Woordleer Flashcards

1
Q

Lidwoorden

A

Bepaald-de/het
Onbepaald-een

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Zelfstandig naamwoord

A

Een woord waar dat je ‘de’ of ‘het’ kan voorzetten.
Namen zijn ook zelfstandig-2soorten
*soortnamen=een algemene soort
*Eigennaam= de officiële naam van iets/iemand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het bijvoeglijknaamwoord

A

->geeft meer info over zelfstandig naamwoord.
Bv; de stoel-> de ‘mooie’ stoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het bijwoord

A

Geeft info over
-Werkwoord-> de auto rijdt ‘snel’
- Telwoord-> hij heeft de ‘mooie’ tweede plaats
-BVN-> de ‘ontzettend’ schattige kat
-Ander bijwoord->De auto rijdt “heel” ‘snel’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De werkwoorden

A

-hulpwerkwoord- twee of meer ww die elkaar helpen ‘ben,gekomen’
-zelfstandig ww- hoofdwerkwoord; eet, loop,dans
-koppel ww- Zwobbels; zijn,worden,blijven,blijken,lijken,schijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De voorzetsels

A

Kastwoord; In, op, onder, naast, achter, voor
-vaste voorzetsels bij ww, bv; rekenen op …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De voornaamwoorden

A

-PersoonlijkVNW; verwijst naar persoon(ik,hij,jij,zij…)
-BezittelijkVNW; een bezit(mijn,jouw,hun/hen)
-AanwijzendVNW; (deze,die,dit,dat)
-WederkerendVNW;( Hij wast zich, hij vergist zich)
-VragendVNW;( wie,wat,waar,welke?)
-onbepaaldVNW; (alles,iemand,niemand,sommige)
-BetrekkelijkVNW->

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

BetrekkelijkVNW

A

*De jongen, die ik ken-die voor ‘de’woorden
*De persoon (aan) wie, …
•Het meisje dat/wat daar zit,..->voor het woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Telwoorden (HTW)

A

Hoofdstelwoord; Aantal/numer
Bepaald = drie, twintig…
Onbepaald= vele, enkele, sommige

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Telwoorden (RTW)

A

Rangtelwoord; rangvolgorde
Bepaald=eerste,tweede…
Onbepaald=laatste,voorlaatste …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voegwoorden

A

Verbinden zinnen
Woorden en woordgroepen
Neven-of onderschikking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Nevenschikking

A

Twee of meer hoofdzinnen en hebben de woorden= en,of,maar,want

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Onderschikking

A

Bijzin die deel uitmaakt van hoofdzin
hebben de woorden=dat,waar,daarlaten,als,omdat
De bijzin geeft meer informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly