Week 8 Flashcards
kenmerken hypokinetisch-rigide syndroom
tenminste 2/4 kernsymptomen
sws 1 Bewegingsarmoede: hypo- of bradykinesie
icm 2. Trillen: rusttremor
3. Stijfheid: rigiditeit
4. Gestoorde houdingsreflexen: posturale instabiliteit
kenmerken ziekte van parkinson
- rusttremor: laagfrequent, vrij grofslagig (geldteltremor), assymetrisch!!
- hypobradykinesie: minder spontaan en trager bewegen. Mimiekarmoede, verminderd pendelen, hypofonie, micrografie
- loopstoornissen: voorover gebogen, kleine pasjes, start- en stopproblemen (propulsie, festinatie), blokkeren (freezing)
- gestoorde houdingsreflexen en moeilijk omdraaien
Niet-motore symptomen:
- verlies van reuk (anosmie)
- Autonome functiestoornissen
- cognitieve stoornissen
- slaapstoornissen
- psychiatrische symptomen
diagnostische modaliteiten bij parkisonisme
- anamnese
- neurologisch onderzoek
- aanvullend onderzoek: Laboratoriumonderzoek
Beeldvormend onderzoek: MRI scan, DaT scan
kijk naar respons op levodopa!!
Behandeling Parkinson
- niet medicamenteus
- medicamenteus
Anticholinergica
Dopamine-agonisten
Levodopa!!!!
3e lijns therapie gevorderde PD
- apomorfine (subcutaan)
- Duodopa (intraduodenaal)
- diepe hersenstimulatie
DD bij parkisonisme
- ziekte van Parkinson
- Parkinson dementie
- Dementie met Lewy Bodies
- Multi systeem atrofie (MSA)
- Bij andere dementie vormen
- Toxisch-metabool
- Medicamenteus
- progressieve supranucleaire paralyse
Lewy Body disease is…
Binnen 1 jaar Parkinsonisme en de cognitieve klachten (dementie)
SYmptomen dementie met lewy bodies
Kerncriteria:
- dementie syndroom
- fluctuerende cognitieve stoornissen
- recidiverende visuele hallucinaties
- spontaan parkinsonisme
Ondersteunend:
- REM-slaap gedragsstoornissen
- Positieve DaT scan
Neuroleptica overgevoeligheid
Geef geen haldol!!!
Multi systeem atrofie MSA kernmerken
- Vroeg ernstige autonome stoornissen
- Parkinsonisme of cerebellair syndroom
- Laat cognitieve stoornissen
- MRI hotcross bun sign
Progressieve Supranucleaire Paralyse (PSP) kenmerken
- klachten: vallen, wazig zien, cognitieve/gedragsveranderingen
- Onderzoek: verticale blikparese, axiale rigiditeit!!!!, houdingsinstabiliteit
- Patholologie: tau stapeling in neuronen en astrocyten
kenmerken basale ganglia
- vooral telencephale structuren
- diep t.o.v. cortex cerebri
- Bestaan uit vier hoofdonderdelen:
Striatum (n. caudatus + putamen, n. accumbens)
Pallidum (globus pallidus pars ext. + pars int.)
Nucleus Subthalamicus (diencephalon)
Substantia Nigra (mesencephalon)
Hoe loop de route van input vanuit de motorcortex in de basale kernen
komt binnen in striatum: putamen en caudatus bij de medium spiny neurons en loopt dan via de globus pallidus, de output mn de globus pallidus interna
medium spiny neurons kenmerken
heel dicht bezet met dendritic spines voor heel veel input
welke banen met betrekking tot de basale kernen zijn excitatoir en welke inhibitatoir?
van motorcortex naar de basale kernen toe mn excitatoir en en vanuit de basale kernen naar de hersenen en motorneuronen toe met name inhibitatoir.
- projectie cellen: medium spiny neuron
GABAerg (inhibitatoir)
subtypen - D1-receptor (substance P)
- D2-receptor (enkephaline)
- cholinerge interneuronen
welke delen van de basale kernen geven output
- pars interna: GABAerge projectieneuronen
- Pars reticulata: GABAerge projectieneuronen (terug naar de basale kernen output)
Hoe loopt de directe route van de basale kernen
Stimuleert beweging
motorcortex –> striatum –> GPi –> thalamus
Indirecte route basale kernen
Remt beweging
Motorcortex –> striatum (krijgt ook input van SNC) –> GPe –> subthalamus –> GPi –> thalamus
welke banen inhibitatoir en excitatoir bij de basale ganglia
blaaboe
Hoe werkt een hypokinetische aandoening van de basale ganglia
Degeneratie SNC en effect op inhibitatoir en excitatoire route. Remming op remming valt weg bij indirect geeft uiteindelijk tot verhoogde excitatie via indirect naar Gpi en verhogode remming vanuit direct en dat geeft een hypokinetische aandoening. Verhoogde remming!!
welke hersengebieden worden gestimuleerd ter behandeling parkinson en DBS
- globus pallidus interna
- n. subthalamicus