1 De Koude oorlog (1945-1991) Flashcards
Barraclough herziend (1908-1984)
Een periode van her aanpassing, Barraclough was de eerste die met het concept ‘contemporary history’ kwam
contemporaine geschiedenis =
Term wordt samen met na-moderne tijd gebruikt (postmodern) > ambigue, kleurloos, een voorlopige term
* Eigentijdse geschiedenis begint wanneer de problemen die in het heden spelen voor het eerst vorm krijgen
Enkele argumenten voor het begin na WOII:
- Europa minder dominante positie na 1945 (balans macht anders, de 2 grootmachten: SU/VS, West- en Oost-Europa).
- Oude koloniale rijken vallen uiteen
- Atlantische Oceaan naar Stille Oceaan
- Aanpassing relatie witte/gekleurde mensen
- Er wordt veel verwacht van het communisme (communism is a doctrine to meet a new age)
- Weinig optimisme over de democratie (propaganda veel grotere rol) > staatsinterventionisme belangrijker
- Nucleaire wapenwedloop
Hierbij ontbreken technologische ontwikkelingen en klimaatverandering
Het Atlantische Handvest (1941)
- Amerikaanse en Britse doelen voor na WOII
- Alle door oorlogsgeweld gewijzigde grenzen zouden worden hersteld
- Landen recht op zelfbeschikking > koloniale rijken zouden al snel uit elkaar vallen
- Demilitarisering agressorstaten (Duitsland/Japan)
- VN: mondiaal voor veiligheid
- Vrije wereldhandel
VN (1945)
Eerste decennia niet waar kunnen maken waarvoor ze waren opgericht door toenemende confrontaties West/Oost. 1 van de partijen sprak steeds veto uit waardoor de voorstellen van de ander niet door konden gaan
⟶ Pas na KO de rol ingenomen die ze vanaf 1941 voor ogen hadden
SU
Kort na WOII bleek dat SU troepen niet terugtrok uit Midden- en Oost-Europa
⟶ Eerst nog het idee dat ze bleven hangen, al snel geen sprake meer van zelfbeschikking en democratie in Midden- en Oost-Europa.
⟶ SU-bevrijders namen rol van de Duitsers in: nieuwe onderdrukker
Containment
- 1946
- 1947
- het idee:
- 1946: Long Telegram (George F. Kennan zag in dat de Su niet bereid was tot langdurige vredig bestaan naast de Westerse wereld, dus de beste optie was om het communisme in te dammen, uitleg gedrag SU, Politiek advies, hoop voor de toekomst)
- 1947: mr. X-article, Foreign Affairs blad (het publiekelijk maken van de containmentpolitiek aan de buitenwereld)
- Wanneer de SU geïsoleerd wordt, breidt het alleen maar uit
- De SU niet als grote kwaad afschilderen, maar rationele politiek
- Hoop geven, een beeld op de lange termijn
Containmentpolitiek
- wat is het
- wat werkte niet?
- kenmerken:
- Vanuit het Westen: een manier om met deze groeiende SU-invloedssfeer om te gaan
Een politiek van appeasement (vermijden van oorlog door concessies (overeenkomsten) te doen aan een andere macht) werkt in dit geval niet bij de totalitaire regimes, dus
Containmentpolitiek:
- Hard en confronterend (anders gaat het verder)
- Westers politiek model superieur aan dat van de SU
- Mensen en burgers durfden niet in opstand te komen
- Grenzen stellen, wanneer deze werden overschreden duidelijk maken dat er werd ingegrepen
- Situatie stabiliseren, niet toegeven
⟶ Uiteindelijk zal de SU inzien dat het westerse politieke systeem beter functioneert dan het communistische systeem
INDAMMEN > VERTROUWEN > OVERWINNEN
1947/1948: verharding van de Containmentpolitiek. Redenen hiervoor:
- Berlijnse crisis 1948.
- China communistisch in 1949, duidelijk dat Mao Zhedong het daar aan macht won.
- Nieuwe relatie tussen voormalig geallieerden.
- Geen vrije verkiezingen Centraal-/Oost-Europa.
1947: TRUMANDOCTRINE
Truman nam Containmentpolitiek over en werkte deze verder uit
- Economische en militaire steun voor landen die van strategisch belang waren
- Economisch herstel van Europa/Japan (=MARSHALLPLAN) – ingezet zodat kwetsbare economieën niet door armoede onder invloed kwamen van de communistische invloedssfeer
⟶ Geen terugkeer isolationisme: buitenland bleef belangrijk
Communisme is in Europa nog populair, de grens zal nog meer verschuiven. Voorkomen door:
- Economische steun
- Het bieden van perspectief zodat het verlangen naar revolutie minder wordt
Communisme was een aantrekkelijke ideologie voor veel Europeanen in de naoorlogse periode:
- Alle burgers gelijk, iedereen zou er even goed uitkomen en er evenveel baat bij hebben
- Veel landen lagen in puin en hadden een nieuw begin nodig. Het zoeken naar een manier van wederopbouw
- Nieuwe ideologie: niet terug naar het oude maar iets totaal anders. Leek een blauwdruk voor hoe het in de toekomst zou gaan
Reactie Containmentpolitiek
⟶ Moskou haalde lijnen aan (toename toezicht satellietstaten Midden- en Oost-EU) – politiek, militair en cultureel
⟶ Optimistische kijk op de toekomst, niet te veel twijfel
Tom Lehrer (1960)
- Komiek, nucleaire bewapening
- Komisch lied over de KO-situatie
Tussen 1948 en 1950 gingen dingen heel erg verkeerd:
- Berlijn was herhaaldelijk een knelpunt tijdens de KO:
In 1945 het verdrag in Potsdam, hierin werd Duitsland verdeeld in 4 bezettingszones: SU/Frankrijk/VK/VS > dit leidde tot een conflict: SU wilde Berlijn bij Oost-Duitsland laten horen en sloot in 1949 alle wegen ernaartoe af – VS accepteerde dit niet: luchtbrug Containmentpolitiek (Berlijn kon alleen bevoorraad worden via de lucht via Oost-Berlijn). West-zone voegde zich samen tot Bondsrepubliek Duitsland > nieuwe munt > meer economisch te verkrijgen > SU blokkeerde Berlijn doordat ze het niet eens waren met handelingen Westen. (Oosten: Democratische Republiek Duitsland) SU verwachtte dat geallieerden zouden zwichten: gebeurde niet. 1961: de bouw van de Berlijnse muur maakte de verdeling tussen Oost en West duidelijk. - Tsjechoslowakije werd communistisch
- China (communistische revolutie)
- Atoombom SU
- Korea (begin van de Koreaanse oorlog)
Anticommunisme
(alles Amerikaans: tegen alle on-Amerikaanse activiteiten zoals films – steeds meer mensen kregen een tv en gingen naar de film, er was angst dat communisme via deze weg zou worden verspreid)