2.1 Neurocognitieve Stoornissen Flashcards

1
Q

wanneer spreek je van een uitgebreide neurocognitieve stoornis?

A

aanzienlijke aantasting van het geheugen, denkprocessen, aandacht, beoordelingsvermogen en door specifieke cognitieve deficiënties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn klachten bij korsakov?

A

Geheugenverlies
Persoonsherkenning
Executieve functies
Hart, lever, alvleesklier en mobiliteit vermindert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is Parkinson?

A

Traag voortschrijdende neurologische aandoening
- tekort aan dopamine in de substantia nigra (hersenstam)
- eiwitafzetting in de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de neuro-cognitieve stoornis met lewylichaampjes?

A

Abnormale afzettingen van proteïne in de celkern. Wisselend alert, sufheid, staren, hallucinaties, houterig bewegen, spierstijfheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het syndroom van korsakov?

A

Hangt samen met alcoholisme. Geheugenverlies en desoriëntatie, gebrek vitamine B1 (thiamine)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de oorzaken van Alzheimer?

A
  1. Opstapeling van amyloïde plaques —> hersenontsteking —> beschadiging neurale netwerken
  2. Combinatie van genen
  3. Omgeving: stress
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een Cerebro Vasculair Accident? (CVA)

A

Beroerte.
Als een deel van de hersens beschadigd raakt door onderbreking van de bloedtoevoer. Bloedprop stopt de circulatie, hersens kunnen beschadigd of vernietigd raken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een vasculaire cognitieve stoornis?

A

Vorm van uitgebreide of milde cognitieve stoornis als gevolg van cerebro-vasculaire infarcten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de kenmerken van een delier?

A
  1. Verlaagd bewustzijn
  2. Plotseling beging
  3. Desoriëntatie tijd/plaats
  4. Duurt dagen tot weken
  5. Oudere kwetsbare mensen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een delier?

A

Acute staat van verwardheid
1. Medicijngebruik
2. Intoxicatie
3. Abrupt stoppen met verslavende middelen
4. Lichamelijke kwalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is visuele agnosie?

A

Gebrek aan visuele kennis. Zeer ernstige verstoring van de sensorische perceptie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de ziekte van Huntington?

A

Neurologische ziekte, beïnvloedt basale ganglia.
Kenmerk: onwillekeurige, schokkerige bewegingen en wisselende stemmingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Benoem de verschillen tussen afasie, agnosie en apraxie

A

Afasie: verlies van vermogen om taal te begrijpen of uit te drukken
Agnosie: verlies van visuele perceptie
Aproxie: onvermogen om gerichte bewegingen te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de ziekte van Pick?

A

Frontotemporale neurocognitieve stoornis
Vorm van demensie:
- Geheugenverlies
- Sociaal onaangepast gedrag
- Soms abnormale structuren in de hersenen (lichaampjes van Pick)
- Enkel te achterhalen/diagnostiseren door autopsie
- Begint op middelbare leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de oorsprong van neuro-cognitieve stoornissen?

A

Biologische-, psychische- en omgevingsfactoren spelen een rol qua impact en het geheel van invaliderende symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly