Words: NL -> ENG: B1 2 Flashcards
Vrouwelijke / vrouwelijk
Female
De bouw
Construction
De minderheid
Minority
Mannelijke / mannelijk
Male
Behandeld (behandelen)
To treat
Afdeling
Department
Het gedoe
Hassle
Verdiende (verdienen)
To earn / deserve
De ervaring
Experience
Ervan afgezien / afzien van
To decide against it
Achteraf
Afterwards
Het zelfvertrouwen
Self confidence
Inmiddels
By now / meanwhile
Trek… aan (aantrekken)
To put on / wear
Hakken
High heels
De functie
Position / function
Het aantal
Number
Begeleidt (begeleiden)
To supervise / coach
Zichzelf
Themselves / oneself
Aangesloten bij (aansluiten bij / op)
To join / to align with
De ondersteuning
Support
Worstelen met
To struggle with
Het inzicht
Insight
Hierdoor
Because of this
Tussen passen
To fit (in with)
Dezelfde
The same
Pas je…aan (aanpassen)
To adapt to
Eisen (de eis)
Demands
De maatschappij
Society / company