Week 9 Flashcards
Wat gebeurd er bij een dreigend zouttekort?
Juxtaglomerulaire cellen merken dit op, die stimuleren via adenine de secretie van renine. Meer renine -> meer angiotensie II en aldosteron -> meer zoutretentie
Stoornissen die te maken hebben met zoutretentie?
Hypertensie en oedeem
Wat gebeurd er bij een dreigend watertekort?
De osmoreceptoren in de hypofyse stimuleren ADH-afgifte door de hypofyse doordat de serumosmolariteit stijgt. ADH vertelt om via de AQP-2 water te reabsorberen
Stoornissen die veroorzaakt worden door extreme waterreabsorptie?
Hyponatriëmie en hypernatriëmie
Wat gebeurd er als het extracellulaire volume daalt?
De renale barpreceptoren zorgen ervoor dat het GFR daalt -> er wordt renine afgegeven door de juxtaglomulaire cellen -> angiotensie II en aldosteron stijgen -> meer Natriumreabsorptie en waterretentie
AVP?
Ook wel ADG zorgt voor waterretentie door VP-2 receptoren in de verzamelbuis. In hoge concentratie kan AVP zorgen voor vasoconstrictie door VP-1 receptoren, wat zorgt voor stijging van de bloeddruk. AVP leidt tot Waterreabsorptie, dorst en vasoconstrictie
TRPV-kanalen?
Zitten in de hypothalamus, zijn rekgevoelig kanalen die activeren bij zwelling als gevolg van hyperosmolariteit. Bij activatie -> meer ADH afgegeven en borstprikkel gestimuleerd
Waardoor wordt de plasma osmolariteit gemeten?
Door de osmosereceptoren in de hypothalamus
Waartussen moet de pH blijven?
Tussen 6,8 en 7,8
Wat gebeurd er bij zuurbelasting van een niet-vluchtig, metabool zuur?
Het zuur wordt opgevangen door bicarbonaat, omdat er H+ wordt geproduceerd. Dit gaat ten kosten van de totale buffercapaciteit, zo ontstaat er een te laag bicarbonaat in het bloed. Daarom er als snelle reactie het setpoint van CO2 naar beneden bijgesteld om het pH op 7,4 te houden. Bicarbonaat wordt afgegeven aan de bloedbaan en de H+ wordt uitgescheiden in de vorm van ammonium en titreerbaar zuur
Welke stoornis geeft respiratoir alkalose?
Hyperventilatie
Welke stoornis geeft respiratoir acidose?
Hypoventilatie, emfyseem en astm
Welke stoornis geeft metabool acidose?
Diabetes, diarree, renale tubulaire acidose
Welke stoornis geeft metabool alkalose?
Overgeven
Wat is de anion gap?
Als de gemeten kationen en de anionen worden opgesteld is er altijd een tekort aan anionen, de normaalwaarde hiervan is 12-15 mmol/L