2.1 Verlichte denkbeelden (1650-1789) Flashcards

1
Q

Wat was de situatie eerst (voor 1200)?

A

Religie bepaalt:
- normen
- waarden
- sociale verhoudingen
- economische verhoudingen
- de wet
- het ritme van het dagelijks leven.

=>Mensen verwachten dat God direct aanstuurt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke verandering kwam na 1200?

A

Rationele regels en normen winnen langzaam terrein.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waardoor kwam de Wetenschappelijke Revolutie?

A
  • Ontdekkingsreizen
    => Toename kennis van de wereld
  • Ambachtelijke technieken
    => Meer controle over natuur en behoefte aan precieze metingen
  • Humanistische tekstenanalyse
    => Verder gaan op Griekse en Romeinse kennis (zonder Christelijke bril)
  • Rationalisme van René Descartes
  • Empirisme van John Locke
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurde er in de 17e eeuw en waar leidde deze ontwikkelingen toe?

A

=> Traditie en geloof nog minder leidend

Deze ontwikkelingen culmineren in Wetenschappelijke revolutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurde er in de 18e eeuw?

A

=> Optimisme over het gebruik van het verstand
–> Alles met rede verklaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat was de rol van de overheid in de 16e eeuw op het gebied van godsdienst?

A

Overheid ziet toe op uitoefening godsdienst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat was de rol van de overheid in de 17e eeuw (na reformatie) op het gebied van godsdienst?

A

Individueel geweten leidend, maar overheid moet ware godsdienst bevorderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Had de overheid een rol in de 18e eeuw op het gebied van godsdienst?

A

Geloof is zaak van het individu, dus geen rol:
- Vrijheid en tolerantie
- Opkomst (varianten van) atheïsme
- John Locke: scheiding van kerk en staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar wordt de samenleving (o.a.) door gereguleerd en waar worden die door bepaald?

A
  • Wetten
  • Regels
  • Normen
  • Waarden
    Bepaald door oa. heersende mensbeeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat was het heersende mensbeeld voor de verlichting?

A

Mens is zondig. Slechts (dreiging van) straf houdt mensen in bedwang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zegt verlichtingsdenker Jean Jacques Rousseau in tegenstelling tot het heersende mensbeeld van voor de verlichting?

A

Mens is van nature goed. Slechtheid is aangeleerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe was de samenleving traditioneel?

A

Geordend
=> Standenmaatschappij:
- Koning met droit divin
=>goddelijk recht om te regeren
- Drie standen
=> Geestelijkheid, adel en burgers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zeggen verlichtingsdenkers Jean Jacques Rousseau en John Locke in tegenstelling tot de traditionele ordening van de samenleving van voor de verlichting?

A

Zij gingen juist uit van natuurrechten:
- Vrijheid
- Gelijkheid

Macht van de staat gebaseerd op sociaal contract => Deel vrijheid opgeven aan de overheid in ruil voor rust en veiligheid

Tirannen moeten door middel van een opstand worden afgezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat was de politieke cultuur voor de verlichting?

A

Politiek is iets voor koningen, edelen en regenten, niet voor de gewone man (en al helemaal niet de vrouw)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe werd de politieke cultuur in de verlichting?

A

Vorsten moeten een keus maken: verandering of continuïteit
- Verandering: Verlicht Absolutisme
=> (Frederik de Grote en Jozef II van Oostenrijk)
“alles voor het volk, niets door het volk”
- Continuïteit: Absolutisme blijft bestaan
=>(Lodewijk XIV, XV en XVI)
Verlicht denkers vervolgd, moeten vluchten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Montesquieu

A

=> Trias politica:
- Koning is oke, maar moet zich aan grondwet houden
- Alleen rechtvaardige samenleving als drie machten gescheiden zijn
- Indirecte democratie met hoger en lagerhuis

17
Q

Jean Jacques Rousseau

A

=> Radicale denker
Algemene wil (volkssoevereiniteit) neemt beslissingen
=> Kan niet worden vertegenwoordigd:
- Directe democratie
- Sociaaleconomische gelijkheid
- Afschaffing slavernij

Van nature kan iedereen nadenken
=> volk = alle burgers

18
Q

John Locke

A

=> Radicale denker
* Volkssoevereiniteit neemt beslissingen
(Sociaal contract bepaald wie dat uitoefent/vertegenwoordigd (meestal koning).)
=> Deel vrijheid opgeven aan de overheid in ruil voor rust en veiligheid
=> volk = adel + rijke burgers
=> als de koning slecht is vervang m (constitutionele monarchie)

19
Q

Immanuel Kant

A

=> Gematigde denker
* De mensen die durven nadenken kunnen vrij, rationaal en zelfstandig nadenken.
=> Op dit moment dus nog bijna niemand
* Politieke beslissingen worden genomen door een verlicht absoluut vorst
=> later rationale mensen

20
Q

Voltaire

A

=> Gematigde denker
* De elite kunnen vrij, rationaal en zelfstandig nadenken.

  • Politieke beslissingen worden genomen door elite in een parlement en/of een verlicht (absoluut) vorst
    => constitutionele monarchie
21
Q

Wat is de Wetenschappelijke Revolutie?

A

=>17e eeuw
Periode van groot aantal uitvindingen en ontdekkingen als gevolg van systematische beoefening van onderzoek.

Experimenteren
Observeren
Redeneren

22
Q

Rationalisme van:

A

René Descartes:
Nieuwe kennis door gebruik van rede
=> Toename van logisch redeneren
(Oorzaak Wetenschappelijke Revolutie)

23
Q

Empirisme van:

A

John Locke:
Nieuwe kennis door waarneming en ervaring
=> Toename van observeren en experimenteren
(Oorzaak Wetenschappelijke Revolutie)

24
Q

Adam Smith

A

Vrije markteconomie:
Vrijhandel en weinig bemoeienis van overheid
=> Rationeel eigen belang: iedereen werkt hard voor zichzelf

25