1. Evolutie Flashcards
Y-chromosomale Adam
De meest recente voorouder waar alle levende mensen vanaf stammen
Mitochondial Eve
De meest recente vrouw waar alle levende mensen vanaf stammen. We hebben haar mitochondriaal DNA.
Hoeveel genen delen we met andere mensen?
99,9%, de 0,1% is wat voor de verschillen tussen mensen zorgt
Hoeveel genen heeft een mens ongeveer
20.000
Hoeveel nucleotides heeft een mens ongeveer?
3 miljard
Waaruit bestaan het DNA alfabet?
A-T C-G
Waar is de A altijd mee verbonden
T
Waar is de T altijd mee verbonden
A
Waar is de C altijd mee verbonden
G
Waar is de G altijd mee verbonden
C
Welk deel van het DNA zijn functionele genen die coderen voor eiwitten
Minder dan 2%
Hoeveel DNA bevat elke cel
5 cm
Hoeveel cellen heeft een mens
10 triljoen, 10 000 miljard
Karyotype bij mensen
46 chromosomen, 22 identieke paren van de vader en moeder, 1 set sex chromosomen
Eigenschappen komen vaker voor afhankelijk van
- Variatie
- Erfelijkheid
- Moeilijkheid van overleven
- Overlevings en voortplantingssnelheid
Karyotype
Georganiseerde set chromosomen
Sex chromosomen bij vrouwen
XX
Sex chromosomen bij mannen
XY
Genome
Alle genetische info in een organisme
Chromosoom
Lange streng DNA gewikkeld rond histonen
Telomeren
Stukje aan het einde van de chromosoom, welke het DNA beschermt tijdens deling
Gen
Deel van DNA met de instructie om eiwitten te maken
Allel
2 alternatieve vormen van een gen, gevonden op dezelfde plek op een chromosoom
X-linked erfelijkheid
Wanneer een speciaal recessief gen alleen op het X chromosoom zit, zijn mannen vatbaarder dan vrouwen. Dit omdat zij maar 1 X chromosoom hebben. Bij 1 foute hebben zij dus al de aandoening, terwijl een vrouw 2x een foute moet hebben om de aandoening te krijgen
genotype
Genetische opmaak van van een organisme
fenotype
Observeerbare eigenschappen in een organisme, gebaseerd op genen en omgeving
DNA afkorting
Deoxyribo Nucleic Acid
Wat doet de nucleus?
Transcriptie
Hier wordt een stukje DNA, een gen gekopieerd tot messenger RNA (mRNA)
Wat doet het cytoplasma
Translatie
Het mRNA van het gen wordt vertaald naar een eiwit in het ribosoom
Introns
Deel van het RNA dat in de nucleus blijft en gerecycled wordt
Exons
Deel van het RNA dat de nucleus verlaat
Wat gebeurt er in het ribosoom tijdens de translatie
Het mRNA maakt contact met het ribosoom. Elk mRNA codon koppelt aan een transer RNA (tRNA) anticodon. Het ribosoom loopt dan verder over het mRNA waardoor de streng steeds langer wordt. Dit wordt uiteindelijk het eiwit
Post translational protein processing
Grote eiwitten worden in kleinere eiwitten gesplitst
Wat doen eiwitten?
- Bouwstenen van je lijf
- Worden deel van het celmembraam om als receptor te werken
- Deel van een celstructuur
- Transporteert zuurstof
- Vormen ribosomen
- Doden bedreigingen
- Brandstof
- Werken als enzym
Crossover mutatie
De crossover van een set chromosomen. Ze wisselen een deel van hun pootjes om
Tandem repeat
Herhaalde duplicatie van DNA, bestaande uit korte stukken herhaalde base paren volgordes
Welke type mutaties zijn er
- Crossover
- Tandem repeat
- Insertions
- Deletions
- Inversion
- Translocation
- Duplication
- Single nucleotide polymorphism
SNP
Single nucleotide polimorphism
Patrilinear
Via de mannelijke lijn
Matrilineair
Vie de vrouwelijke lijn
Out of afrika hypothese
Mensen hebben zich verspreid vanuit Afrika
Pro-ceationisme
Het idee dat soorten veranderen en evolueren over de tijd
Selectieve voortplanting
Selectieve breeding
Genetische modificatie
Autosomaal dominant
Bv Huntington,
Je kijkt naar beide allellen om te kijken of iemand de ziekte krijgt
Bv pap Aa mam aa
Opties
Aa Aa aa aa
50% kans op huntington
X gebonden recessieve overerving
Bv PKU
Moeder draagt maar heeft t niet
Pap P (heeft maar 1 x) mam Pp
Opties PP of Pp voor dochter (niks of drager)
P of p voor zoon (niks of affected)
Bewijs voor Darwin
- Biogeografie
- Fossiele records
- Structurele obereenkomsten
- Embryologie
- Moleculaire biologie
Biogeografie
Kijkt naar de temperatuur, en hoe dit invloed heeft op het leven
Embryologie en Darwin
Gelijkwaardige stadia in de baarmoeder bij verschillende soorten
Kwalitatieve trekken
Worden vaak beinvloed door 1 gen en volgen een simpel patroon va overerving
Mendeliaanse overerving
Met Pp en pp enzo
Kwantitatieve trekken
Volgen geen simpel patroon van overerving, zijn meer variabel en minder voorspelbaar dan kwalitatieve trekken
Bv ADHD
Centromeer
Een anker wat zich op de kruising van het chromosoom bevindt waaruit de korte en lange armen voortkomen. Bevat geen genetische informatie
Stappen van eiwitsynthese
- Replicatie van DNA
- Transcriptie van DNA in RNA
- Splitsen van RNA in mRNA
- Translatie van mRNA
- Post translational protein processing
RNA
Met introns en exons
mRNA
Zonder introns, alleen exons
Kandidaatsgenen
Genen waarnaar we naar de genen sequentie en mutaties kunnen kijken om te zien of deze leiden tot een stoornis of ziektes
Endofenotype
Een tussentijdse beschrijving van genen en omgeving die is aangepast om de kloof tussen het gen en de ongrijbare ziekteprocessen uit te leggen
Polygenetische stoornis
Een stoornis met meerdere genetische bijdragen