Week 7 Flashcards
Wat zijn twee snelheidsbepalende factoren voor gasdiffusie?
Het diffusieoppervlak en de dikte van de barrière
Hoe is het verloop van kraakbeen in de longen en wat is de functie?
In de trachea hoefijzervormige kraakbeenringen, hoe verder naar het luchtgeleidingsysteem hoe minder kraakbeen aanwezig is. Functie -> zorgt ervoor dat de luchtpijp open blijft staan
Wat doen slijmbekercellen?
Produceren mucus, die de ingeademde lucht filtert en beschermt zo de kwetsbare alveoli. Het slijm wordt afgevoerd door trilhaarcellen
Wanneer is IVC groter dan of gelijk aan FVC?
Wanneer een deel van de long is dichtgeklapt, door en geforceerde expiratie waardoor een positieve druk in de pleuraholte ontstaat
Wat is het nadeel van het bepalen van longvolumes met helium verdunning?
Bij intrathoracale obstructies het gas niet overal terecht komt
Waarvan is CO afhankelijk en wat voor informatie geeft de eindwaarde?
Alleen diffusieafhankelijk, eindwaarde geeft met name informatie over de dikte van de longen
Wanneer is de doderuimtefractie groter?
Bij een snelle ademfrequentie en klein teugvolume
Wat wordt met behulp van de quasistatische compiantie gemeten?
De elastische eigenschappen
Waar speelt astma zich vooral af?
In de geleidende luchtwegen, het lumen van de trachea en bronchiën is verkleind doordat het slijmvlies en de spierlaag verdikt is.
Waarvoor kan astma zorgen?
Ontstaan van een luchtwegontsteking die kan zorgen voor bronchiale hyperreactiviteit, oedeem, brochoconstrictie, mucus en luchtweg remodellering
Waarmee is een luchtwegontsteking te meten?
Met FeNO
Welke variabiliteit is kenmerkend voor astma?
De variabiliteit van FEV1, deze is verlaagd
Wanneer is er sprake van reversibiliteit en wanneer van bronchiale hyperreactiviteit?
Reversibiliteit -> als de FEV1 met > 12% en >200 ml toeneemt na toediening van salbutamol
Bronchiale hyperactiviteit -> als de FEV1 met >20% afneemt na toediening van de oplopende dosis histamine of methacholine
Wat is bronchiale hyperreactiviteit en wat zijn de gevolgen?
Het is een overmatige reactie van de luchtwegen op aspecifieke prikkels, hierdoor scheiden eosinofielen substance P uit wat de prikkelbaarheid van de zenuwen in de luchtwegen verhoogd -> eerder contractie van het gladde spierweefsel (parasympathicus) waardoor de luchtwegen vernauwen
Wat is de vaakst voorkomende astma?
Th2 respons, een allergeen komt in de distale luchtwegen. Een dendritische cel in het longslijmvlies herkent het allergeen met zijn uitlopers en wordt een APC die het allergeen presenteert aan T-cellen. De T-lymfocyten produceren cytokines die eosinofiele ontsteking van het slijmvlies veroorzaken
Welke astma komt ook voor?
ILC2 cel actief, die wordt geactiveerd via het endotheel door alarmnies (soort cytokines) en reageert minder goed op behandeling steroïden
Wat houdt een astmacontrole in?
ACQ, exacerbaties voorgaande jaar en de verhouding FEV1/FVC
Type 2 astma?
Allergenen gemediteerd astma en late-onset eosinofiel astma
Niet type 2 astma?
Obesitas en roken gerelateerd astma
Aan welke verhouding is een obstructie van de perifere luchtwegen te zien, en wanneer is er sprake van een obstructie?
FEV/VC
FEV1/VC < 0,7 is er sprake van een obstructie
Wat is de FER?
FEV1/FVC
Bepalen sprake obstructie net het aantal standaarddeviaties?
Als de verhouding onder de Lower Limit of Normal valt heeft de patiënt een luchtwegobstructie, deze ligt op 1,64 SD afwijking van de referentiewaarde (z-score van -1,64 of lager). De ernst van de obstructie kan gekwantificeerd worden met de afwijking van de FEV1
Wanneer is er sprake van volledige reversibiliteit?
Als na toediening van de medicatie de FEV1 waarde weer binnen de LLN valt
Waarmee kan bronchiale hyperreactiviteit getest worden?
Met een directe provicatietest (histamineprovicatietest) of een indirecte provocatietest (inspanningsprovicatietest)
Wat lijkt een oorzakelijke factor van astma?
Virussem
Percentage eosinofiele en neutrofiele granulocyten astma?
2,5% of meer/ 54% of meer -> of beide