Week 7

Question 1

Criteria van Wilson en Jungner

Answer 1

Deze criteria stellen eisen aan de karakteristieken van een screenende test. Zo moet de test gericht zijn op een belangrijk gezondheidsprobleem, moet er een goede test zijn die acceptabel is voor de patiënten en moeten de kosten van de screening gebalanceerd zijn.

Question 2

Lead time bias

Answer 2

Dit houdt in dat een eerdere diagnose automatisch
tot een langere overleving leidt. Als iemand sterft in januari 2025, dan is de overleving langer naarmate de diagnose eerder gesteld is, bijvoorbeeld januari 2015 in plaats van januari 2020. Voor de toegevoegde waarde van de screening hoeft dit echter niet per se iets te betekenen.

Question 3

Length bias

Answer 3

Deze bias betekent, dat screening vooral langzaam groeiende tumoren op kan sporen. Deze tumoren hebben sowieso al een langere overleving. Om toch iets te kunnen zeggen over wetenschappelijke effectiviteit, zijn gerandomiseerde studies nodig met als uitkomst de ziekte-specifieke sterfte.

Question 4

Utilisme

Answer 4

Het utilisme wil een zo groot mogelijke gezondheidswinst voor een zo groot mogelijke groep van mensen. Het begrip kosteneffectiviteit past dus binnen deze opvatting. Bezwaren hierbij zijn bijvoorbeeld dat dure behandelingen moeilijk te verantwoorden zijn, dat niet alle behandelingen
gezondheidswinst hoeven te geven (bijvoorbeeld IVF) en dat zeldzame ziektes dan niet veel aandacht
zullen krijgen.

Question 5

Egalitarisme

Answer 5

Het egalitarisme wil een zo groot mogelijke gezondheidswinst voor de groep met de grootste gezondheidsachterstand. Op deze denkwijze is veel kritiek, omdat de mensen dan te weinig
verantwoordelijkheid hebben voor hun eigen gezondheid (mensen die ongezond leven, worden juist
eerder geholpen).