2. Communicatie Flashcards
Ionotrope receptor
Receptor die meteen opengaat wanneer er een neurotransmitter op komt
Metabotrope receptor
Receptor die, wanneer hij geactiveerd word, een G-protein maakt. Dit G-protein activeert verder ergens in de cel een kanaal
Wat doet een cytoskelet
Het vormt de cel
Wat zit er allemaal in het cytoskelet?
Intermediate filaments
Microfilaments
Microtubule
Centriolen
Wat doet een microtubule
Werkt als een soort snelweg, hier worden eiwitten over vervoerd
Wanneer zijn centriolen belangrijk?
Bij de celdeling
Welke families neurotransmitters zijn er?
- Amino acids
- Monoamines
- Soluble gasses
- Endorphins
Welke 2 type amino acids zijn er?
Inhibitory en excitory
Wat is een inhibitory amino acid?
GABA
Wat is een excitory amino acid?
Glutamaat
Welke type monoamines zijn er?
Catecholamines
Indolamine
Wat zijn catecholamines?
Dopamine DA
Noradrenaline NA
Adrenaline A
Wat zijn indolamines?
Serotonine 5-HT
Welke soluble gases kennen we?
Stikstofoxide NO
Koolstofmono-oxide CO
Welke endorfines kennen we?
Dynorfin
B-Endorfine
Met-enkefalin
Leu-enkefalin
Wat doet het gladde endoplasmatisch reticulum?
Dit helpt mee met
- vetsynthese
- calciumopslag
- Steriodesynthese
Het bevat geen ribosomen
3 type cel-cel connecties
- Desmosomes
- Thight junctions
- Gap junctions
Wat doet het ruw endoplasmatisch reticulum?
Hier zitten ribosomen aan vast, dit is belangrijk voor de eiwitsynthese
Welk 2 type endoplasmatisch reticulum kennen we?
Glad en ruw endoplasmatisch reticulum
Desmosomes
Flexibel, eiwit tussen cellen. Bv collageen bij de huid
Thight junctions
Cellen zitten vast aan elkaar, bv de rand van de darm
Gap junctions
Aan elkaar gemaakt met kanalen, kunnen dus heel snel communiceren. bv hartcellen, omdat deze gelijk en snel samen moeten kunnen trekken
Wat doet het Golgi apparaat?
- Laatste aanpassing aan het eiwit
- Maakt vesicles
- Stuurt het weg via de microtubule
Exocytose
Het loslaten van neurotransmitters
Mitochondrien
Powerhouse of the cell
ADP + voedingsstoffen = ATP, zodat de ATP ergens het lichaam van energie kan voorzien
Van wie heb je je mitochondriaal DNA?
Mam
Ligand
Stofje dat bind aan de receptor
Lysosomen
Blaasjes die enzymen bevatten, die biomoleculen kunnen afbreken of metaboliseren
Wat is het rustpotentiaal
-70 mV
Concentratiegradient
De concentratie van moleculen in onze oplossing op 2 verschillende cellulaire locaties tot er een gelijke verdeling is
EPSP
Exhiberende graduele potentialen
Wat doen EPSP
Als er genoef EPSP’s aankomen in het einde van de cel gaat deze vuren
De stappen van een actiepotentiaal
- Het bereiken van de drempelwaarde door het openen van Na+ poorten, terwijl de K+ poorten dicht zijn
- Het openen van extra Na+ kanalen, wat zorgt voor verandering van het membraampotentiaal (depolarisatie)
- Repolarisatie door Na+ te sluiten en K+ te openen
- Hyperpolarisatie doordat K+ poorten langzaam sluiten
- Terug naar rust
Absolute refractaire periode
Een cel kan niet vuren, tijdens repolarisatie en depolarisatie
Relatieve refractaire periode
Een cel zou eventueel kunnen vuren, tijdens hyperpolarisatie
Exocytose
Neurotransmitters vrijlaten in de synaptische spleet
Endocytose
Het terug opnemen van stoffen uit de synaptische spleet
Autoreceptoren
Receptoren aan het presynaptisch membraam waar neurotransmitters mee kunnen interacteren
Retrograde signalling
Het postsynaptisch membraam communiceert met het presynaptisch membraam
3 varianten van retrograde signalling
Membraam doorlatende factoren
Membraamgebonden factoren
Uitgescheiden factor
Membraam doorlatende factoren
De smeltende factoren zoals NO fuseren van het postsynaptische membraam naar het presynaptische membraam
Membraamgebonden factoren
Wanneer modulatie wordt bereikt doordat receptoren op het presynaptisch membraam fysiek verbonden zijn met receptoren op het presynaptisch membraam
Uitgescheiden factoren
Een chemische boodschapper wordt afgegeven uit de postsynaptische cel en interageert met de presynaptische cel
Paracriene signalling
De normale manier van communiceren tussen synapsen
3 klasse hormonen
Monoamines
Peptiden
Sterioden
Monoamine hormonen
Schildklierhormoon
(nor) adrenaline
Dopamine
Peptide en eiwit hormonen
LH GH ADH
Insuline
Oxytocine
Steroiden hormonen
Cortisol
Estrogeen
Testosteron
Bijnierklier en hormonen
Maakt amine hormonen als reactie op sympathische activering
(nor) adrenaline
Hoe werkt het Thyroid system?
De hypothalamus maakt TRH aan wat de hypofyse aanzet om TSH te maken wat de Thyroid aanzet om T3 en T4 te maken. T3 en T4 verhogen het metabolisme, de groei en ontwikkeling
TSH
Thyroid stimulating hormone
TRH
Thyrotropin releasing hormone
LH
Luteiniserend hormoon
FSH
Follikelstimulerend hormoon
Prolactine
Melkklieren
Wat stuurt de hypothalamus onder andere aan
Voorste en achterste hypofyse
Wat stuurt het autonome zenuwstelsel aan
Adrenal medulla
Endocriene klieren
Achterkant hypofyse maakt
AHD/ vasopressine
Oxytocine
Welk deel van de eileider ontmoeten de spermacel en eicel?
Ampulla, die is wat smaller
Acrosoom
Enzymen op de bovenkant van een zaadcel die helpen door te dringen in de eicel
GnRH
Stimuleert FSH en LH productie in anterieure hypofyse
GHrH
Stimuleert groei hormoon in anterieure hypofyse
TRH
Stimuleert TSH in de anterieure hypofyse
SS
Vermindert afgifte van groei hormoon in hypofyse
DA
Vermindert prolactin productie in de anterieure hypofyse
CRH
Stimuleert ACTH afgifte in de anterieure hypofyse
Wat wordt gemaakt in de hypothalamus
GnRH
GHRH
SS
TRH
DA
CRH