Ziekte en seksualiteit, deel 2 (les 9) Flashcards
Waartussen kun je onderscheid maken binnen seksualiteit? (2)
Seksueel functioneren en seksualiteitsbeleving
Op welke manieren kan het type aandoening effect hebben op het seksueel functioneren en de seksualiteitsbeleving? (3+1)
- Directe impact
- Indirecte impact
- Iatrogene impact
- (Tijdelijke of permanente invloed)
Op welke twee manieren kan het type aandoening directe impact hebben op het seksueel functioneren?
- Aantasting van de genitale anatomie (bv vulvaire kanker, of bij een motorongeluk)
- Aantasting van de seksuele fysiologie
Op welke drie manieren kan de seksuele fysiologie worden aangetast?
- Neurologische aandoening of schade
- Vasculaire aandoening of schade
- Hormonale verstoringen
Op welke manier kan het type aandoening indirecte impact hebben op het seksueel functioneren (functioneren!)
Neurologische, vasculaire of hormonale complicaties
Op welke manier kan het type aandoening indirect impact hebben op de seksualiteitsbeleving (beleving!)
Algemene klachten zoals pijn, vermoeidheid, stijfheid, verminderde mobiliteit, kortademigheid etc
Wat kan de iatrogene invloed zijn op seksualiteit? (3)
- Levensreddende chirurgie kan een negatieve impact hebben op het seksueel functioneren en/of de seksualiteitsbeleving
- Nevenwerkingen van medicatie
- Nevenwerking van voorgeschreven gedrag
Geef een voorbeeld van levensreddende chirurgie op seksualiteit (iatrogene invloed)
bv een radicale hysterectomie, niet enkel de uterus maar ook de eierstokken waardoor de vrouw in de menopauze terecht komt met alle gevolgen van dien
Op welke twee manieren kan de nevenwerking van medicatie ondervinden?
Vermindering (serotonine)
Vermeerdering (dopamine)
Wat is een voorbeeld van voorgeschreven gedrag wat seksualiteit verandert (iatrogene invloed)
Bv gepland vrijen bij fertiliteitsbehandelingen
2 manieren van verloop vd ziekte
- Stabiel
- Progressief
Effect van stabiel ziekteverloop?
Eenmalige psychologische aanpassing
Effect van progressief ziekteverloop?
Permanente psychologische aanpassing vereist in functie van de evolutie vd ziekte en de gevolgen ervan op seksueel functioneren en seksualiteitsbeleving (steeds blijven aanpassen)
Op welke manier hangen levensfase waarin ziekte voorkomt/begint samen met seksualiteit? (3)
- ‘Kritische periode’ -> ziek worden tijdens de puberteit
- Ziek worden vóór de start van SA -> aanpassingen v.a. start
- Ziek worden ná de start van SA -> noodzakelijke aanpassingen in bestaande seksuele relatie