10. Mensen in groep Flashcards

1
Q

conflict tussen groepen

A

> Conflict tussen twee groepen ontstaat natuurlijkerwijze; de vermoedelijke oorzaak is het categoriseren van “in”- en “uit”- groep.

> Competitie versterkt het conflict tussen de groepen, en naarmate het escaleert, neemt de cohesie en coöperatie binnen één groep toe.

> Wederzijdse afhankelijkheid en uitdagende gemeenschappelijke doelen (“superordinate goals”) bevorderen het oplossen van conflicten tussen rivaalgroepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

gelijkenis versterkt het groepsgevoel en bevordert coöperatie

A

> We vereenzelvigen ons gemakkelijker met groepen die gelijkenis vertonen
Categorisatie in/uitgroep kan op basis van verscheidene (ook triviale) kenmerken (vb, uniform, fanclub… als symbool van sociale identiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sociale dilemma’s en het vrijbuitersprobleem

A

Samenwerking in een wederzijds-afhankelijke groep kan een sociaal dilemma teweeg brengen: wat collectief goed is stemt niet noodzakelijk overeen met wat persoonlijk de meeste winst oplevert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Twee vuistregels om samen te werken:

A

> Mijn persoonlijk welzijn is belangrijk. Ik werk samen zolang ik er bij win. Dat vraagt een kosten/baten analyse
(Homo economicus)

> Het welzijn van de groep is belangrijk. Ik werk samen zo lang ik niets verlies. Dat vergt vertrouwen.
(Homo sociologicus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe samenwerking in sociale dilemma’s bevorderen

A

STRATEGISCH – vervul het eigenbelang; geef incentives
kosten-baten analyse

Benadruk lange termijn voordelen van reciprociteit
Reputatie
Sancties (beloningen en straffen)
incentive voor hen die niet intrinsiek gemotiveerd zijn om samen te werken.
Verhoogt het vertrouwen van hen die wel intrinsiek gemotiveerd zijn om samen te werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe samenwerking in sociale dilemma’s bevorderen?

A

2) EMOTIONEEL – speel in op het groepsbelang door angst voor uitbuiting verminderen
Creëer vertrouwen

Verhoog groepsidentiteit
→ Affectieve gevoelens voor stijgt

→ Zelfbeeld gekoppeld aan het welvaren van de groep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Het succes van Homo sapiens

A

> Onevenaarbaar in termen van biomassa, veranderingen in omgeving…
Maatschappijvorming en economie gebaseerd op taakverdeling
Agriculturele-, industriële, en informatie revolutie zorgden voor langere levensduur, minder armoede en meer comfort
Talent voor samenwerking, maar ook voor destructie en geweld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie is Homo sapiens?

A

> Een sociaal en intelligent zoogdier met uitzonderlijk grote hersenen (neocortex)

> Sociale hersenen hypothese – link tussen de evolutionaire expansie van de neocortex en het leven in grotere groepen.

Typerende eigenschappen:
> Inclusiegevoel (“Need to belong”), een universele drijfveer
> Zelfregulatie (executieve functies gestuurd door neocortex) voor kosten/baten analyse, impulsen te onderdrukken, flexibel aanpassingsvermogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

sociale perceptie

A

> sociale perceptie of waarneming is steeds subjectief, een belangrijk voordeel van sociale perceptie is de persoonsperceptie of de indruk die we vormen over anderen
sppiegelneuronen worden ook geactiveerd als we de bewegingen van anderen observeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

sociale normen

A

> normen zijn de ongeschreven maatschappelijke regels die voorschrijven hoe we ons in publieke omstandigheden moeten gedragen
normen zijn een product van cultuur en ontwikkelen zich dmv observerend leren
script is persoonlijke kennis van hoe zich te gedragen in een specifieke situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly