Verdieping voedingsstoornissen Flashcards
geef de DSM5 criteria van vermijdende/ristrictieve voedselinname stoornis
Gebrek aan interesse in eten,
- vermijding op grond van de consistentie van voedsel en
- vrees voor nadelige gevolgen van het eten van voedsel.
Er moet sprake zijn van:
- significant gewichtsverlies,
- significante voedingsdeficiëntie,
- afhankelijkheid van sondevoeding of orale voedingssuplementen
- en/of duidelijke verstoring van het psychociaal functioneren
geef het klinisch beeld van vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis
- Probleemgedragingen bij baby/peuters/kleuters: Kokhalzen, uitspugen, weigeren te eten door wegdraaien van het hoofd, zich overstrekken, het op elkaar klemmen van de kaken, en weglopen.
- Interactieproblemen: Verminderde sensitiviteit bij ouders voor signalen van het kind, bv straffen, tempo niet afstemmen
Hoeveel % van de eetproblemen zijn zodanig ernstig dat ze medische hulp behoeven?
3 a 10%
predisposities, perpetuationerende en precipitationerde factoren voor voedingsstoornis
o Lichamelijke oorzaken
o Vaker bij premature kinderen, kinderen met chronische medische aandoeningen en kinderen met ernstig verstandelijke beperking
o Kwetsbare genetische aanleg
o Bepaalde temperament kenmerken
o Bepaalde ervaringen (bv verslikken)
o Relationele factoren (afstemming, overcontrolerend)
o Eetproblemen ouders
geef de behandeling voor voedselsstoornis
Medische opvolging gericht op calorie inname+Bouwstenen van opvoedingsondersteuning:
1. Duidelijkheid (ritueel)
2. Consistentie tussen opvoeders
3. Graduele opbouw
4. Beloning voor goed gedrag