Week 7 Cultuur en organisatie Flashcards
Power distance
De mate waarin verschillende machts- en statusverschillen tussen mensen aanmoedigen of in stand houden.
Hoog: zeer hiërarchisch en ontwikkeling regels, mechanismen en rituelen om status en machtsverhoudingen te versterken. (China, Rusland etc)
Laag: meer egalitair en minimaliseren regels en gewoontes. (USA, Canada, UK etc)
Uncertainty avoidance
Mate waarin verschillende culturen manieren ontwikkelen om met de angst en stress van onzekerheden om te gaan
Hoog: voorkeur aan gestructureerde omgevingen, duidelijke regels en voorspelbare resultaten. Lage tolerantie voor ambiguïteit en risicomijdend gedrag komt voor.
Laag: meer ontspannen tegenover verandering en onvoorspelbaarheid. Meer op gemak met ambiguïteit, innovatie en nemen van risico’s.
Masculinity versus Femininity
Mate waarin culturen verschillen tussen de seksen in werkgerelateerde waarden bevorderen of in stand houden.
Masculinity: nadruk op competitie, prestatie, succes en materiële beloningen. Onderscheid tussen genderrollen. Mannen assertief, vrouwen zorgzaam.
Femininity: nadruk op samenwerking, zorg voor anderen en levenskwaliteit. Genderrollen zijn vloeiender. Verwacht dat beide gender zorgtaken delen
Indulgence vs. Restraint (2010)
Mate waarin samenlevingen relatief vrije bevrediging toestaan van menselijke basisdriften die te maken hebben met genieten van het leven.
Indulgent: mensen kunnen vrij hun verlangens uiten, van het leven genieten en vrijetijdsactiviteiten ontplooien. Grote nadruk op individueel welzijn en geluk, minder gedragsbeperkingen
Restraint: onderdrukken de bevrediging van verlangens en reguleren gedrag dmv strikte sociale normen. Minder gemak om vrij van het leven te genieten en houden aan maatschappelijke verwachtingen
Long- versus short-term orientation (2010)
Mate waarin een cultuur waarde hecht aan lange-termijn, toekomstgerichte planning vs korte-termijn, onmiddellijke resultaten.
lange: prioriteit aan doorzettingsvermogen, spaarzaamheid en aanpassing aan veranderende omstandigheden. Meer waarde aan toekomstige beloningen
korte: richten zich meer op tradities. onmiddellijke resultaten en het onderhouden van sociale verplichtingen. Neiging om meer nadruk te leggen op het heden en verleden dan toekomst
Individualism/ collectivism
Mate waarin individuen geïntegreerd zijn in groepen
Ind: wordt verwacht dat individuen alleen voor zichzelf en hun naaste familie zorgen. Nadruk op persoonlijke doelen, onafhankelijkheid en zelfredzaamheid.
Col: individuen zijn geïntegreerd in sterke, samenhangende groepen die hen beschermen in ruil voor loyaliteit. Nadruk op groepsharmonie, samenwerking en collectief welzijn. Neiging om groepsdoelen en conformiteit prioriteit te geven boven persoonlijke prestaties
Representeren de IBM werknemers de nationale culturen? Repliceren de waarden met andere groepen? (Minkov 2017)
Het model repliceert niet goed voor dimensies zoals onzekerheidsvermijding, masculiniteit-femininiteit en de dimensies die later zijn toegevoegd (Merritt, Minkov, Beugelsdijk)
Dit komt omdat IBM-werknemers niet representatief zijn voor algemene bevolking in andere landen. Bovendien is het model 50 jaar geleden ontwikkeld en zijn culturen sindsdien veranderd.
Meten de vragenlijsten de waarden goed? (Minkov 2017)
Er bestaat bezorgdheid over de vraag of Hofstede’s vragenlijst de culturele waarden die zij beoogt te beoordelen wel goed meet. Voor het meten van individualisme is de Individualism Index gebruikt. Deze index komt niet overeen met de definitie die het model gebruikt
Is de culturele variatie betekenisvol? (Minkov 2017)
Je wilt zien dat individuen die in een land veel op elkaar lijken en individuen uit verschillende landen minder op elkaar lijken. De relatie is echter heel zwak, individuen verschillen meer in landen dan tussen landen (Gerhart & Fang 2005)
NIET betekenisvol
Ecological fallacy: ben voorzichtig met de interpretatie (Minkov 2017)
Het afleiden van individueel gedrag op basis van gegevens op landniveau is problematisch.
De verschillen binnen landen kunnen juist groter zijn dan de verschillen tussen landen!
Wat werkt dan wel? (Minkov 2017)
De dimensie ind/vol is betrouwbaar gemeten met andere instrumenten, maar zelfs hier blijven de verschillen tussen landen relatief klein (zoals blijkt uit meta-analyse zoals Oyserman)
Organizational culture
het dynamische informatiesysteem van houdingen, waarden, overtuigingen, normen en gedragingen binnen de organisatie die overgedragen worden aan generaties.
Organizational climate
Verwijst naar hoe medewerkers het beleid, de praktijken en procedures binnen de organisatie ervaren en delen met elkaar. Daarnaast kan een onderscheid worden gemaakt in betrokkenheid van werknemers bij een organisatie
Person-culture match
Match tussen persoon en cultuur van organisatie.
Goede match wanneer werknemers waarden hebben die overeenkomen met die van leidinggevende, hierdoor tevreden en toegewijd.
Wanneer meer identificeren met organisatie, minder personeelsverloop.
Fit is minder belangrijk wanneer werknemers weinig keuze hebben in banen
Organizational commitment
Normative: mate waarin relatie van individu met organisatie wordt gedreven door gevoel van obligatie en taken
Affective: persoonlijke gevoelens en emotionele gehechtheid die iemand heeft ten opzichte van zijn relatie met organisatie