Wolkenkrabbers STIJLEN Flashcards
1
Q
1880-1920 (Historisme)
School van Chicago
A
Kenmerken:
- compact bouwvolume (doosvorm)
- relatief laag ->reden: Chicago heeft pioniersrol dus de vroegere wolkenkrabbers zijn niet heel hoog.
- maakt bredere indruk
- schacht: Chicago Window: breed 3-delig venster, vaak in erkervorm (steekt uit) flankerende zijramen zijn schuiframen voor verluchting
- muren bekleed met rode of witte (brandveilige) terracotta ( gebakken tegels)
- kapiteel: plat dak bekroond met geprofileerde (uitspringende) kroonlijst, gestut door consoles met gedecoreerde loftverdieping
- ornament: weelderig ornament in verschillende historiserende stijlen. maar ook niet historiserend ornament: kiest voor overdadig ornament met organische en natuurlijke vormen (Sullivan)(art-nouveau)
2
Q
1880-1920 (Historisme)
Palazzo stijl
A
kenmerken:
- sokkel: rustica, bruutwerk: natuursteen in ruw blokwerk
- schacht: sterk geprofileerde horizontale lijsten wat het rijzig karakter van de wolkenkrabber tegenwerkt.
- kapiteel: plat dak bekroond met geprofileerde uitspringende kroonlijst, gestut door consoles soms met balustrade op kroonlijst, gedecoreerde loftverdieping
- ornament: muurvlakken weelderig bekleed met classicistisch ornament: rosette, waaiervormig kamperfoelieblad, lijsten, guirlande(vruchtenkrans), leeuwenkop, oculus (ronde opening)
- voorliefde voor motief van halfronde boog, vooral bij vensters -> middeleeuwse Romaanse stijl.
3
Q
1880-1920 (Historisme)
Beaux Arts stijl
A
kenmerken:
- sokkel en kapiteel: Neo claccisistisme dominant ( imitatie van de Grieken en Romeinen): tempelfront, zuilenrij, triomfboog, zuilen en pilasters
- eclectisch = mix door elkaar: combinatie met renaissance en baroktaal: hoge koepel, balustrade op kroonlijst
- kapiteel: piramidale spits of bekroning met tiempetto ( klein rond tempeltje) met daaronder gedecoreerde loftverdieping
- citaten naar beroemde gebouwen uit de oudheid: Mausoleum, Campanile
- monumentale uitstraling: geeft blijk van groots, indrukwekkend
- schacht: onversierd en strak daardoor rijzig effect
4
Q
1880-1920 (Historisme)
Gothic Revival
A
kenmerken:
- naar het voorbeeld van een gotische kathedraal
- schacht: onpeilbare hoogte, rijzige, stuwende en tapsetoren (versmallend)
- kapiteel: pinakel-achtige spits, soms ondersteund door luchtbogen
- sokkel: monumentaal, rijk versierd portaal (reliefs en beelden) met hoge (spitse) boog
- Ornament: overdadig ornament, weelderig maaswerk, gevlamde beweeglijke bogen in een veelheid van vormen, drielobbige en vierlobbige bogen en cirkels, florale en vegatatieve (natuur) decoratie
5
Q
1920-1940
Avant-gard Modernisme
A
Kenmerken:
- strakke, geometrische vormen
- sobere uitgepuurde vorm: geen ornament: minder is meer
- industriele materialen en technieken
- (vaak) utopische ontwerpen
6
Q
1920-1940
Art-Deco
A
Kenmerken:
- strak geometrisch modernistisch ontwerp (vooral schacht)
- overdadig geometrische decoratie ( sokkel & kapiteel)
- drukke patronen: zigzag, getrapt, verdubbeling
- luxueuse materialen: glimmend, rijke texturen metaal of geaderde marmer
- exotische motieven: precolumbiaans, Egyptomanie
- getrapte vorm: als gevolg van nieuwe bouwvoorschriften
- getrapte vorm: verwijzend naar de eigen (Amerikaanse) Maya-tempels
7
Q
1950-1980
Brutalisme
A
Kenmerken:
- rauwe beton
- onversierde geometrische of organische vorm
- monumentale blokachtige volumes die imposant en dramatisch ogen
8
Q
1950-1980
Naoorlogs modernisme
A
kenmerken:
- less is more (minder is meer)
- Form follows construction ( constructiemethode van het gebouw bepaalt het uitzicht)
- Form follows function ( functies van het gebouw bepalen het uitzicht)
9
Q
Na 1980
Archigram
A
Kenmerken:
- alledaagse populaire cultuur, speels en ludiek (pop Art)
- geloof in technologie: ruimtevaarttijdperk
- geloof in de toekomst: avant-garde utopien
- geloof in mobiliteit: nomade, niet langer sedentair
- flexibele tijdelijke aanpasbare architectuur
10
Q
Na 1980
Metabolisme
A
kenmerken:
- grootschalige projecten voor massahuisvesting
- geloof in technologie: ruimtevaarttijdperk
- geloof in de toekomst: avant-garde utopien
- flexibele tijdelijke aanpasbare architectuur, groei mogelijkheid organisch zoals levende organismes vanuit besef van tijdelijkheid
11
Q
Na 1980
Hightech
A
Kenmerken:
- hoogtechnologische look (machinaal en industrieel)
- opzichtig gebruik van technologische elementen
- staal, glas, form follows construction
- overdadig ornament
- hoogtechnologische constructie: nieuwste materialen en technieken. Veel prefab-elementen die ter plaatse gemonteerd worden
- binnenstebuiten gekeerd: voorzieningen aan de buitenkant geplaatst. Goedkoop, makkelijk en snel te bouwen en makkelijk in onderhoud.
- binnenkant een lege doos ( vrij in te delen) of atrium ( lichtbron)
12
Q
Na 1980
Postmodernisme
A
Kenmerken:
- verwijzen naar stijlen uit het verleden (retro of neo stijlen)
- opzichtig gebruik van ornament
- speels en humoristisch
13
Q
Na 1980
Deconstructivisme
A
Kenmerken:
- complexe ( chaotische, ingewikkelde, onoverzichtelijke) spectaculaire constructies
- gefragmenteerde geruineerde vormen
- dubbelzinnig desorienteerde ruimtes
14
Q
Na 1980
Oosterse wolkenkrabber
A
Kenmerken:
- streven naar record hoogtes, als symbool van succes van de economie
- getrapte vorm van hindoe tempels of boedhistische pagodes. Afgestemd op eigen culturele identiteit
15
Q
Na 1980
Arcologische Wolkenkrabber
A
Kenmerken:
- niet reflecterend glas ( zodat de vogels er minder snel tegen aanvliegen)
- gestroomlijnde vorm van de glasfacades, verminderd het windgewicht zodat men 1/4 minder staal nodig heeft voor de bouw
- verticale windmolens, 350 000 kilowatt per jaar leveren
- dubbelglazige toren, vermindert de nood aan airconditioning en werkt ook extra isolerend
- geothermische energiebronnen ( in de grond), zorgen voor verwarming en koeling