hartminuutvolume of debiet
3️⃣ Perifere circulatie
4️⃣ Bloeddruk
5️⃣ Veneus stelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Welke anatomische veranderingen van het cardiovasculair stelsel treden er op tijdens de zwangerschap?

A

Diafragma komt hoger te liggen
* Hart ligt meer horizontaal
* Hartpunt verschuift licht naar rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Welke veranderingen aan het hartminuutvolume treden op tijdens de zwangerschap?

A

Debiet (hoeveelheid bloed dat per minuut door het hart wordt rondgepompt)

neemt toe met 30-40% oiv. hormonen
* 4,5L –> 6L/minuut
* toename slagvolume (hoeveelheid bloed per hartslag)
* toename hartfrequentie (aantal hartslagen/minuut)
–> vf 6w: HF +15 slagen/min

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Welke veranderingen onderscheid je bij het ausculteren van het hart?

A
  • Overmatige splitsing en toegenomen eerste hartgeluid (Ken-tu-cky)
  • Systolische souffle
  • Zachte voorbijgaande diastolische souffle

Geen veranderingen op het ECG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Welke veranderingen zijn er in de perifere circulatie?

A

Perifere circulatie stijgt
* groter debiet
* daling perifere weerstand

30
Q

Welke veranderingen zijn er in bloeddruk?

A

Systolische bloeddruk: weinig veranderingen
Diastolische bloeddruk:
* vermindert met 10-15mmHg
* dieptepunt 2e trimester
* stijgt weer tot normale waarde tegen einde zwangerschap

Einde zwangerschap: lage bloeddruk in liggende houding door vena cava syndroom

31
Q

Wat is het vena cava syndroom?

A

Uterus is naar rechts gekanteld tijdens zwangerschap. Vena cava loopt ook rechts. In liggende houding kan vena cava ingedrukt worden. Linker zijlig kan dit voorkomen.

Compressie vena cava: terugstroom naar het hart geblokkeerd
* vermindering bloedvolume aan het hart
* vermindering hartminuutvolume
* plotse daling bloeddruk

32
Q

Welke veranderingen treden op in het veneus stelsel tijdens de zwangerschap?

A

Vasodilatatie
* vermindering perifere weerstand

Toename veneuze druk in de onderste ledematen
* belemmering veneuze terugvloei oiv progesteron (verslapping van de venen)
* compressie van de uterus op de veneuze vaten
–> stuwing: varices en hemorroïden

Hartproblemen komen mogelijks voor het eerst tot uiting
* meer inspanning

33
Q

Welke 5 veranderingen treden op bij de bloedwaarden tijdens de zwangerschap?

A
  1. Plasma en bloedcellen
  2. Sedimentatie (bloedbezinking)
  3. Proteïnes (eiwitgehalte)
  4. CRP (C-reactief proteïne)
  5. Vetten
34
Q

Welke veranderingen treden op bij het bloedplasma tijdens de zwangerschap?

A

Bloedplasmavolume stijgt met 40%
* maximum rond 36w
* om tegemoet te komen aan de verhoogde doorbloeding en vasodilatatie

Fysiologische haemodilutie (verdunning van het bloed)

35
Q

Welke veranderingen treden op bij de bloedcellen tijdens de zwangerschap?

A

Erytrocyten: toename 18-20%
* verhoogde nood aan zuurstof
* minder dan plasma: haemodilutie

–> lager hemoglobine (-1g/dL)
–> lager hematocriet
–> vermindering viscositeit (beter doorbloeding)

Trombocyten: daling 10-15%

Leukocyten: stijging
* maar hun chemotaxis en adhesie capaciteit daalt > minder goede weerstand tegen infecties
* niet verwarren met ontsteking

Fysiologische trombofilie > 2-6x hoger risico op trombo-embolische aandoeningen

36
Q

Hoe komt het dat het weefselvocht toeneemt tijdens de zwangerschap?

A

Haemodilutie
de osmotische druk daalt in de circulatie
–> reabsorptie vermindert

Verminderde veneuze terugvoer in de onderste ledematen

= vochtophoping in voeten en benen

37
Q

Wat zijn gewone en zwangerschapswaarden voor hematocriet?

A

Hct
Gewoon: 36-48%
Zwangerschap: 32-36,5%

38
Q

Wat zijn gewone en zwangerschapswaarden voor hemoglobine?

A

Hb
Gewoon: 12,5-16g/dl
Zwangerschap: 11,5g/dl

39
Q

Wat zijn gewone en zwangerschapswaarden voor witte bloedcellen?

A

WBC
Gewoon: 4.000-10.000/mm³
Zwangerschap: 6.000-20.000/mm³

40
Q

Wat zijn gewone en zwangerschapswaarden voor rode bloedcellen?

A

RBC
Gewoon: 4.000.000 - 46.360.000/mm³
Zwangerschap: stijging met 18-20%

41
Q

Wat zijn gewone en zwangerschapswaarden voor trombocyten?

A

Trombocyten
Gewoon: 140.000 - 300.000/mm³
Zwangerschap: daling met 10-15%

42
Q

Wat zien we bij de sedimentatie tijdens de zwangerschap?

A

= bloedbezinking

Sterke stijging, gaat dubbel zo snel.

1e uur
* normaal: 10mm/u
* zwangerschap: 20mm/u

2e uur
* normaal: 20mm/u
* zwangerschap: 40mm/u

43
Q

Wat kan je zeggen over het eiwitgehalte tijdens de zwangerschap?

A

Totaal: daling van 7-7,5g% tot 6g%

Fibrogeen: verdubbelt
* normaal: 300-400mg%
* zwangerschap: 600-800mg%
–> stolbaarheid verhoogt

44
Q

Wat is CRP? Wat doet de waarde in de zwangerschap?

A

= C-reactief proteïne
Een eiwit die in de lever wordt geproduceert als snelle reactie op een ontsteking.

Tijdens zwangerschap blijft de waarde constant (0,1-0,4mg%) indien er geen infectie is.

45
Q

Wat zien we bij de vetwaarden tijdens de zwangerschap?

A
  • Lipiden stijgen geleidelijk
  • Cholesterol, tryglyceriden en fosfolipiden stijgen licht
    –> CAVE galblaasstenen
46
Q

Welke 3 veranderingen nemen we waar bij het respiratoir stelsel?

A
  • diafragma
  • slijmvliezen
  • fysiologische hyperventilatie
47
Q

Wat gebeurt er met het diafragma tijdens de zwangerschap?

A

Komt hoger te liggen

Longen hebben verticaal iets minder ruimte maar dat wordt horizontaal gecompenseerd.
* totale longcapaciteit blijft gelijk
* ademhaling wordt meer diafragmatisch

48
Q

Wat gebeurt er met de slijmvliezen tijdens de zwangerschap?

A

Roder en meer gezwollen
* oestrogeen zorgt voor verhoogde secretie slijm
* gevoel van chronisch verstopte neus
* slijmvlies brozer –> CAVE epistaxis (bloedneus)

Slijmvlies larynx zwelt
* zwelling van de stembanden
* daling van de stem

49
Q

Bespreek fysiologische hyperventilatie.

A

Toename zuurstofverbruik (+20-30%)
Minuutventilatie stijgt met 40-50%.
* diepere ademhaling (meer lucht per ademhaling)
* stijging ademhalingsfrequentie

Discrepantie tussen de zuurstofopname en de CO2-druk in de longen: O2-overschot
* ademt te veel O2 in in verhouding met verhoogde behoefte
* gevoel van dyspnoe (ademnood)

50
Q

Wat kan je zeggen over de energiebehoefte bij zwangeren?

A

Verhoogt met 10-15%

51
Q

Wat is de gemiddelde gewichtstoename? Wat omvat dat?

A

9-12kg

  • Vet: 3,5kg
  • Bloed en lichaamsvocht: 3kg
  • Borsten en borstklieren: 0,8kg
  • Baarmoeder en inhoud: 5-6kg
    (foetus, vruchtwater, placenta)
52
Q

Wat gebeurt er met het tandvlees tijdens de zwangerschap?

A

Steun-en bindweefsel wordt weker
–> meer tandvleesbloedingen, ontstekingen en cariës

53
Q

Wat gebeurt er met het speeksel tijdens de zwangerschap?

A

Er kan sprake zijn van ptyalisme, een verhoogde speekselproductie.

54
Q

Wat gebeurt er met de slokdarm tijdens de zwangerschap?

A

Risico op gastro-oesofagale reflux met pyrosis (zuurbranden)

  • Progesteron zorgt voor minder goede sluiting van sfincters.
  • Verminderde functie van oesofagale sfincter van de slokdarm zorgt voor gastro-oesofagale reflux met zuurbranden. = PYROSIS
55
Q

Wat gebeurt er met de maag tijdens de zwangerschap?

A

Vertraagde maaglediging oiv progesteron

56
Q

Hoe kun je misselijkheid verklaren?

A

Progesteron
* vertraagde maagmotiliteit
* gastro-oesofagale reflux (door verminderde werking sfincter)

57
Q

Wat gebeurt er met de darmen tijdens de zwangerschap?

A

Progesteron
* verminderde motiliteit
* trager transport
* verhoogde reabsorptie van vocht
–> constipatie

Samen met verhoogde veneuze druk kan dit aanleiding geven tot hemorroïden

58
Q

Wat is een hernia diafragmatica?

A

Middenrifbreuk of maagbreuk

Kan optreden door aanhoudende emesis (braken)
–> een stuk van de maag kan uitpuilen door het diafragma in de thorax

59
Q

Wat gebeurt er met de galblaas tijdens de zwangerschap?

A

Progesteron

  • vertraagde afvoer galzouten = cholestase
  • hoger risico op galblaasstenen
60
Q

Wat gebeurt er met de lever tijdens de zwangerschap?

A

Activiteit van de leverenzymen verandert:
- minder afbraak lipofiele medicatie
- meer afbraak hydrofiele medicatie
- insuline resistentie
- verhoogde lipolyse (vetverbranding): stijging cholesterol en vrije vetzuren

61
Q

Waarom is een diagnose appendicitis moeilijk te stellen tijdens de zwangerschap?

A

Typische pijn is niet aanwezig
* normaal: rechter fossa (liesstreek)
* zwangerschap: verplaatst doordat darmen worden weggedrukt

Klinisch onderzoek: spierverzet is verdoezeld

Bloedonderzoek: sowieso verhoogde waarden
* leukocyten
* sedimentatie

Braken: kan verward worden met zwangerschapsbraken

62
Q

Welke veranderingen zien we bij het spijsverteringsstelsel en de stofwisseling?

A
  1. Verhoogde energiebehoefte
  2. Brozer tandvlees
  3. Ptyalisme = verhoogde speekselsecretie
  4. Pyrosis = maagzuuroprispingen
  5. Vertraagde maaglediging
  6. Motiliteit darmen verminderd
  7. Galblaasstenen
  8. Activiteit leverenzymen
63
Q

Welke veranderingen zien we bij het urinair stelsel?

A
  • anatomische veranderingen
  • veranderingen in de nierfunctie
64
Q

Bespreek de anatomische veranderingen bij het urinair stelsel.

A

Verwijding van nierkelken en ureters
* door progesteron: verlaagde tonus
* trager vervoer van urine, meer stase

Verlaagde blaastonus
* door progesteron
* vesico-ureterale overgang sluit niet meer goed
–> risico op terugvloei van urine richting de nieren
CAVE infecties

Verandering in de hoek tussen blaas en urethra
Ontwikkeling onderste uterussegment
–> incontinentieklachten

65
Q

Bespreek de verandering van de nierfunctie bij het urinair stelsel.

A

Nieren worden groter
* verhoogde doorbloeding
* 45-75%

Toename glomerulaire filtratie
* 50%
* overaanbod aan glucose
–> resorptiecapaciteit vd nieren stijgt niet mee
–> nierdrempel voor glucose daalt
–> glucosurie

66
Q

Welke veranderingen zien we bij het motorisch stelsel?

A

Verhoogde calciumopname
–> moet eigen botreserves niet aanspreken

Gewichtstoename is zware belasting: lichaamshouding verandert
* lumbale lordose (holle rug)
* lichte flexie in halswervels
–> rugpijn door overbelasting

Gewrichtsbanden ontspannen
* pijn in de lage rugstreek
* uitstraling in de benen
–> bekkeninstabiliteit

Meer spierkrampen

67
Q

Welke veranderingen zien we bij het endocriene stelsel?

A

Grotere schildklier
–> verstoorde schildklierwaarden

Verhoogde productie aldosteron door bijnier
–> veranderde vocht- en elektrolytenhuishouding

Verhoogde productie insuline door pancreas
* insuline-resistentie door placentair HPL
* beter transport van glucose naar de foetus thv placenta

68
Q

Welke psycho-emotionele veranderingen zien we?

A
  • intense psychische veranderingen
  • verhoogde emotionaliteit
69
Q

Wat is de functie van de kliertjes van Montgomery?

A
  • Tepel en tepelhof reinigen & smeren door het afscheiden van een natuurlijke en olieachtige substantie
  • Ontsmettende functie
  • Ze scheiden ook een geur af die herkenbaar is voor de pasgeborene en stimuleren tot snuffel- en zoekgedrag
70
Q

Leg uit : chemotaxis

A

Beweging van cellen,.. in een bepaalde richting onder invloed van een chemische prikkel

71
Q

Leg uit: adhesie

A

Moleculaire aantrekkingskracht van 2 verschillende stoffen