2.2 Fysiologie Flashcards

1
Q

Wat is stress?

A

Een situatie waarbij je door gebrek aan informatie geen controle hebt en de toekomst inschat als onzeker en onveilig.

Verstoring van de homeostase

De toestand die ontstaat bij een werkelijke of vermeende bedreiging van de integriteit van het organisme door stimuli of stressoren van allerlei aard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke drie niveau’s zijn er in de hersenen?

A

Neo (minst geautomatiseerd)
Paleo
Archi (meest geautoriseerd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurd er op paleo niveau in de hersenen?

A

Emoties en expressie van emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waaruit bestaat het hormonale stelsel?

A

Anabole hormonen en katabole hormonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het verschil tussen stress op de korte termijn en lange termijn?

A

Op korte termijn: in principe positief, het is een biologische reactie op potentieel gevaar.

Op lange termijn: niet goed, er vinden dan structurele negatieve aanpassingen plaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke biologische reactie vind er plaats bij stress?

A

Supersnel: OSS gestimuleerd —> bijniermerg maakt adrenaline aan

Snel: via de hypothalamus gaat de bijnierschors cortisol aangemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat doet de hypothalamus?

A

Regelt het milieu-interieur (zoals je temperatuur, maar ook reacties op stressoren).

Geeft een stressreactie via de HPA-as

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het effect van cortisol op de hippocampus?

A
  1. Zorgt voor veroudering van de hippocampus
  2. Verminderd de remmende werking van de hippocampus op de hypothalamus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe kan je de hippocampus stimuleren?

A

Bewegen (op matige intensiteit). Hierdoor word je beter bestand tegen cortisol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kan de stress verminderen?

A
  1. Door de stress te verminderen (draaglast verkleinen)
  2. Stimuleren van de hippocampus (draagkracht vergroten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een hormoon?

A

Een hormoon is een eiwit dat wordt gemaakt in een endocriene klier dat via het bloed wordt getransporteerd naar een doelorgaan om een bepaald effect te bewerkstelligen.

Dit systeem is relatief traag om een boodschap door te brengen t.o.v. het neurale stelsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is biologische halfwaarde tijd? (Leren voor tentamen)

A

Na een prikkel komt er een hormoon vrij. Na afgifte is het hormoon 100% in het bloed waarna de concentratie gaat afnemen.

Als het hormoon voor de helft uit het bloed is verdwenen noemt men dit de biologische halfwaarde tijd.

Ieder hormoon heeft weer een andere snelheid om uit het bloed te gaan waardoor er verschillende biologische halfwaarde tijden zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waaruit bestaat de hypofyse en wat gebeurd hier?

A
  1. De hypofysevoorkwab
    - wordt via bloedvaten aangestuurd vanaf de hypothalamus
    - hier worden o.a. G.H., S.T.H., L.T.H., prolactine, T.S.H., A.C.T.H aangemaakt
  2. De hypofyseachterkwab
    - wordt aangestuurd door neuronen vanaf de hypothalamus
    - hier wordt o.a. oxytocine en A.D.H. aangemaakt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doet oxytocine?

A

Doelorganen:
1. Baarmoeder (zorgt voor het opwekken van weeën)
2. Borstklier: zorgt ervoor dat spiertjes in borstspieren beter kunnen worden samengetrokken waardoor melk gemakkelijker wordt afgegeven.
3. Delen van het brein die zorgen voor verbinding met een persoon (ook wel knuffelhormoon genoemd). Bij huidcontact neemt oxytocine afgifte toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is en doet A.D.H.?

A

A.D.H. staat voor Anti Diuretisch Hormoon (anti-plas hormoon).

Doelorgaan: nieren

Functie: vochtbalans reguleren. Hoe meer van dit hormoon aanwezig is minder urine er wordt geproduceerd.

Heeft geen invloed op stress. Wordt wel verhoogd bij inspanning zodat je dan niet hoeft te plassen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is somatotroophormoon? (STH)

A

Ook wel groeihormoon genoemd

Is bedoeld voor alle weefsels. Functie is groei (tot aan de puberteit) en herstel.
Na de puberteit bedoeld voor breedtegroei (zoals spiermassa groei) en herstel.

Na inspanning gaat de concentratie van dit hormoon omhoog. Is een anabool hormoon.

17
Q

Wat is prolactine? (ook wel LTH genoemd)

A

LTH = lactotroophormoon
Doelorgaan = melkklieren
Functie = melkproductie stimuleren

Geen invloed door inspanning, wel een negatieve invloed door stress. Bij stress verminderde melkproductie, bij te veel stress zelfs geen melkproductie).

18
Q

Wat is TSH? (thyroïd stimulerend hormoon)

A

Doelorgaan = schildklier
Functie = reguleren van de stofwisseling (de volledige ATP-cyclus)

Dit hele systeem heeft een bepaalde snelheid (bij de een wat sneller, de ander wat langzamer). Het tempo van de stofwisseling wordt bepaald door de schildklier.
De schildklier maakt vervolgens het hormoon Thyroxine en dit verhoogt de stofwisseling.

Van stress en inspanning gaat de TSH productie omhoog. Bij stress kunnen dus klachten ontstaan omdat je het bijvoorbeeld te warm hebt, slechter slaapt (omdat je het te warm hebt), of dat je honger hebt (omdat je meer verbrand).

19
Q

Wat is ACTH?

A

Adrenocorticotroophormoon

Dit hormoon wordt aangemaakt door hypothalamus en stimuleert de bijnierschors
Functie = stimuleert de productie van ruim 40 hormonen. Waaronder cortisol (leren!), het stresshormoon.

20
Q

Wat is de amygdala?

A
  • Onderdeel van het limbisch systeem.
  • Werkt direct samen met de hippocampus.
  • Herinneringen worden opgeslagen in de hippocampus, de amygdala slaat hierbij de emotie op.
  • Amygdala wekt emoties op bij zintuiglijke waarneming mensen, dieren en voorwerpen.
  • Amygdala remt negatieve emoties
  • Stress -> remming van de negatieve emoties neemt af
21
Q

Wat is de prefrontale schors (prefrontale cortex)?

A

Is het voorste gedeelte van de frontale kwab

Functie:
- Impulsbeheersing en emotieregulatie
- Beslissingen nemen (disfunctie: niet nemen of impulsief)
- Probleemoplossing
- Planning
- Sociaal gedrag (empathie)
- Taal
- Werkgeheugen
- Zelfreflectie

22
Q

Waaruit bestaat de frontale kwab?

A
  1. Primaire motorische schors (aansturen willekeurige doelgerichte bewegingen)
  2. Promotorische schors (voorbereiden van bewegingen)
  3. Prefrontale schors
23
Q

Wanneer wordt de prefrontale cortex ontwikkelt?

A

Pas in/na de puberteit tot begin/midden jaren 20.

24
Q

Hoe kan je de profrontale cortex positief beïnvloeden?

A

Door muziek te luisteren.
Nieuwe omgeving, nieuwe dingen leren (niet te complex, dat levert namelijk weer stress op)

25
Q

Hoe wordt de prefrontale cortex negatief beïnvloed?

A

Multitasken

26
Q

Wat is het limbische systeem?

A

Onderdeel van het middenbrein, dit is de overkoepelende naam voor:
1. hypothalamus
2. prefrontale cortex
3. amygdala
4. hippocampus

Functie:
1. Verwerken van ervaringen
2. Ontstaan van verwachtingen
3. Maken van gedragskeuzes
4. Emoties en expressie van emoties

27
Q

Wat is chronische stress?

A
  • Herhaaldelijke, excessieve blootstelling aan hoge cortisol waarden —> snelle veroudering hippocampus.
  • Vermindering van geheugen- en leercapaciteit
  • Waarschijnlijk niet/beperkt omkeerbaar
  • Waargenomen bij PTSS patiënten
28
Q

Wat is Allostase?

A

Verandering door blijvende aanpassingen in het brein die ook het gedrag beïnvloeden

29
Q

Wat zijn de positieve effecten van bewegen op stress?

A
  1. Aanmaken van endorfine
    Komt al vrij bij lichte/matige inspanning (zodra je begint te hijgen). Snelst werkende anti-stress hormoon en verbetert het endorfinesysteem.
  2. Activering van frontale lob en hippocampus
  3. Toename van de productie van BDNF (brain-derived neurotrophic factor)