Week 7 Flashcards

1
Q

Welke fases heb je bij een bevalling

A

ontsluitingsfase, indalen, uitdrijvingsfase, na geboorte tijdperk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat gebeurt er in de ontsluitingsfase?

A

Er is een foetaal signaal waardoor er uiteindelijk cortisol is. Waardoor de uterus gaat samenknijpen (myometrale cellen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen contractie en een wee?

A

weeen, synchrone contractie wat leidt tot progressie van ontsluiting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe bepaal je hoever een kind is ingedaald?

A

vlakken van Hodge:
1: bovenrand symfyse
2: onderrand symfyse
3: interspinaallijn
4: bekkenbodem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat voor ligging is aav?

A

een flexieligging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een baringsonmogelijkheid?

A

Een voorhoofdsligging (geen deflexie en geen flexie), er kan geen indaling komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke 3 voorwaarden voor start persen?

A

volledige ontsluiting, voldoende indaling (H3), persdrang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat moet er gebeuren na de geboorte van de neonaat?

A
  • kind bij mama op de borst
  • Afdrogen en warm houden
  • navelstreng afklemmen en doorknippen
  • maternale conditie monitoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe check je of de navelstreng los zit?

A

handgreep van Kushner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer heeft je embryo een goed groei potentieel?

A
  • Mediterraan dieet
  • Foliumzuur
  • Mannelijke embryo
  • Oudere moeder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer heeft de embryo een slecht groei potentieel?

A
  • Westers dieet
  • Roken
  • Alcohol
  • HT
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de treden van de ladder van Mackenbach?

A
  1. politieke verbintenis
  2. politiek activisme
  3. politiek pleitbezorgers
  4. politiek passivisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer val je in de groep zeer kwetsbaar?

A
  • huiselijk geweld
  • harddrug/alcoholverslaving
  • dakloos
  • acute ernstige psychiatrische problematiek
    -> direct interventie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn bedreigende factoren?

A
  • Onvoldoende huisvesting
  • moeilijk aflosbare schulden
  • suboptimaal zorggebruik
  • psychiatrische aandoening
  • chronische ziekte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn beschermende factoren?

A
  • lopend huisvestingstraject
  • open voor schuldsanering
  • samenwerken met zorgverleners
  • behandeling voor ziektes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat doe je als de baring niet normaal op gang komt?

A
  • premature breking vliezen
  • Premature contracties
  • cervicale insuff.
17
Q

Vanaf wanneer is de partus een vroeggeboorte?

A

< 37 weken

18
Q

Wat geef jij bij een geboorte onder de 32 weken?

A
  • celestone -> longrijping
  • MgSO4 -> neuroprotectie
  • weeen remming, zodat de celestone zijn werk kan doen
19
Q

Wat is serotiniteit?

A

overtijd

20
Q

Hoe behandel je seroniteit

A

Primen: rijpen waardoor er prostaglandines aangemaakt worden en hoop je de ontsluiting hoog genoeg wordt.

21
Q

Welke pijnstilling kan je geven tijdens de partus?

A
  • lachgas
  • pethidine
  • remifentanyl
  • epiduraal analgesie
    laatste twee alleen tweedelijns
22
Q

Welke problemen kunnen ontstaan tijdens de ontsluitingsperiode?

A
  • Niet vorderen
  • Meconium houdend vruchtwater
  • Navelstrengsprolaps
23
Q

Wat kunnen de oorzaken zijn van een niet vorderende ontsluiting?

A

de 3 P’s:
Passage: het baringskanaal
Passenger (positie, presentatie)
Powers

24
Q

Hoe kan je een niet vorderende ontsluiting behandelen?

A
  • andere houding
  • pijnstilling
  • oxycotine
25
Q

Wat is meconium?

A

de eerste ontlasting van het kind. Als dit in het vruchtwater gebeurd kan het leiden tot meconium aspiratie syndroom.

26
Q

Wat kan de oorzaak zijn van een abnormale uitdrijving?

A
  • niet vorderen
  • foetale nood
  • schouderdystocie
27
Q

Wat zijn indicaties van een kunstverlossing?

A
  • Pre-existente aandoening moeder
  • Complicaties durante partu
  • Kind: foetale nood, uitgezakte navelstreng
28
Q

Nadelen sectio caesarea?

A
  • normale operaties comp.
  • Meer bloedverlies
  • Langere herstelfase
  • Volgende zwangerschap: uterusruptuur, placenta implantatie problemen.
29
Q

Welke houding in een baringsonmogelijkheid?

A

voorhoofdsligging

30
Q

Is een vacuumpomp of forceps traumatiserender voor de moeder?

A

vacuum