Week 7 Cultuur en organisatie Flashcards

1
Q

Power distance

A

De mate waarin verschillende machts- en statusverschillen tussen mensen aanmoedigen of in stand houden.

Hoog: zeer hiërarchisch en ontwikkeling regels, mechanismen en rituelen om status en machtsverhoudingen te versterken. (China, Rusland etc)

Laag: meer egalitair en minimaliseren regels en gewoontes. (USA, Canada, UK etc)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uncertainty avoidance

A

Mate waarin verschillende culturen manieren ontwikkelen om met de angst en stress van onzekerheden om te gaan

Hoog: voorkeur aan gestructureerde omgevingen, duidelijke regels en voorspelbare resultaten. Lage tolerantie voor ambiguïteit en risicomijdend gedrag komt voor.

Laag: meer ontspannen tegenover verandering en onvoorspelbaarheid. Meer op gemak met ambiguïteit, innovatie en nemen van risico’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Masculinity versus Femininity

A

Mate waarin culturen verschillen tussen de seksen in werkgerelateerde waarden bevorderen of in stand houden.

Masculinity: nadruk op competitie, prestatie, succes en materiële beloningen. Onderscheid tussen genderrollen. Mannen assertief, vrouwen zorgzaam.

Femininity: nadruk op samenwerking, zorg voor anderen en levenskwaliteit. Genderrollen zijn vloeiender. Verwacht dat beide gender zorgtaken delen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Indulgence vs. Restraint (2010)

A

Mate waarin samenlevingen relatief vrije bevrediging toestaan van menselijke basisdriften die te maken hebben met genieten van het leven.

Indulgent: mensen kunnen vrij hun verlangens uiten, van het leven genieten en vrijetijdsactiviteiten ontplooien. Grote nadruk op individueel welzijn en geluk, minder gedragsbeperkingen

Restraint: onderdrukken de bevrediging van verlangens en reguleren gedrag dmv strikte sociale normen. Minder gemak om vrij van het leven te genieten en houden aan maatschappelijke verwachtingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Long- versus short-term orientation (2010)

A

Mate waarin een cultuur waarde hecht aan lange-termijn, toekomstgerichte planning vs korte-termijn, onmiddellijke resultaten.

lange: prioriteit aan doorzettingsvermogen, spaarzaamheid en aanpassing aan veranderende omstandigheden. Meer waarde aan toekomstige beloningen

korte: richten zich meer op tradities. onmiddellijke resultaten en het onderhouden van sociale verplichtingen. Neiging om meer nadruk te leggen op het heden en verleden dan toekomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Individualism/ collectivism

A

Mate waarin individuen geïntegreerd zijn in groepen

Ind: wordt verwacht dat individuen alleen voor zichzelf en hun naaste familie zorgen. Nadruk op persoonlijke doelen, onafhankelijkheid en zelfredzaamheid.

Col: individuen zijn geïntegreerd in sterke, samenhangende groepen die hen beschermen in ruil voor loyaliteit. Nadruk op groepsharmonie, samenwerking en collectief welzijn. Neiging om groepsdoelen en conformiteit prioriteit te geven boven persoonlijke prestaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Representeren de IBM werknemers de nationale culturen? Repliceren de waarden met andere groepen? (Minkov 2017)

A

Het model repliceert niet goed voor dimensies zoals onzekerheidsvermijding, masculiniteit-femininiteit en de dimensies die later zijn toegevoegd (Merritt, Minkov, Beugelsdijk)

Dit komt omdat IBM-werknemers niet representatief zijn voor algemene bevolking in andere landen. Bovendien is het model 50 jaar geleden ontwikkeld en zijn culturen sindsdien veranderd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Meten de vragenlijsten de waarden goed? (Minkov 2017)

A

Er bestaat bezorgdheid over de vraag of Hofstede’s vragenlijst de culturele waarden die zij beoogt te beoordelen wel goed meet. Voor het meten van individualisme is de Individualism Index gebruikt. Deze index komt niet overeen met de definitie die het model gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Is de culturele variatie betekenisvol? (Minkov 2017)

A

Je wilt zien dat individuen die in een land veel op elkaar lijken en individuen uit verschillende landen minder op elkaar lijken. De relatie is echter heel zwak, individuen verschillen meer in landen dan tussen landen (Gerhart & Fang 2005)
NIET betekenisvol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ecological fallacy: ben voorzichtig met de interpretatie (Minkov 2017)

A

Het afleiden van individueel gedrag op basis van gegevens op landniveau is problematisch.
De verschillen binnen landen kunnen juist groter zijn dan de verschillen tussen landen!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat werkt dan wel? (Minkov 2017)

A

De dimensie ind/vol is betrouwbaar gemeten met andere instrumenten, maar zelfs hier blijven de verschillen tussen landen relatief klein (zoals blijkt uit meta-analyse zoals Oyserman)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Organizational culture

A

het dynamische informatiesysteem van houdingen, waarden, overtuigingen, normen en gedragingen binnen de organisatie die overgedragen worden aan generaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Organizational climate

A

Verwijst naar hoe medewerkers het beleid, de praktijken en procedures binnen de organisatie ervaren en delen met elkaar. Daarnaast kan een onderscheid worden gemaakt in betrokkenheid van werknemers bij een organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Person-culture match

A

Match tussen persoon en cultuur van organisatie.
Goede match wanneer werknemers waarden hebben die overeenkomen met die van leidinggevende, hierdoor tevreden en toegewijd.
Wanneer meer identificeren met organisatie, minder personeelsverloop.

Fit is minder belangrijk wanneer werknemers weinig keuze hebben in banen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Organizational commitment

A

Normative: mate waarin relatie van individu met organisatie wordt gedreven door gevoel van obligatie en taken

Affective: persoonlijke gevoelens en emotionele gehechtheid die iemand heeft ten opzichte van zijn relatie met organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Psychological contract

A

Wederzijdse verwachtingen tussen de organisatie en werknemers over verplichtingen.

Hierdoor krijgt werk in verschillende culturen een andere betekenis: sommige culturen is het een middel om doel te bereiken, andere culturen ziet het als verplichting

17
Q

Bamboe plafond effect

A

Betekent dat mensen met Aziatische afkomst minder vaak in machtsposities zitten in landen zoals de USA.

18
Q

Social loafing

A

Het afnemen van productiviteit naarmate de groep groter wordt

19
Q

Social striving

A

Het toenemen van de productiviteit zodra de groep groter wordt.

Gevonden in Japan

20
Q

Paternalistic/ autocratisch

A

Stijl van besluitvorming en interactie in HOGE power distance. Hierbij is er strenge supervisie dat positief wordt gezien door onderdanige.

21
Q

Participation

A

Strenge supervisie wordt ook als negatief ervaren door werknemers
LAGE power distance

22
Q

Paternalistic leaderschip

A

Non-Westerse culturen
Hiërarchische relatie waarbij de superieure persoon leiding en verzorging geeft en de onderdanige hierop reageert met loyaliteit
(Sinha 1979)

23
Q

Oligarchy

A

Met slechts een beperkt aantal mensen beslissingen nemen in grote bedrijven
Typisch voor Westerse contexten. Vorm van individualisme met hoge powerdistance

24
Q

Ringi

A

Japan
Voorstel wordt verspreid onder alle mensen de erdoor beïnvloed worden, ongeacht hun status of positie. Zodra er consensus is bereikt, bereikt het voorstel de leiders van de organisatie, die het formeel goedkeuren.

25
Q

Nemawashi

A

Het proces van dit consensus bereiken
Collectivistisch, lage powerdistance

26
Q

Culture shock

A

Omvat de angst, verwarring, twijfel of nervositeit die ontstaat tijdens het proces van aanpassing aan een nieuwe cultuur

27
Q

Culture shock - 4 fases

A
  1. Honeymoon: heel positief
  2. Negotiation: meer bewust van verschillen, kan frustratie of angst uitlokken -> culture shock
  3. Adjustment: Ze passen zich aan, aan culturele routine van anderen
  4. Mastery: angst weg, omdat ze weten hoe ze om moeten gaan met cultuur
28
Q

Reverse culture shock

A

De culture shock die bij terugkomst in eigen cultuur wordt ervaren

29
Q

Benefits of Diversity at group-level

A

Door grotere diversiteit maken ze betere kwaliteit beslissingen, zijn ze meer creatief, is er economische groei en zijn de intergroep- en interculturele relaties positiever

30
Q

Optimistic view of diversity

A

Information-processing approach:
- Diverse groepen hebben meer relevante informatie tot hun beschikking door meerdere beschikbare bronnen dan homogene groepen
- Het is nodig in deze groepen om conflicterende perspectieven uit te spreken en door te werken, minder risico op group think
- Als de groepen hun verschillende bronnen combineren, kan er superieure prestatie ontstaan

31
Q

Group think

A

Gepolariseerde beslissingen maken, geneigd naar het perspectief van de groep

32
Q

Pessimistic view of diversity

A

Social categorization perspective
- Diversiteit creëert sociale verdeling waardoor samenwerking kan schaden
- Similarity-attraction theory: mensen zijn aangetrokken tot mensen waarop ze lijken.
- Social identity theory: mensen categoriseren zichzelf en andere in groepen, waarmee ze zich identificeren en proberen te promoten -> kan intergroep relaties belemmeren
- Meer ruimte voor interculturele misverstanden

33
Q

Diversiteit heeft twee kanten (De Dreu & Weingart, Jehn, Mullen & Copper)

A

Het leidt tot meer creativiteit, toegenomen prestatie en hoge kwaliteit beslissingen, MAAR ook meer conflict, minder effectieve communicatie en problematische intergroep relaties

34
Q

Reaping benefits & reducing costs

A

Het bij elkaar voegen van mensen van verschillende culturen kan problematisch zijn, maar dit kan opgelost worden door de mogelijkheden voor cross-cultureel contact en ervaring te verhogen

In diverse culturen kan op basis van vooroordelen mensen worden geselecteerd en gepromoveerd. Om dit te voorkomen moet er een vermindering van bias worden gecreëerd met een toename in mogelijkheden om transparant en aansprakelijk te zijn

Toegenomen weerstand, wantrouwen en conflict kan worden opgelost door middel van het promoten van inclusief multiculturalisme, waarbij dus de perspectieven van iedereen worden opgenomen