Les 17:Poëzie Flashcards

1
Q

Stijlfiguren

A

*Alliteratie
*vergelijking
*metafoor
*personificatie
*overdrijving/hyperbool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een alliteratie

A

Is dat de eerste klinkers of medeklinkers van twee of meerdere beklemtoonde woorden identiek zijn
(W-Er moeten Woorden zijn zoals Wind en Water)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een vergelijking

A

Als er een overeenkomst is tussen twee of meerdere dingen(personen/zaken) er staat vaak ‘als,zoals of gelijk’
(Ik heb je lief zoals je soms gelijk een gouden zomerdag bent)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een metafoor

A

Is een vorm van beeldspraak waarbij er geen vergelijkingswoord wordt gebruikt. Dingen worden gecombineerd zonder de woorden ‘als,zoals…’
(Een goudlwine vult de straat)=(de zonsondergang)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een personificatie (verpersoonlijking)

A

Worden dieren, begrippen of levenloze voorwerpen als een persoon voorgesteld of krijge ze menselijke eigenschappen. (De aarde slaakt een diepe zucht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Een overdrijving of hyperbool

A

Wordt een bepaalde eigenschap extra overdreven. Een vorm van ironie, je zegt iets anders dan wat je eigenlijk bedoelt. (Betere kinderen dan wij bestaan niet, kunnen niet geboren worden!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly