DSM-5 en seksuele disfuncties, deel 4 (les 8) Flashcards
Seksuele disfuncties bij vrouwen volgens DSM-5
- Female sexual interest/arousal disorder
- Female orgasmic disorder
- Genito-pelvic pain/penetration disorder
Waaruit is female sexual interest/arousal disorder van DSM-5 voortgekomen? (welke disorder van DSM-4)?
- Hypoactive sexual desire disorder
- Female sexual arousal disorder
Waaruit is genito-pelvic pain/penetration disorder van DSM-5 voortgekomen? (welke disorders van DSM-4)?
Vaginisme en dyspareunie
Beschrijf Female sexual interest/arousal disorder
Gebrek aan of significant verminderde seksuele interesse/opwinding zoals blijkt uit ten minste 3 van de indicatoren (indicatoren niet verder uitgeschreven)
Wat is nieuw wat betreft de DSM-5 ten opzichte van de DSM-4?
Duidelijkere cijfers in de criteria, bv in minimaal 70-100% vd gevallen (alsnog moeilijk te meten) + meer oog voor plezier + criterium van minimaal 6 mnd
Wat is er geschrapt in de DSM-5 t.o.v. DSM-IV?
‘interpersoonlijk leed’
Wanneer moet je specificeren?
- levenslang vs verworven
- Gegeneraliseerd of situationeel
- Specificeer huidige ernst: milde angst over symptomen, Matig leed over symptomen, Ernstig leed over de symptomen
Beschrijf female orgasmic disorder zoals het in DSM-5 staat
Aanwezigheid van een van de twee volgende symptomen en ervaren bij bijna alle (nog 75-100%) gelegenheden van seksuele activiteit:
1. Duidelijke vertraging in, duidelijke frequentie van of afwezigheid van een orgasme
2. Aanzienlijk verminderde intensiteit van orgastische sensaties
Wanneer specificeren bij Female orgasmic disorder zoals in DSM-5 staat
- Levenslang of verworven
- Gegeneraliseerd of situationeel
- Specificeer indien: nooit een orgasme ervaren in welke situatie dan ook (niet nodig want is gegeneraliseerd en verworven)
- Specificeer huidige ernst
Beschrijf genito-pelvic pain/penetration disorder
Aanhoudende of terugkerende prob met een (of meer) vd volgende:
1. Vaginale penetratie tijdens geslachtsgemeenschap (= nieuwe vaginisme?)
2. Duidelijke vulvovaginale of bekkenpijn tijdens vaginale geslachtsgemeenschap of penetratiepogingen
3. Duidelijke angst of angst voor vulvovaginale of bekkenpijn in afwachting van, tijdens of als gevolg van vaginale penetratie
4. Duidelijk aanspannen van bekkenbodemspieren tijdens een poging tot vaginale penetratie
Hoe lang moeten alle disfuncties minimaal aanhouden om geclassificeerd te kunnen worden als ‘disfunctie’?
ca. 6 mnd (dit criterium is nieuw sinds DSM-5!!)