Week 13 Flashcards
organisatie van het pijnsysteem van perifere nociceptor tot cortex
pijnprikkel–>vrije zenuwuiteindes generen actiepotentieel in initial segment–> dorsale root ganglion en het weefsel om de prikkel heen NT afgifte–> Lissauer’s tract —> lamina ruggenmerg NT afgifte –> axon door anterolaterale baan contralateraal omhoog
Je hebt een bipolair neuron, cellichaam in dorsal root ganglion, 1 uitloper naar huid en 1 naar ruggenmerg. Bij activatie prikkel naar basus vrije zenuwuiteinde en bij initial segment actiepotentiaal generatie en dat gaat naar soma en dan naar riggenmerg en dat geeft NT en vanuit het actiepotentiaal punt gaat ie ook weer terug naar uiteinde en zorgt daar ook voor vrijgave NT. Dus aan beide kanten afgifte NT, zorgt voor lokale en centrale activatie.
pathofysiologische verschillen tussen nociceptieve en neuropathische pijn
klinische verschillen nociceptieve en neuropathische pijn
medicatie bij nociceptieve pijn
medicatie bij neuropathische pijn
psychische factoren die pijn verklaren
hoe kan je de psychologische component van pijn aanpakken
uit welke receptoren krijgen het pijn en gevoelssysteem input
mechanoreceptoren, thermoreceptoren en chemoreceptoren
welke receptor typen in de huid voor aanraking, druk en vibratie
meissner lichaam
pacini lichaam
raffini lichaam
Merkel schijf
welk receptor type huid voor pijn temperatuur en jeuk
vrije zenuwuiteindes
welke twee vrije zenuwuiteinden heb je
- Adeltavezels (gemyelineerd) 5-30 m/s
- type 1: mechanisch/chemisch
- type 2: hitte - C-vezels (ongemyelineerd) <2 m/s
welke receptoren gebruiken de vrije zenuwuiteinden om signalen te ontvangen?
TRP-kanalen: transient receptor potential
naar welke lamina gaan Adelta vezels
1 en 4
naar welke lamina gaan c-vezels
2
wat doet het wide dynamic range neuron
ontvangt info over alle lamina en integreert dit. kan referred pijn geven
wat is hyperalgesie
Verhoogde pijnreceptie op een pijnlijke prikkel, bij het maken van een tweede prikkel naast de eerste bijvoorbeeld
wat is allodynie
pijnlijke perceptie van een normaliter niet-pijnlijke prikkel. na stoten teen bv niet kunnen lopen
6 kenmerken sensitisatie in de dorsale hoorn
- vorm van plasticiteit
- inductie door langdurige prikkeling door C-vezels
- betrokken: NMDA-r, neuropeptiden, groeifactoren: veel release van glutamaat door nociceptieve vezels en nmda receptoren gedeblokkeerd
- blijft langer bestaan dan de prikkeling waardoor het werd geïnduceerd
- leidt niet tot permanente veranderingen
- ten grondslag aan hyperalgesie en allodynie
wanneer krijg je neuropathische pijn
axotomie zonder herstel mogelijk. geeft spontane activiteit van beschadigde vezels. verhoogde kans bij neuroma, want dat geeft verhoogde gevoeligheid en expressie natriumkanalen
wat is gnostische sensibiliteit en hoe verloopt het
fijne tast/aanraking en proprioceptie
ruggenmerg, cuneate nucleus van de medulla, steekt over en dan middenhersenen en dan thalamus en dan somatosensibele schors
wat is vitale sensibiliteit en hoe verloopt het
nociceptie, temperatuur, jeuk en grove tast
dorsal root ganglion, dorsal colom, contralateraal, slaat medulla over, thalamus, somatosensibele schors
welke twee componenten heeft de vitale sensibiliteit en hoe verlopen die
- discriminatieve component: De sensorische input van pijn en wat moet ik ermee, gaat uiteindelijk naar de ventral posterior lateral nucleus of the thalamus en dan naar de primaire somatische sensory cortex. Is puur het lokaliseren van het gevoel
- affectieve component: gevoelige deel ervan. Gaat naar insula en gyrus cinguli via intralaminiaire nucleus van de thalamus. daarbij betrokken zijn de amygdala, hypothalamus, periaquaductal grey, superior colliculus, reticular formations
wat gebeurt er bij activatie van de insula
gevoel van onbehagen, pijn, walging
activaties van insula (mn achterste deel)
intrinsiek:
- koeling
- thermische pijn
- c-vezels
- sporten
- allodynie
Activaties van insula (mn voorste deel)
veelal interactief:
- boosheid
- koude
- walging in gezichtsuitdrukking
- betrouwbaarheid in gezichtsuitdrukking
- seksuele opwinding
waar werkt een pijnstiller?
tussen pijnprikkel en het bereiken van de hersenen
hoe werk je in op de emotionele component van pijn
expectation-center bewerken en dat beperkt de pijn emotie, kan met placebo
wat zijn de downstream
amygdala en hypothalamus –> midbrain periaquaductal gray –> parabrachial nucleus, medullary reticular formation, locus coeruleus, raphe nucleus –> dorsal horn of spinal cord
hoe werkt pijninhibitie
- perifeer: pijnprikkel geeft activatie naar boven en activatie Abeta vezels en die maken contact met de inhibitoire neuronen en die remmen die anterolaterale baan af en te reduceren. Dit doe je door te wrijven. Dit is de poorthypothese door Melzack en wall
- centraal: inhibitoire systemen geven remmende signalen naar riggenmerg of ook naar de inhibitoire neuronen of C-vezels inhiberen, maar dit gaat meer vanuit centraal
rol PAG
periaquaductal grey
vooral ventrolateraal. geeft inhiberende siganalen door aan de raphe kernen en de locus coeruleus
functie van jeuk (pruritis)
- parasieten verwijderen
- weefsel beschadiging opwekken om een genezingsproces te bevorderen/initieren
overeenkomsten pijn en jeuk
- anatomische routes tot perceptie zijn vergelijkbaar
- patienten zonder pijn ook geen jeuk
- neuronen in dorsale hoorn zowel pijn als jeuk
- overeenkomstige geactiveerde gebieden
verschillen pijn en jeuk
- functie anders
- opioiden remmen pijn, versterken jeuk
- pijnlijke prikkels verminderen jeukgevoel
- jeuk treedt alleen op in de huid (epitheel)
welke twee soorten jeuk
- mechanical
- chemical
welke structuur gaat omlaag in activiteit tijdens het placebo effect
rostral anterior cingular cortex
welke receptoren gebruiken opioiden
- MOPr, DOPr, KOPr, ORL1
- G-eiwit gekoppeld: cAMP omlaag, opening K-kanalen, hyperpolarisatie, remming neuronale excitabiliteit
SLuiting Ca-kanalen, remming NT release
hoe behandel je migraine medicamenteus
- paracetamol en evt anti-emeticum
- NSAID, naproxen of diclofenax + anti-emeticum
acuut:
triptanen (serotonine agonisten)
geven vasoconstrictie en remmen afigte neuropeptide cGRP!!
profylactica migraine
- Bèta-blokkers
- pizotifeen
- natriumvalproaat
wat gebeurt er bij slechte pijn
sensitisatie van de nociceptoren en de ruggenmergneuronen de ceribrale pijnmatrix (pijngebieden in de hersenen, somatosensibele cortex, insula, cerebellum enz)
chronische pijn bv reuma, neuropathie, kanker
welk systeem voor welk soort pijn
goede pijn: lateraal pijnsysteem, somatosensibele schors
slechte pijn, mediaal met insula enzo
stappenplan nociceptieve pijn
- paracetamol
- naproxen, diclofenac, ibuprofen
- celecoxib, etoricoxib (GI-klachten, bloedverdunners)
- milde opioïd (sla over bij kanker)
- sterke opioïd: oxycodon, morfine, fentanyl
- morfine, fentanyl, hydromorfone iv, sc
- spinale, epidurale catheter
- invasief: splanchnicus blokkade, lower-end block, anterolaterale tractomie
adjuvante co-analgetica (tegen neuropathische pijn)
- pregabaline, amitriptyline, dexamethason
klachten standaard polyneuropathie
- gevoelsstoornissen
- later ook krachtverlies
- klachten distaal beginnend
- soms ook autonome klachten
- symmetrisch
- lage of afwezige peesreflexen
klachten bij acute en vrij snel progressieve polyneuropathien
bijnna altijd klrachtsverlies
proximaal ook duidelijk aangedaan
kenmerk mononeuropathie
focale uitval
impact polyneuropathie
2x vaker vallen
3x vaker letsel van vallen
onstabiel loopproblemen
6x vaker last bij ADL
welke zenuw bekneld bij CPT
n medianus
n. peroneus neuropathie
benen over elkaar geeft gevoelsstoornis, zijkant bovenbeen en voorkant onderbeen, platvoet
welke zenuw bekneld bij ulnaropathie
n. ulnaris
radialis neuropathie
dropping hand
oorzaken neurpathie
- diabetes
- onbekend (CIAP) 46%, wel soms metabool syndroom
- overig
….. zie dia
neuropathie bij diabetes
50%
langzaam progressief
symmetrisch distaal
gevoelsstoornis
autonome klachten
soms pijnlijk
ook mononeuropathien of plexische
Guillain-Barré syndroom klachten
snel progressieve polyneuropathie, lang aan beademing.
- zwakte
-gevoelsstoornis
- pijn
- areflexie
-autonome stoornissen
- 25% beademing
Daarna 80% ernstig moe
guillain-barré syndroom
- gb
- liquor eiwit verhoogd en geen celreactie
- EMG: geleidingsverrtaging
………
Chronische inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie (CIDP)
- krachtverlies en gevoelsstoornis
- distale en proximale spierzwakte
- lage of afwezige reflexen
- progressief >8 w
- liquor: verhoogd eiwit
…….
erfelijke neuropathieen (HMSM)
dunne kuiten en holvoeten en hamertenen
- begint in jeugd
- erfelijk
- distale zwake en gevoelsstoornissen, areflexie
twee types
1. demyeliniserend (EMG) duplicatie chromosoom 17p
2. axonaal (EMG)
bloeddruk en hartritme tijdens ect
tijdens schok bloeddruk en hartritme lager en daarna tijdelijk hoger
contra-indicaties ect
recent Myocard-infarct en CVA
waar elektrodes ECT
- rechts unilateraal: minder cognitieve bijwerkingen
- bilateraal: sneller effectief
handelingen om ect heen
spierverslapping, narcose, gebitsbescherming
acute bijwerkingen ECT
- misselijkheid
- hoofdpijn
- spierpijn
- kortdurende werking
niet-acute bijwerkingen ECT
- anterograde amnesie: geen nieuwe herinneringen
- Retrograde amnesie