251-300 Flashcards
tamen
(bijwoord) toch
itaque
(voegwoord) daarom - en zo
civis
civ-is - m | de burger
comes
comit-is - m | de kameraad
lapis
lapid-is - m | de steen
mors
mort-is - v | de dood
primus
a -um | eerste - de eerste van
capere
capio | (in)nemen
accipere
accipio | ontvangen - vernemen
incipere
incipio | beginnen
cupere
cupio | verlangen - (graag) willen
facere
facio | maken - doen
interficere
interficio | doden
fugere
fugio | (ont)vluchten
iacere
iacio | werpen
abicere
abicio | wegwerpen - neerwerpen
rapere
rapio | grijpen - roven
corripere
corripio | vastgrijpen - meesleuren
eripere
eripio | wegrukken
-spicere
-spicio | kijken
adspicere
adspicio | aankijken
conspicere
conspicio | bekijken - bemerken
respicere
respicio | omkijken - rekening houden met
statis
(bijwoord) genoeg - nogal