Week 6 Flashcards

1
Q

Vanaf wanneer zie je hemodynamische veranderingen bij een zwangerschap?

A

Al voor de innestiling in de uterus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke hemodynamische veranderingen kan je waar nemen bij een zwangere vrouw?

A
  • systemische vasculaire weerstand neemt af, zodat er een hoger bloedvolume kan zijn.
  • vocht vasthouden om volume toename
  • cardiac output verhoging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vanaf wannneer beschouwen we het als hypertensie?

A

Systolisch > 140; diastolisch < 90 mmHg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Wat is het verschil tussen zwangerschaps hypertenise en chronische hypertensie?
  2. Wat is pre-eclampsie?
  3. Wat is gesupeneerde pre-eclampsie?
A
    • chronische hypertensie: voor de zwangerschap of in de eerste 20 weken
      * zwangerschapshypertensie: de nova na 20 weken, verdwijnt na 6 weken (zonder proteinurie)
  1. zwangerschapshypertensie met proteinurie (300mg/24hr)/orgaanfalen/IUGR. Symptomen: oedeem
  2. bestaande hypertensie met de novo proteinurie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het beleid bij chronische hypertensie en zwangerschapshypertensie?

A
  • zwangerschapscontroles; proteinurie controles
  • behandeling bd:
  • inleiding 37-39 weken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe ontstaat pre-eclampsie?

A

Gestoorde trofoblast invastinvasie (verkeerde ingroei of cardiovasculair onvoldoende ontspanning) -> intervillieuze hypoxie -> oxidatieve stress -> endotheeldysfunctie (growth factor werkt niet goed) -> vaatspasme -> pre-eclampsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de oorzaak van pre-eclampsie vroeg in de zwangerschap en laat in de zwangerschap?

A

vroeg: ziekte van de placenta (malplacentatie)
Laat: lage cardiovasculaire reserve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke symptomen kunnen ontstaan bij pre-eclampsie?

A
  • cardiovasculair: maligne hypertensie en long oedeem. Cave: hoofdpijn, visisstoornissen, tintelende vigners, tonsch-clonisch insult en bloeding (door tromboses)
  • Cerebraal: vocht in de hersenen
  • Renaal: proteinurie, oligurie, cola-urine
  • Lever: HELLP syndroom ( hemolysis, elevated liver enzymes en lage trombocyten.
  • foetus en placenta: intra-uteriene groeirestirctie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de enige manier om een pre-eclampsie te stoppen?

A

Kind aterme geboren te laten worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer spreek je over een ernstige pre-eclampsie:

A
  • diasystolisch > 110 mmHg; Systolisch: > 160 mmHg
  • Proteinurie: > 5g g/24 hr
  • Oligurie < 500 ml/24 hr
  • Tekenen van orgaanfalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wie hebben een verhoogd risico op pre-eclampsie?

A
  • PE / IUGR in VG
  • HT
  • DM
  • BMI > 30
  • APLS
  • AMA/AIZ/NZ
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe ziet de preventie van van pre-eclampsie eruit?

A
  • ASA
  • Calcium
  • Life-style: beweging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer geef je celestone?

A

als kind te vroeg geboren lijkt te worden (< 34 weken) en dan kan je longrijping bevorderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer geef je magnesiumsulfaat IV?

A

Als er direct behandeld moet worden en behandeling eclamptisch insult.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke hormonen worden door de placenta geproduceerd?

A
  • oestradiol
  • progesteron
  • hCG
  • prolactine
  • PAPP-A
  • Groeihormoon
  • cortisol
  • vasopressine
  • HPL
  • PTHrp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gebeurd er met T4 tijdens de zwangerschap bij de moeder?

A

Eerst gaat het aantal bindings eiwitten omhoog en daardoor zakt het aantal vrij T4. Begin stijgt het vrij T4 wel doordat hCG erg lijkt op TSH en deze piekt in de eerste 10 weken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Is hyperthyreoidie normaal tijdens de zwangerschap?

A

Normaal, hypothyreoidie is abnormaal. Komt weining voor maar je behandelt het altijd (levothyroxine).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welk hormoon is belangrij voor de foetale hersen ontwikkeling?

A

Schildklierhormoon. Ik week 5 tot week 18 is het belangrijk dat er voldoende maternaal thyreoide beschikbaar.

19
Q

Wanneer behandel je een subklinische hypothyreoidie?

A

Wanneer ze ook TPO antistof positief zijn. Want dan komt het serum TSH concentratie is de gevaarlijke range.
TPO antistof negatief maar TSH boven > 10

20
Q

Wat zijn de 4 belangrijkste oorzaken van perinatale sterfte en perinatale morbiditeit?

A
  • te laag geboortegewicht
  • vroeggeboorte
  • aangeboren afwijkingen
  • perinatale asfyxie
21
Q

Wat is perinatale asfyxie?

A

Conditie van verminderde gasuitwisseling of inadequate bloedstroom die leidt tot persisterende hypoxemie en hypercapnie van het kind.

22
Q

Wordt de pH hoger over lager tijdens de partus van de foetus?

A

Lager

23
Q

Wat check je bij een kind dat net geboren is?

A

De APGAR-score:
Ademhaling: 1=zwak; 2=goed doorhuilen
Pols/hartslag: 1=< 100; 2=>100
Spierspanning/tonus: 1=enige flexie; 2=beweging
Aspect: 1=blauwe extr.; 2=roze
Reactie op prikkels: 1=beweging; 2=huilen
Alles 0 tot 2 punten. 0 = geen reactie

24
Q

Wat is de klinische def. van perinatale asfyxie?

A
  1. pH<7 in arterieel navelstrengbloed
  2. > 5 min Apgar <3
  3. neurologische problemen
    2 van de 3 is positief
25
Q

Wat zijn de 4 hoofdoorzaken van perinatale asfyxie?

A

Maternaal
Placentair
Umbilicaal
Foetaal

26
Q

Wat zijn de maternale oorzaken van perinatale asfyxie?

A
  • Hypovolemie/shock
  • Ernstig longlijden
  • Hartgebreken
  • Compressie van de vena cava inf door de uterus
27
Q

Wat zijn de placentaire oorzaken van perinatale asfyxie?

A
  • placentaire insuff. (bij: zwangerschap ht; pre-eclampsie; groeivertraging)
  • Abruptio placentae
  • placenta praevia
  • hypertonie en polysystolie
28
Q

Wat zijn umbilicale oorzaken van perinatale asfyxie?

A
  • Navelstrengcompressie
  • Omstrengeling van het kind
  • Ware knoop in de navelstreng
  • Navelstreng prolaps
29
Q

Wat zijn de foetale oorzaken van perinatale asfyxie?

A
  • Infecties
  • hartritmestoornissen
  • Foetomaternale transfusie
  • Bloedafbraak door bloedgroep antistoffen
30
Q

Wat zijn de beschermingsmechanismen van de foetus?

A
  • Hoge affiniteit foetaal hemoglobine (HbF) voor zuurstof
  • Restributie effect: herverdeling van het bloed. Extra doorbloeding hersenen.
  • Autoregulatie foetale cerebrale circulatie
31
Q

Wat zijn mogelijke foetale bewakingstechnieken?

A
  • Cardiotocografie: foetale HF en contracties uterus.
  • ST-analyse
  • Microbloedonderzoek
32
Q

Wat zijn de behandelingsopties foetale hypoxie?

A
  • moeder in zijligging positioneren
  • Weeen tijdelijk stoppen met tocolyticum
  • Snelle geboorte
  • Anti-oxidanten
33
Q

Waarom hebben we imprinting? (denk aan fase waarin het gebeurd)

A

dosis compensatie voor:
* embryonale groei
* placenta functies
* gedrag

34
Q

Wat gaat er mis met klonen?

A

Imprints verdwijnen soms tijdens de ontwikkeling en differentiaite. Als dan de somatische cel wordt gebruikt bij klonen dan mist dus nog informatie.

35
Q

Waardoor weten somieten al wat ze gaan worden in de segmenten?

A

Door de HOX genen

36
Q

Hoeveel HOX cluster heb je?

A

4 -> A, B, C, D

37
Q

Welk Hox gen remmen de vorming van ribben?

A

Hox 10

38
Q

Wat krijg je bij een HOXA2 mutatie?

A

Microtia (kleine oren)

39
Q

Wat krijg je bij een HOXB1 mutatie?

A

faciale abnormaliteiten

40
Q

Wat krijg je bij een HOXA13 mutatie?

A

Hand-voet-genitaal syndroom

41
Q

Wat krijg je bij een HOXD13 mutatie?

A

abnormale handen en voeten

42
Q

Wat is subklinische hypothyreoidie?

A

Een verhoogd TSH met een normaal FT4

43
Q

Welke schildklier antistoffen kunnen wel over de placenta heen?

A

TSH rec antistoffen (TRAbs), functionele antistoffen. Het is pathognomisch voor morbus graves

44
Q

Welke schildklier antistoffen zijn een marker voor hypothyreoidie?

A

TPOAbs, gaan niet over de placenta heen