Week 14 Flashcards
welke vrouwen het meeste at risk voor zwangerschapsspecifieke psychiatrie
- bipolaire stoornissen
- psychotische patiënten
hoeveel procent niet psychotische stoornissen peripartum
10-15%
hoeveel kraamtranen
50-85%
hoeveel psychotische stoornis pp
1-2 %
relatie tussen hormonale verandering en pp psychiatrie
is er niet!
wat zijn rf bij postpartum psychose
positieve familie anamnese, primigravida, VG (BD/PPP)
rf bipolaire stoornis
recent recidief, positieve familie anamnesen, primigravida, weinig onderhoudsbehandeling
rf depressie pp
vg (angst/depressie), recent recidief, stressvolle gebeurtenis
homonale relatie pp psychiatrie
schildklier
hoeveel procent peripartum depressie
10%
hoeveel procent postpartum psychose
0,1-0,2%
symptomen postpartum psychose
- verminderde slaapbehoefte
- wisselend bewustzijn
- verhoogde energie
- prikkelbaarheid
- sterk wisselende stemming (eufoor, somber), hallucinaties, wanen, suïcidale/infanticide gedachten
- eerste dagen klachten vrij, wisselend daarna, ernstig beeld
kenmerken pp psychose
- binnen 4 weken na de bevalling (<10 d)
- immunologische ontregeling (schildklier)
- vrijwel altijd na eerste bevalling
- sterk verwant aan bipolaire stemmingsstoornis
- sterke familiaire belasting
- zeer grote kans op herhaling
wat niet tijdens de zwangerschap
valproïnezuur en lithium wel veilig maar soms wat dingetjes
3 hoofdgroepen ziekte v huntington
1 motore problemen
2. gedrags en psychiatrische problemen
3. cognitieve problemen
- ongewild gewichtsverlies
- autonome verschijnselen (aanvallen van transpireren)
- Slaapstoornissen en verstoring van dag/nacht ritme
motore problemen huntington
- chorea
- hypokinesie, bradykinesie, akinesie
- rigiditeit
- dystonie
- tics
- cerebellaire ataxie
gedrags- en psychiatrische kenmerken huntington
depressie
angst
obsessief compulsieve stoornissen
agitatie en agressue
cognitieve problemen huntington
- executieve functie: doelgerichtheid, plannen, flexibiliteit, inschatten
- snelheid denken en handelen neemt af
- geheugenstoornissen
- taal blijft lang gespaard
diagnose huntington stellen
op basis van anamnesen neurologisch onderzoek en familieanamnese
bevestiging met dna diagnostiek
altijd in overleg met klinisch geneticus
geen beeldvorming of verder aanvullend bloedonderzoek noodzakelijk
gen huntington
verlengde trinuleotide (CAG) reoeat in chromososm 4, anticipatie mannelijke lijn
geeft vervorming huntingtine waardoor astrocyten kapot gaan