2.1 BGM Flashcards
1
Q
wat zijn de 4 beweegmodaliteiten?
A
Vieren, sparren, ontmoeten, leren
2
Q
Welke vormen van contextmanipulatie zijn er?
A
Interventie om beweeggedrag uit te lokken
1. sociale context- gevormd door deelnemers sessie.
2. geografische omgeving
3. materieel
(dit alles kan direct of indirect)
3
Q
Hoe bouw je een activiteit uit?
A
- gelijke activiteit met > of < complexitieit.
- Herhaling zelfde activiteit andere focus
- Andere activiteit met zelfde complexiteit.