woordenschat 6 (ontoniemen) Flashcards
1
Q
Allochtoon (anto)
A
Autochtoon
2
Q
Individueel (anto)
A
Collectief
3
Q
Integer (anto)
A
Corrupt
4
Q
Neutraal (anto)
A
Subjectief
5
Q
Verplicht (anto)
A
Facultatief
6
Q
Agrarisch (anto)
A
Industrieel
7
Q
Progressief (anto)
A
Regressief
8
Q
Sedentair (anto)
A
Nomadisch
9
Q
Artificieel (anto)
A
Authentiek
10
Q
Fictie (anto)
A
Realiteit
11
Q
Rationeel (anto)
A
Irrationeel
12
Q
puriteinse (anto)
A
libertijnse
13
Q
labiel (anto)
A
stabiel
14
Q
euforie (anto)
A
depressie
15
Q
euforie (anto)
A
depressie