WIDI Flashcards
Kerninzicht
Wiskunde is een vak waarbij inzicht een grote rol speelt.
Inzichten in wiskundige essenties. Ook wel Big Ideas genoemd.
Worden niet niet lineair en stapsgewijs verworven maar cyclisch en spongsgewijs.
Leerlijnen
Geven globaal aan langs welke lijn leerlingen kerninzichten en bijbehorende begrippen en vaardigheden kunnen verwerven.
Het is belangrijk kerninzichten en leerlijnen als een samenhangend geheel te leren kennen, omdat die kennis houvast geeft bij het plannen, uitvoeren en evalueren van het onderwijs.
Kerndoelen
Streefdoelen, die aangeven waarop basisscholen zich moeten richten bij het ontwikkelen van hun leerlingen.
Kerndoel 23 t/m 33 zijn opgesteld voor het reken en wiskunde onderwijs.
De doelen zijn ruim gedefinieerd omdat scholen zelf mogen bepalen hoe de kerndoelen binnen bereik komen.
Kerndoel 23
De leerlingen leren wiskundetaal gebruiken.
Kerndoel 24
De leerlingen leren praktische en formele reken-wiskunde problemen op te lossen en redeneringen helder weer te geven.
Kerndoel 25
De leerlingen leren aanpakken bij het oplossen van reken-wiskundeproblemen te onderbouwen en leren oplossingen te beoordelen.
Kerndoel 26
De leerlingen leren structuur en samenhang van aantallen, gehele getallen, komma getallen, breuken, procenten, en verhoudingen op hoofdlijnen te doorzien en er in praktische situaties mee te rekenen.
Kerndoel 27
De leerlingen leren de basisbewerkingen met gehele getallen in elk geval tot 100 snel uit het hoofd uitvoeren, waarbij optellen en aftrekken tot 20 en de tafels van buiten gekend zijn.
Kerndoel 28
De leerlingen leren schattend tellen en rekenen.
Kerndoel 29
De leerlingen leren handig optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.
Kerndoel 30
De leerlingen leren schriftelijk optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen volgens meer of minder verkorte standaard procedures.
Kerndoel 31
De leerling leert de rekenmachine met inzicht gebruiken.
Kerndoel 32
De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen.
Kerndoel 33
De leerlingen leren meten en leren rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur.
decimaal positioneel getalsysteem
het efficiënt is om aantallen te bundelen in bundels van tien, honderd, duizend enzovoort (kerninzicht tientallige bundeling)
de waarde van een cijfer in een getal afhangt van de plaats waar het cijfer staat (kerninzicht plaatswaarde of positiewaarde)
getalfuncties
Hoeveelheidsgetallen: het gaat om de hoeveelheid of kardinale functie.
Telgetallen: het gaat om de volgorde of ordinale functie, de getallen waarmee je telt. Ook: bladzijde 5, huisnummer 37.
Meetgetallen: zijn resultaten van een meting: 7 meter, 3 kilogram, 2 jaar.
Naamgetallen: zijn getallen die als het ware een naam aangeven, zoals bij ‘bus 15’.
Rekengetallen: zijn (abstracte) getallen om mee te rekenen, zoals in: 5 + 3 = 8
Getalbeelden
zijn mentale voorstellingen, plaatjes, van getallen.
Tientallige bundeling
Bij het tellen van grotere hoeveelheden is het handig om te bundelen, om groepjes te maken.
Positiewaarde
Bij het schrijven van getallen moet je weten dat de plaats waarop een cijfer staat bepalend is voor de waarde die het heeft.
Leerlijn tientallig stelsel
Bij het vertrouwd raken met ons decimaal positioneel getalsysteem, start je met het principe van de bundeling. Als het gaat om getallen tot 100 (meestal groep 4) komt daarnaast aandacht voor plaatswaarde aan de orde.
Wat zijn de 4 domeinen bij de referentieniveaus voor rekenen-wiskunde
Getallen
Verhoudingen
Meten en meetkunde
Verbanden
Welke 3 onderdelen worden beschreven bij elk domein
notatie, taal en betekenis, waarbij het gaat om de uitspraak, schrijfwijze en betekenis van getallen, symbolen en relaties en om het gebruik van wiskundetaal.
met elkaar in verband brengen, waarbij het gaat om het verband tussen begrippen, notaties, getallen en dagelijks spraakgebruik.
gebruiken, waarbij het erom gaat rekenkundige vaardigheden in te zetten bij het oplossen van problemen.
Schematisch niveau,
schematiseren
Wordt gebruik gemaakt van een schematische voorstelling van de situatie of van een model dat goed past bij de situatie. (kinderen gebruiken vaak tekenen)
In het reken-wiskunde onderwijs wordt schematisering beschouwd als een representatie (symbolische weergave) van de wereld van het kind.
Schematiseringen zijn bijvoorbeeld: tabellen, modellen, (bouw) tekeningen en verhalen.
Formeel rekenen
een wiskundige vertaling van een situatie, die weer op meerdere situaties van toepassing kan zijn.
Concreet niveau
Hierbij wordt vaak gebruikgemaakt van voor kinderen concrete situaties of materialen.
De eerste vier bewerkingen, ook wel operaties genoemd, zijn:
optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en
delen
- Kerninzicht synchroon tellen
bij het tellen van een aantal voorwerpen het opzeggen van de telrij gelijk loopt met het aanwijzen
- kerninzicht resultatief tellen
het laatste getal bij tellen van een aantal objecten de hoeveelheid aanduidt
- kerninzicht representeren
je hoeveelheden kunt representeren met behulp van materialen, schema’s en
cijfersymbolen
- kerninzicht tientallige bundeling
het efficiënt is om aantallen te bundelen in bundels van tien, honderd, duizend, enzovoort
- kerninzicht plaatswaarde
de waarde van een cijfer in een getal afhangt van de plaats waar het cijfer staat
- kerninzicht optellen
er sprake is van optellen in situaties waarbij hoeveelheden worden samengevoegd of waar sprongen vooruit worden gemaakt
- kerninzicht aftrekken
er sprake is van aftrekken in situaties waar het gaat om verschil bepalen, eraf halen of aanvullen van aantallen
- kerninzicht inverse optellen aftrekken
de bewerkingen optellen en aftrekken elkaars inverse zijn
- kerninzicht vermenigvuldigen
er sprake is van vermenigvuldigen in situaties waarbij het gaat om herhaald optellen van dezelfde hoeveelheid, het maken van gelijke sprongen of van een rechthoekstructuur
- kerninzicht delen
er sprake is van delen in situaties die betrekking hebben op herhaald aftrekken van eenzelfde hoeveelheid of het één voor één verdelen van een hoeveelheid
- kerninzicht vermenigvuldigen delen
de bewerkingen vermenigvuldigen en delen elkaars inverse zijn
horizontaal mathematiseren
De formele optelsom is de wiskundige ‘vertaling’ van verschillende situaties.
Die activiteit van vertalen wordt wel horizontaal mathematiseren genoemd.