woordenschat 10 Flashcards
1
Q
Historisch, cultureel erfgoed
A
Patrimonium
2
Q
Ontwerp
A
Concept
3
Q
Ambtenarij
A
Bureaucratie
4
Q
Aparte bepaling
A
Clausule
5
Q
Stilstand, stremming
A
Stagnatie
6
Q
Onregelmatigheid, afwijking van regel
A
Anomalie
7
Q
Verzamelaar van muntstukken
A
Numismaat
8
Q
Versterken van eigen persoonlijkheid
A
Assertiviteit
9
Q
Eerste model
A
Prototype
10
Q
Oppergezag, oppermacht
A
Suprematie
11
Q
Vooraanstaande
A
Prominent
12
Q
Uittocht
A
Exodus
13
Q
Wetenschappelijke bijeenkomst
A
Symposium
14
Q
Tijd tussen besmetting en uitbreken van een ziekte
A
Incubatie
15
Q
Voogdij ten aanzien van het beheer van goederen
A
Curatele