zelfverwonding en suïcide Flashcards
*
Wat is opzettelijk zelfverwondend gedrag (ZVG)?
de bewuste beschadiging van het eigen lichaam zonder suïcidale intentie en zonder sociaal aanvaarde redenen. In de DSM-5 wordt het beschreven als “Non-Suicidal Self-Injury Disorder” (NSSI-D), een syndroom dat verder onderzocht moet worden.
DSM-5 criteria voor NSSI-D (Non-Suicidal Self-Injury Disorder)
Minstens 5 dagen in het afgelopen jaar.
Verwachting dat het gedrag negatieve gevoelens vermindert, een positief gevoel oproept of interpersoonlijke problemen oplost.
Geassocieerd met negatieve emoties, interpersoonlijke moeilijkheden of een preoccupatie met zelfbeschadiging.
Niet sociaal geaccepteerd gedrag.
Klinisch significante stress en interferentie in dagelijks functioneren.
Niet beter verklaard door een andere psychische stoornis of medische aandoening.
Wat is de prevalentie van zelfverwonding?
- In niet-klinische populaties komen zelfverwonding bij mannen en vrouwen ongeveer even vaak voor.
- In klinische populaties komt het vaker voor bij vrouwen.
- Sterke co-morbiditeit met externaliserende en internaliserende stoornissen, zoals borderline persoonlijkheidsstoornis, verslavingen en eetstoornissen.
Wat is de link tussen zelfverwonding en suïcidaliteit?
- Zelfverwonding verhoogt de kans op suïcidaal gedrag (3x meer risico).
- 50-75% van de mensen met ZVG onderneemt ooit een suïcidepoging.
- Hoe meer methoden van zelfverwonding, hoe hoger het risico op suïcide.
- Soms wordt ZVG als alternatief voor suïcide gebruikt.
Wat is het verschil tussen directe en indirecte zelfbeschadiging?
- Directe zelfbeschadiging: lichamelijke schade zonder suïcidale intentie (bv. snijden, branden).
- Indirecte zelfbeschadiging: geen directe fysieke schade, maar destructief gedrag zoals verslaving, risicovol gedrag of het uitlokken van afwijzing en conflicten.
Let op symptoomverschuiving: een persoon kan ander destructief gedrag ontwikkelen met dezelfde onderliggende functie.
Wat is de functionaliteit van zelfverwonding?
Automatische bekrachtiging:
* Positief: opwekken van aangename gevoelens.
* Negatief: verminderen van negatieve gevoelens.
Sociale bekrachtiging:
* Opwekken van een reactie van anderen.
* Vermijden van ongewenste sociale interacties.
Hoe ontwikkelt het proces van zelfverwonding zich?
*Fasen volgens Claes & Vandereycken (2007) en Hooley & Franklin (2018):
- Spanning en negatieve emoties.
- Drang om te verwonden.
- Uitvoering van ZVG.
- Kortstondige opluchting.
- Schuldgevoelens en herhaling van het proces.
Welke transdiagnostische factoren spelen een rol bij zelfverwonding?
Identiteitsdiffusie: moeite met een geïntegreerd zelfbeeld.
Emotieregulatieproblemen: negatief affect wordt moeilijk beheerst.
Interpersoonlijke stress en sociale media: sociale afwijzing en cyberpesten kunnen bijdragen.
Trauma en vroege negatieve levensgebeurtenissen: hyperactivatie van de amygdala, verhoogde stressgevoeligheid.
Hoe wordt zelfverwonding behandeld?
Basishouding van de hulpverlener:
1. Empathie, onvoorwaardelijk respect, en niet-oordelend luisteren.
2. Doel is niet direct stoppen, maar eerst begrijpen.
Besmettelijkheid van zelfverwonding:
1. Praten erover moedigt niet automatisch aan.
2. Vermijden van expliciete beschrijvingen en beelden.
Risicotaxatie:
1. Frequentie, ernst en methoden van zelfverwonding.
2. Mate van suïcidale gedachten en andere psychische problemen.
Behandelmethoden:
1. Cognitieve gedragstherapie (CGT).
2. Dialectische gedragstherapie (DGT).
3. Mindfulness-gebaseerde therapie.
4. Emotieregulatietherapie.
5. Psychodynamische psychotherapie.
Specifieke interventies:
1. Emotieregulatie-training.
2. Alternatieven voor ZVG aanleren (bv. mindfulness, afleiding).
3. Crisisplan bij terugval.
4. Geleidelijke afbouw van ZVG in plaats van abrupt stoppen.
Medicatie:
1. Geen medicatie specifiek voor ZVG.
2. Antidepressiva kunnen worden voorgeschreven bij onderliggende depressie.
3. Voorzichtigheid met pijnstillers.
Zelfzorg en wondverzorging:
1. Neutrale medische wondverzorging.
2. Bespreken van gevoelens na zelfverwonding.
Wanneer professionele hulp inschakelen?
- Meer dan 5 dagen zelfverwonding binnen een jaar.
- Ernstige wonden of medische zorg vereist.
- Suïcidale gedachten en gedragingen.
- Comorbiditeit met andere stoornissen (bv. eetstoornissen, verslaving).
- Zelfverwonding onder invloed van alcohol/drugs.