11. (soc) sociaal kapitaal Flashcards

1
Q

sociaal kapitaal

A

= relatiekapitaal

= Som van alle middelen waarover je beschikt door je sociale relaties en de netwerken waarin je je bevindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

relaties

A

> Relaties zijn niet gelijk verdeeld, het is niet toevallig (“random network”)
Meeste mensen hebben weinig relaties en een beperkt aantal mensen heeft er veel (“scale-free network”)
Je vrienden zullen gemiddeld genomen meer vrienden hebben dan jij (en we denken meestal dat het andersom is)
De kans is kleiner dat je vrienden bent met iemand die weinig vrienden heft (werkt in twee richtingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

makelaars

A

2 opties
> systeem open
> systeem gesloten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gelijken

A

> We zoeken gelijken op
Vertrouwd, gemakkelijk te begrijpen, Zelfde interesses
Gelijkenis kweekt verbinding
Werkt door in gedrag (sociale diffusie)

> Gedragsbeïnvloeding: richten op oranje, groen, blauw, niet op grijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

‘Small world’ principe

A

> Twee principes:
De wereld is geclusterd
De wereld is aan de makelaars

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Mythe van het individualisme

A

Algemene assumptie: succes is individueel

> ‘A broadly perpetrated fiction in modern society’ (Coleman)
Succes is sociaal
Talent
Intelligentie: ontwikkelt zich door relaties
Opleiding: sociale achtergrond
Motivatie
Kansen: ‘La chance ne sourrit qu’aux esprits bien préparés’ (L. Pasteur)
Gezondheid en geluk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

business case: sociaal kapitaal

A

Het vinden van een job (Granovetter, 1973; ‘weak ties give access to information’)
Salaris en promotie: sneller, jonger, beter
Invloed en effectiviteit: voor wie centraal zit in het netwerk
Venture capital en financiën: toegang en voorwaarden
Leren
Marketing
Allianties, fusies en overnames

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Beheer je sociaal kapitaal

A

Communiceren
Introduceren, introducties beantwoorden (sociale media)
Formele en informele meetings
Wees een makelaar, intern en extern
Geven en nemen (maar geef meer dan je neemt)
> Wees de architect van je persoonlijk en professioneel netwerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

sociaal kapitaal en ethiek

A

Het gaat niet over manipulatie (dat is sowieso verkeerd)
Organiseer je niet op de 5% die manipuleert
Is het onethisch?
Niet managen is ook managen
We managen ook onze beste en diepste relaties

Het gaat erom wat we doen met de kennis en informatie die we ontvangen uit ons netwerk
‘Structural hole’: exploiteren of sluiten?
Beter om he te sluiten: we ontvangen omdat we anderen helpen
‘Connecting creates value’ (Burt, 2005)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

evalueer jouw sociaal kapitaal

A

Evalueer op GROOTTE, DIVERSITEIT en FOCUS

Smal, homogeen, intern georiënteerd
Vertrouwen en samenwerking
Beperkte toegang tot nieuwe informatie en opportuniteiten

Groot, heterogeen, extern georiënteerd
Probleem van conflicterende verwachtingen en netwerkspanningen

Meest mensen ontdekken: smaller en homogener dan ze dachten …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly