week 7 Flashcards
welke 2 functies kunnen antibiotica hebben
bacteriostatisch
bacteriocide
terapeutische breedte
marge tussen therapeutisch nodige dosis voor het gewenste effect
en
toxische dose die schadelijke effecten heeft
wat zijn de 2 namen voor de laagste dosis waarbij een antibioticum nog wel gunstige effecten heeft
minimale inhibitoire concentratie (MIC)
en
minimale remmende concentratie (MRC)
eigenschappen ideale antimicrobiele therapie
- actief tegen ziekteverwekker
- middel moet adequate lichaamsconcentraties kunnen bereiken
- gunstige halfwaardetijd
- kan via gewenste route toegediend worden
- veroorzaakt geen allergische reacties
- is niet toxisch
- grote therapeutische breedte
- geen interacties met andere geneesmiddelen
- is niet duur
- doet niet aan selectie voor resistente micro-organismen
smalspectrumantibiotica
effectief op 1 bepaalde groep bacterien
zoals anearobe of GRAM-negatieve bacterien
waar is het spectrum van een antibioticum afhankelijk van
werkingsmechanisme
(7) werkingsmechanismen van antibiotica
- beta-lactams
- glycopeptiden
- chinolonen
- aminoglycosiden
- macroliden
- tetracyclinen
- overige antibiotica
welke 2 groepen antibiotica grijpen in op de celwandsynthese
beta lactam
glycopeptiden
in welke 4 medicijngroepen zijn beta lactams verder onder te verdelen
- penicillines
- cefalosporines
- carbapenemen
- monobactams
2 voorbeelden van panicillines
benzylpenicilline
amoxicilline
wat is de gemeenschappelijke factor van de moleculaire structuren van beta-lactam antibiotica
beta-lactamring
waaraan sterft een bacterie bij gebruik van een beta-lactam
remmen crosslinking van peptidoglycanen in de celwand van de bacterie
bacterie sterft door lysis
wat is een belangrijk kenmerk dat een bacterie moet hebben als deze gevoelig wil zijn voor beta-lactams
hij moet aan het delen zijn
op welk enzym grijpen beta-lactam antibiotica in
transpeptidase
beta-lactamase
bacterieel enzym dat de beta-lactamring van antibiotica kan verbreken
hoe kan een bacterie met beta-lactamase toch met een beta-lactam antibioticum worden behandeld
gebruik van combinatiepreparaten
wat doet clavulaanzuur
uitschakelen van beta-lactamase
wat is een veelvoorkomend combinatiepreparaat voor behandeling van bacterien met beta-lactamase
augmentin:
amoxicilline met clavulaanzuur
welke van de 4 generaties cefalosporines wordt in NL niet gebruikt
de 4e
waarvoor wordt cefazoline vooral gebruikt
pre-operatieve profylaxe
waar wordt cefuroxim gebruikt
veel in de praktijk
gebruik cefotaxim
IC situaties
gebruik ceftazidim
pseudomonas infecties
welke groep antibiotica heeft het breedste spectrum
carbapenemen
tegen welke groepen bacterien werken carbapenemen
GRAM positief
GRAM negatief
anaeroob
aeroob
tegen welke groepen bacterien werken carbapenemen NIET
MRSA
legionellasoorten
chlamydophila soorten
welke carbapenem wordt in het EMC het meest gebruikt
meropenem
hoe ontwikkelen bacterien resistentie tegen beta-lactams (3)
- beta-lactamase
- verhindering opname
- mutaties in aangrijpingspunten AB
hoe kan een bacterie de opname van een AB verhinderen (2)
- afname membraanpermeabiliteit door veranderingen in eiwitten van de buitenste cellaag
- actieve efflux door membraantransporters
welke mutaties kunnen zorgen voor beta-lactam resistenties in bacterien
mutatie in penicilline bindend proteine (PBP), ook wel transpeptidase genoemd, zorgt ervoor dat een beta-lactam geen aangrijpingspunt meer heeft
waarom zijn glycopeptiden alleen werkzaam bij GRAM-positieve bacterien
het zijn grote moleculen die niet door het buitenmembraan van GRAM-negatieve bacterien kunnen passeren
waarom kan toediening van glycopeptiden lastig zijn
door slechte resorptie kunnen ze niet per os worden gegeven en moet het dus per IV
welk bacteriele enzym wordt geinhibeert door glycopeptiden
transglycosylase
welk antibioticum is de eerste keuze bij een ernstige MRSA infectie
vancomycine
groepen antibiotica met een remmend effect op de eiwitsynthese in de bacterie
aminoglycosiden
tetracyclines
macroliden
waar grijpen aminoglycosiden en tetracyclines aan
30S-subunit
waar grijpen macroliden aan
50S-subunit
mechanisme aminoglycosiden
kunnen bacteriewand passeren en mRNA zo beinvloedden dat de polypeptiden van de 30S subunit uit verkeerde aminozuren worden opgebouwd
amonoglycosiden hebben een … werking op … en … bacterien
bacteriocide
delende
niet-delende
hoe moeten aminoglycosiden worden toegedient
lokaal of IV
bijwerkingen aminoglycosiden (2)
ototoxiciteit
nefrotoxiciteit
werkingsspectrum tetracyclines
breed:
GRAM-positief
GRAM-negatief
tetracyclines werken bacterio…
bacteriostatisch
macroliden werken bacterio…
bacteriostatisch
welke antibiotica werkt op de nucleinezuursynthese
chinolonen
rifampicine
werkingsmechanisme chinolonen
remming DNA replicatie
werkingsmechanisme rifampicine
inhibeert het DNA afhankelijke RNA polymerase
wat is het aangrijpingspunt van chinolonen
DNA-gyrase
wat doet DNA-gyrase
winding van lange DNA ketens om een kern
essentieel voor bacterien om het DNA in de kern te laten passen
waar moet op worden gelet bij het toedienen van chinolonen
ze kunnen irreversibele interacties aangaan met aluminium, magnesium, calcium, zink en ijzer
2 voorbeelden van chinolonen
norflaxacin
ciprofloxaxine
vooral GRAM negatief
welke type bacterien kan goed worden bestreden met chinolonen
intracellulaire micro-organismes
welke antibiotica hebben effect op het foliumzuurmetabolisme van de bacterie (2)
sulfonamiden
trimethoprim
werkingsmechanisme sulfonamiden
verhindering bacteriele synthese van dihydrofoliumzuur door blokkering van inbouw van para-aminobenzoezuur
werkingsmechanisme trimethoprim
blokkeert omzetting van dihydrofoliumzuur tot tetrahydrofoliumzuur
tetrahydrofoliumzuur
nodig voor synthese van thymine (bouwsteen DNA)
sulfonamiden en trimethoprim werken bacterio…
statisch
cotrimoxazol
combinatiepreparaat waarin trimethoprim en sulfonamiden bacteriocide kunnen werken
werkingsmechanisme linezolide
bacteriostatisch
grijpt in op calwandsynthese
werkingsmechanisme daptomycine
bacteriocide
bindt aan bacterieel celmembraan en zorgt voor snelle depolarisatie
werkingsmechanisme metronidazol
niet antimicrobieel
zorgt voor productie van DNA beschadigende radicalen in de bacterie
gebruik metronidazol
anaerobe bacterien
protozoa
werkingsmechanisme fusidinezuur
remt bacteriele eiwitsynthese
gebruikt fusidinezuur
bacteriostatisch
GRAM positieve bacterien
werkingsmechanisme colistine
bacteriocide door veroorzaken van lekkage van essentiele metabolieten uit de bacterie
waarom worden er in de praktijk vaak meerdere antimicrobiele middelen gegeven (3)
- verbreden spectrum
- bereiken synergie
- beperken/voorkomen resistentie
van 4 welke gastheerfactoren hangt het effect van antibiotica af
leeftijd
plaats infectie
ernst ontsteking
status immuunsysteem
indicaties antibioticaprofylaxe (4)
- voorkomen oplopen exogene pathogenen
- voorkomen post-operatieve wondinfecties
- voorkomen endocarditis na tandheelkundige ingreep
- voorkomen infecties na chemo
10 algemene bijwerkingen antibiotica
allergieen
insulten
leukopenie
trombopenie
diarree
nierinsufficientie
ototoxiciteit
vertigo
icterus
leverfalen
wat zijn de kenmerken van een snelle allergische reactie op antibiotica
IgE-gemedieerde menifestatie van:
- urticaria
- angio-oedeem
- bronchusobstructie
wat zijn de kenmerken van een late allergische reactie op antibiotica
IgE onafhankelijk
- morbilliform exantheem
welk type overgevoeligheidsreactie is een snelle allergische reactie op antibiotica
type-I overgevoeligheidsreactie
welk type overgevoeligheidsreactie is een late allergische reactie op antibiotica
vaak type IV
wanneer spreek je van een perinatale/neonatale infectie
als deze binnen 4 weken na geboorte optreedt
wanneer spreek je van een congenitale infectie
als de besmetting voor de geboorte plaats heeft gevonden
meest voorkomende manifestaties van een congenitale infectie (4)
groeiachterstand
laag geboortegewicht
congenitale malformaties
miskraam
meest voorkomende manifestaties van post- en perinatale infecties (2)
meningitis
sepsis
meest voorkomende virale verwekker van congenitale en perinatale infecties
cytomegalovirus
veelvoorkomende verwekker van alleen congenitale infecties
toxoplasma gondii
veelvoorkomende verwekker van alleen perinatale infecties
groep-B streptokokken
waar wordt naar gezocht bij de standaard 12 weken screening van zwangere vrouwen (3)
HIV
hepatitis B
syfillis
wanneer is er indicatie voor de TORCHES screening
als een zwangere tijdens zwangerschap klachten ervaart die passen bij een infectie
6 TORCHES screening screent voor
toxoplasma gondii
rubella
CMV
HSV
syfillis
andere micro-organismen op indicatie
wat is een belangrijke risicogroep voor het krijgen van een kind met congenitale rubella
ongevaccineerde jonge vrouwen
eerste symptomen bij een moeder die een kind met congenitale rubella krijgt
malaise
lichte temperatuursverhoging
lymfadenopathie
keelpijn
conjunctivitis
huiduitslag
presentatie congenitaal rubellasyndroom bij het kind in utero
intra-uteriene groeiretardatie
soms spontane abortus
presentatie congenitaal rubellasyndroom bij het kind direct na geboorte
huiduitslag
trombocytopenie
hepatitis
hepatosplenomegalie
meningo-encefalitis
botafwijkingen
oogafwijkingen
cardiovasculaire afwijkingen
trias van klachten bij CRS in jonge kinderen
cataract
doofheid
cardiovasculaire afwijkingen
diagnostiek rubella moeder
serologie:
- IgM
- IgG
keeluitstrijk voor rubella
PCR rubella
wanneer diagnostiek rubella
als moeder zich presenteert met klachten waarbij een verdenking op rubella bestaat
diagnostiek rubella intra-uterien kind
vruchtwaterpunctie met PCR
diagnostiek rubella post-nataal kind
serum IgM
urine- of keeluitstrijk
PCR
behandeling congenitale rubella
niet bestaand
herpes neonatorum
neonate herpes simplex infectie
3 manifestaties van herpes neonatorum
gelokaliseerd
in het CZS
gedissemineerd
welke klachten staan centraal bij herpes neonatorum met een focus in het centrale zenuwstelsel
slecht drinken
sufheid
zwakte
convulsies
luierpijn
met welk type HSV zijn de meeste pasgeborenen met herpes neonatorum besmet
type 1
presentatievormen HSV (3)
asymptomatisch
herpes genitalis
herpes labialis