11. Begeleiding bij vaginisme Flashcards

1
Q

Wat is de definitie van vaginisme?

A

Een recidiverende of aanhoudende onwillekeurige spasme van de musculatuur van het buitenste derde deel van de vagina, waardoor geslachtsgemeenschap belemmerd wordt.
* geen eenduidige definitie
* angst voor pijn, pijn is niet altijd aanwezig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat kan vaginisme uitlokken?

A

Afhankelijk van wat de vrouw als bedreigend ervaart.
* negatieve gevoelens t.o.v. coïtus
* gynaecologisch onderzoek

Als vaginisme optreedt bij een inwendig onderzoek, betekent het niet dat vaginisme ook optreedt binnen de seksuele context, en omgekeerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is primair vaginisme?

A

primair vaginisme treedt op bij vrouwen die nooit eerder coïtus hadden
-> vaak een permanente aandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is secundair vaginisme?

A

secundair vaginisme treedt op na een periode van normale geslachtsgemeenschap
-> vaak een tijdelijke aandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bespreek dyspareunie.

A

een seksuele dysfunctie waarbij er genitale pijn is vóór, tijdens en na de coïtus
* oorzaken: fysiek (vb. endometriose, droogheid) of psychologisch (vb. angst)
* incidentie: 3-15%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het grote verschil tussen vaginisme en dyspareunie?

A

Veel symptomen zijn gelijklopend.
* Vaginisme: spierkrampen die penetratie moeilijk of onmogelijk maken (pijn in de spieren)
* Dyspareunie: pijn die kan optreden tijdens of na penetratie, zonder dat spieren noodzakelijk samentrekken (pijn overal in de bekkenregio)

Dus: bij dyspareunie is pijn de hoofdklacht, bij vaginisme is pijn vaak secundair aan de spierspasmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de prevalentie van primair vaginisme?

A

0,5-1%

Geen zekerheid over cijfer; waarschijnlijk sterk onderschat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de prevalentie van secundair vaginisme.

A

Hoger dan 1%, maar geen zekerheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer gaan vrouwen meestal op zoek naar hulp bij vaginisme?

A
  1. bij het begin van de volwassenheid: coïtus geheel of gedeeltelijk onmogelijk
  2. bij een onvervulde kinderwens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bespreek de etiologie van vaginisme: somatische factoren

A

Primair vaginisme:
* zelden somatische oorzaak: 0-5%
* stug hymen, congenitale afwijkingen

Secundair vaginisme:
* meestal wel het gevolg van een somatische oorzaak
* infectie, endometriose, episiotomie

Onenigheid in de literatuur of somatische factoren wel een aanleiding zijn tot vaginisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat kun je als vroedvrouw doen ter preventie van secundair vaginisme?

A

demedicalisering en kwalitatieve zorg
* positieve, veilige en empowerende ervaring rond bevalling en postpartum bewerkstelligen
* pijn, trauma en onzekerheid voorkomen
* voldoende informeren over bevalling en postpartum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bespreek de etiologie van vaginisme: psychische factoren

A
  • geen of onjuiste seksuele opvoeding: negatieve opvattingen en angsten over seksualiteit
  • seksueel misbruik: geen significante resultaten in wetenschappelijk onderzoek
  • voorzichtige partner: angst wordt in stand gehouden
  • negatieve gebeurtenissen in de relatie
  • angst: catastrofaal denken door negatieve verwachtingen / ervaringen
  • secundair vaginisme na partus: door minder interesse in seksualiteit na de bevalling
  • soms geen verklarende oorzaak gevonden

Voornamelijk hypothetisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe kan de diagnose van vaginisme gesteld worden?

A

door een uitgebreide anamnese
* medisch (somatische oorzaak?)
* seksueel
* psychologisch
* relationeel

bij voorkeur met een multidisciplinaire aanpak: gynaecoloog, seksuoloog en psycholoog

door het nagaan van
* ambivalente gevoelens t.o.v. coïtus, relatie, kinderwens, …
* relationele problemen
* traumatische ervaringen

Het is moeilijk om de diagnose van vaginisme te stellen aangezien er nog geen evidence-based definitie werd opgesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de 3 graden van vaginisme?

A
  1. men kan niets vaginaal inbrengen
  2. men kan 1 of 2 vingers inbrengen
  3. men is in staat tot een gynaecologisch onderzoek

Bij alle niveaus is er sprake van het onmogelijk of moeilijk hebben van coïtus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke fysieke gevolgen heeft vaginisme?

A
  • moeilijk gynaecologisch onderzoek
  • inbrengen van een tampon of vinger(s)

oorzaak: onvrijwillig aanspannen bekkenbodemspieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke psychische gevolgen heeft vaginisme?

A

Schaamte
* primair vaginisme: persoonlijk, algemeen
* secundair vaginisme: t.o.v. partner

Pijnvermijdingsgedrag
* verdedigingsmechanisme
* fobische angst voor penetratie

Mentaal
* lager zelfvertrouwen
* negatieve gevoelens: frustratie, schuldgevoelens, somberheid, wanhoop, angst en depressie

Sociaal isolement
* voornamelijk bij adolescenten en jong volwassenen
* onzeker voelen, niet kunnen meespreken

17
Q

Bespreek de vicieuze cirkel van vaginisme.

A

pijn > bekkenbodemspieren trekken samen als verdedigingsmechanisme > pijn blijft aanwezig > vermijdingsgedrag waarbij penetratie wordt vermeden

18
Q

Welke gevolgen heeft vaginisme op zwangerschap en bevalling?

A

problemen met inwendig onderzoek, vaginale echografie, inductie, …
–> eerst vaginisme behandelen, daarna zwanger worden

19
Q

Welke aandachtspunten dien je in acht te nemen wanneer je een gynaecologisch onderzoek uitvoert bij iemand met vaginisme?

(vb. om somatische oorzaken te kunnen uitsluiten)

A
  • voldoende informatie geven over het onderzoek
  • grenzen van de patiënt respecteren
  • persoon laten meevolgen via een handspiegel indien gewenst
  • oogcontact houden: non-verbale reacties opmerken
  • ervaring bevragen tijdens het onderzoek
  • na het onderzoek alle informatie bespreken
20
Q

Welke relationele gevolgen heeft vaginisme?

A
  • minder zin en opwinding
  • seksuele relatie zonder penetratie
  • verminderde kwaliteit van de relatie
  • schuldgevoelens t.o.v. de partner
  • angst om de partner teleur te stellen of te verliezen
21
Q

Hoe kan vaginisme worden behandeld?

A

Er zijn veel verschillende therapieën, maar de effectiviteit ervan is nog niet bewezen.
* belang van multidisciplinair team: fysiotherapeuten en seksuologen (evt. nog psychologen, gynaecologen)
* belang van doorverwijzing: therapie afhankelijk van de oorzaak

22
Q

Welke behandelingen vinden vrouwen met primair vaginisme het meest effectief?

A
  • seksuele voorlichting
  • voorlichting van het bekken
  • zelfonderzoek
  • communicatietherapie
  • zintuiglijke therapie
23
Q

Welke behandelingen vinden vrouwen met secundair vaginisme het meest effectief?

A
  • EMDR²
  • seksuele voorlichting
  • vaginale dilatatie
  • communicatietherapie
  • relatietherapie

² therapie voor het verwerken van trauma en zo angst en negatieve associaties te verminderen (meest effectief bij traumatische ervaringen)

24
Q

Wat is de prognose van vaginisme?

A

Vaak gunstige prognose, wel afhankelijk van de oorzaak en de kwaliteit van de behandeling.

Succesvolle prognose
* somatische of eenvoudige psychogene oorzaken
* goede partnerrelatie
* motivatie van het koppel
* zwangerschapswens

Niet-succesvolle prognose
* anatomische abnormaliteiten
* negatieve attitudes t.a.v. seksualiteit
* angst voor SOA’s
* angst voor pijn bij penetratie

25
Welke 6 onderwerpen worden besproken binnen het vroedkundig beleid rond vaginisme?
1. uitgebreide anamnese 2. inwendig onderzoek 3. inductie 4. epidurale anesthesie 5. baringshoudingen 6. primaire sectio
26
Wat is het belang van de **uitgebreide anamnese** i.k.v. vaginisme.
**Inhoudelijke voorbereiding** * informatie over epidurale analgesie, inwendig onderzoek, baringshoudingen, inductie, sectio * concrete afspraken maken: inwendig onderzoek **Emotionele voorbereiding** * vertrouwensrelatie opbouwen * gevoelens uiten * inspraak in het gebeuren -> vrouw zal minder angstig zijn **Multidisciplinaire samenwerking** * volledigheid dossier * gynaecoloog en vroedvrouw van dienst zijn op de hoogte van het vaginisme
27
Wat is het verloskundig beleid rond het **inwendig onderzoek** bij vaginisme?
* vroedvrouw heeft voldoende kennis en **ervaring** * uitsluitend op **indicatie** * **voorzichtig** handelen * volgens een **specifiek beleid** uitvoeren
28
Hoe voer je een inwendig onderzoek uit bij vaginisme?
1. Geef **uitleg**: reden, belang en verschillende stappen 2. **Stel** de vrouw **gerust**: enkel op indicatie, partner aanwezig, enkel noodzakelijk zorgverleners aanwezig 3. Correcte **houding**: op de bedpan of vuist onder sacrum, doek op de buik en dijen leggen 4. Voorbereiden: op de rand van het bed, **contact maken** met vrouw (eerst buik, dan dij), vragen om benen iets te openen, handschoenen aandoen met glijmiddel 5. **Onderzoek**: niet-steriele hand traag verplaatsen van dij naar binnendij > 1 vinger tegen de vulva leggen > 2e vinger tegen de vulva leggen > 1e vinger 0,5cm inbrengen > 2e vinger bijbrengen > langzaam dieper inbrengen 6. **Portio** bereikt: waarschuwen dat dit gevoelig kan zijn, uitleggen wat je voelt bij het bepalen van de POVASI, voelen naar stand en indaling enkel op indicatie ## Footnote Bij het inwendig onderzoek: * je legt alle stappen uit terwijl je ze uitvoert * je vraagt de vrouw om zich op haar ademhaling te concentreren * je wacht tussen elke stap tot de vrouw weer is ontspannen * je vraagt vóór elke stap of je verder mag doen * de vrouw mag ieder moment aangeven om te stoppen: dit betekent niet terugtrekken, maar de hand ter plaatse houden; daarna wachten tot de vrouw klaar is om verder te doen
29
Wat is het verloskundig beleid rond **inductie** bij vaginisme.
**vermijden vóór 41w** (indien geen medische indicatie) indien toch inductie nodig: * gebruik van Prostin gel * amniotomie pas na epidurale verdoving
30
Wat is het verloskundig beleid rond **epidurale anesthesie** bij vaginisme?
vrouw kiest zelf of ze dit wil * wel **aangewezen**: pijn valt gedeeltelijk weg * **informeren** over nevenwerkingen: uitdrijving moeilijker / langzamer, ++ kans op instrumentale verlossing, ++ kans op uitgebreide episiotomie, baringshoudingen enkel rug- en zijligging
31
Wat is het verloskundig beleid rond **baringshoudingen** bij vaginisme?
Aanbeveling: **zijligging** * wens van de vrouw respecteren: zal zich meer ontspannen * gynaecologische houding is vaak bedreigend
32
Wat is het verloskundig beleid rond **primaire sectio** bij vaginisme?
Primaire sectio kan in volgende gevallen * **inwendig onderzoek onmogelijk** * **vaginale partus onmogelijk** * **op vraag** van de vrouw **met IC** (in zeldzame gevallen): eerst de angst voor de vaginale bevalling proberen wegwerken door in gesprek te gaan
33
Wat zijn de **essentiële voorwaarden** voor een optimale perinatale begeleiding voor vrouwen met vaginisme?
* uitgebreide anamnese * continuïteit van de zorg * vertrouwen * inspraak