101-125 Flashcards

1
Q

Het dilemma

A

De moeilijke keuze tussen twee mogelijkheden die beide nadelen hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Duurzaam

A

Blijvend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De economische vluchteling

A

Iemand die om financieel-economische redenen naar een ander land verhuist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De etniciteit

A

Het ras; de verzameling kenmerken van een bepaalde bevolkingsgroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het fundamentalisme

A

De ideologie of bewering die zich baseert op strenge regels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het gemengde huwelijk

A

Het huwelijk tussen twee mensen van verschillende religie en/of verschillend ras

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De gezinshereniging

A

De overkomst van gezinsleden uit het land van herkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

In de illegaliteit

A

Onwettig in een land verblijvend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De integratie

A

De inburgering in een nieuw land waarbij je deelneemt aan de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De islamisering

A

Het proces waarbij een samenleving steeds meer volgens islamitische regels wordt georganiseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het land van herkomst

A

Het land waar je oorspronkelijk vandaan komt; geboorteland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Het legitimatiebewijs

A

Het document waarop je persoonsgegevens officieel vermeld staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De migratie

A

De verhuizing naar een ander land of gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De moraal

A

De opvattingen over wat goed en kwaad is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De multiculturele samenleving

A

De maatschappij waarin verschillende bevolkingsgroepen met hun eigen culturele kenmerken naast elkaar bestaan en waarin de verschillen als verrijkend worden beschouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Het nationalisme

A

Het gevoel dat je eigen land het belangrijkste is

17
Q

Naturaliseren

A

De nationaliteit krijgen van het land waar je naartoe verhuisd bent

18
Q

Omgangsvormen

A

Manieren om met anderen om te gaan

19
Q

De participatie

A

Het meedoen aan iets; de deelname

20
Q

Permanent

A

Niet tijdelijk; blijvend

21
Q

Het perspectief

A
  1. Het uitzicht; het vooruitzicht 2. OOK: vanuit welke blik je iets bekijkt
22
Q

Pluriform

A

Veelvoudig; niet uniform

23
Q

De populist

A

Iemand die zich in zijn (politieke) uitspraken richt naar wat de massa wil horen

24
Q

Radicaliseren

A

Langzamerhand steeds extreem worden

25
Q

Relatief

A

In verhouding tot andere gegevens; betrekkelijk