1.1 Steden in Vlaanderen en Artesië (1050-1302) Flashcards

1
Q

boeren en burgers keren terug naar een agrarisch-urbane samenleving, hoe/waarom?

A

=> verbetering landbouw
=> voedseloverschot
=> specialisatie van handel en ambacht in steden
=> een monetaire economie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

monetaire economie

A

Een economie waar geld op grote schaal wordt gebruikt, geldeconomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

verhoudingen tussen stad en platteland

A
  • boeren verkopen graanoverschot en grondstoffen in steden
  • boeren kopen nijverheidsproducten (=kleding, werktuigen etc.)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

specialisatie zet door

A

grotere handelsnetwerken en verzorgingsgebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

stedelingen dwingen stadrechten af:

A
  • eigen wetten
  • eigen rechtspraak
  • stadsmuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waarom gaan adelingen akkoord met de stadsrechten van de steden?

A
  • geld
    -steun tegen concurrenten
  • welvaart bevorderen
  • angst voor het geweld van steden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ondanks wat blijven steden groeien

A
  • oorlog
    -honger
  • pest
  • boeren blijven van platteland naar de stad trekken, ondanks de negatieve bevolkingsgroei
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

boeren trekken naar steden, wanneer mogen nieuwkomers poorter worden?

A

Als je rijk bent
of
Als je lid van een gilde bent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

poorter

A

=stadsburger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie mogen er geen poorterschap?

A

Dagloners en Paupers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Adelijken en geestelijken in de stad, hoe zit dat met poorters

A

Geen poorters, zij hadden aanzien door de standenmaatschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waarom was laken een gewilde stof?

A

Warme geweven en vervilte wollen stof
Sterker dan vilt.
De meeste kleding werd ervan werd gemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarvan werd laken gemaakt, en wat was het resultaat daarvan?

A
  • Ruwe wol uit West-Vlaanderen en Engeland.
  • Kleurstoffen en ingrediënten uit:
  • lokale planten (meekrap, wede)
  • exotische ingrediënten (Indigo bijvoorbeeld)
    => Lakenindustrie had veel verschillende ambachten nodig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waar begin de verstedlijking?

A

In Artesië en Vlaanderen (Rijsel, Ieper, Brugge, Gent en Atrecht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar werdt Atrecht het centrum van?

A

-bankwezen
-laken handel
= de stedelijke dynamiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waarom werdt Atrecht het centrum van de stedelijke dynamiek?

A
  • vruchtbare grond (landbouwoverschot)
    => graan voor stedelingen
  • lakenindustrie
  • waterwegen, vervoer
  • dichtbij de jaarmarkten van Champagne
17
Q

Hoe kregen handelaren uit Atrecht zowel binnen als buiten macht?

A
  • Ze vormden binnen de stad de stedelijke bovenlaag
  • Buiten de stad kregen ze macht door geld uit te lenen aan:
  • andere steden
  • de Graaf van Vlaanderen.
18
Q

De jaarmarkten van Champagne

A
  • De graven van Champagne begrepen dat het bevorderen van handel op markten (belasting op kraampjes en koopwaar) winstgevend kon zijn.
  • Door de centrale ligging was deze regio slim voor handel tussen Noord- (vooral Vlaanderen) en Zuid Europa (Italië).
  • Bepaalde steden kregen het recht om zo’n markt te houden
  • de graven gaven speciale privileges
    => een garantie voor de vrede in de marktperiode
    => tijdelijke opheffing van het kerkelijke renteverbod (de financiers waren vooral afkomstig uit Toscane).
  • Aan het eind van de 13de eeuw raakten de jaarmarkten van Cham¬pagne in verval.
19
Q

wat gebeurde er in de 13e eeuw met het centrum van de stedelijke dynamiek?

A

verschuift:
Van Artesië -> Vlaanderen
Naar Atrecht en Ieper -> Brugge en Gent.

20
Q

waarom verschuift in de 13e eeuw de stedelijke dynamiek naar Atrecht en Ieper -> Brugge en Gent?

A

Handelsnetwerk Artesië (Artesië + jaarmarkten champagne + Italië + Midden-Oosten) raakte verstoord
want:
* Kruisvaarderstaten vallen
=> handel in Midden-Oosten moeilijker
* Oorlog in Italië
Duitse Hanze kwam op. Brugge wordt spil in hun handelsnetwerk.

21
Q

wat voor conflicten komen op in Brugge?

A

tussen gemeen en Patriciërs

22
Q

gemeen

A

gilden, lagere bevolkingsklassen

23
Q

patriciërs

A

stadsbesturen van rijke kooplieden
(die zich ook verbonden voelen met de adel), lid van een voorstaande familie

24
Q

Wat waren de oorzaken van de onrust in het gemeen, bij het conflict in Brugge?

A
  • corruptie en machtsmisbruik
  • de ambachtslieden waren economische afhankelijkheid van patriciërs
25
Wat waren de gevolgen van het conflict in Brugge tussen het gemeen en de patriciërs?
- In 1274 Rellen - In 1280 en 1281 Stakingen
26
Conflict tussen Graaf van Vlaanderen met leenheer
=> koning Filips IV van Frankrijk wil centreren, graaf van vlaanderen wil dat niet => graaf gevangen genomen
27
Hoe werd de steun verdeeld bij het conflict tussen de Graaf van Vlaanderen en de koning Frankrijk?
Patriciërs kiezen de kant van de koning Het gemeen kiest de kant van de Graaf
28
dynamiek
levendigheid
28
Hoe verliep het conflict tussen de Graaf van Vlaanderen en de koning Frankrijk?
1302: familie graaf verzamelt een leger van 5000 boeren en gildeleden => koning van Frankrijk stuurt de graaf van Artois met 2.500 zwaarbewapende ridders 1302: guldensporenslag bij Kortrijk => De Vlaamse gildeleden winnen (want: heuveltje met onderaan slootje, paarden zijn niet zo effectief, uiteindelijk Graaf van Artois vermoord)
29
Hanze
verbond van handelssteden aan de Noord- en Oostzee
30
jaarmarkt
markt die elk jaar op een vaste tijd wordt gehouden
31
verzorgingsgebied
gebied dat voor producten en diensten op een stad is aangewezen