Tentamenvragen Flashcards

1
Q

Wat is het gevolg van MDM2 genamplificatie in een tumor op de regulatie van p53 en de reactie op DNA-beschadigende chemotherapie?

A

Genamplificatie zorgt voor een verhoogde MDM2 eiwitconcentratie waardoor geen vrije of lage concentratie p53 aanwezig is in de kern, waardoor p21 en BAX niet tot expressie komen en apoptose niet plaatsvindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Zet de juiste gevolgen bij elk van de afwijkingen in het DNA

A- Pyrimidine dimeer
B- Verlies van het P53 gen
C- Dubbelstrengsbreuk in het DNA

  1. Verminderde apoptose
  2. Translocatie
  3. Micronucleus
  4. Defect in celcyclus checkpoint
  5. Puntmutatie
A

1-B
2-C
3-C
4-B
5-A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het beoordelen van de morfologie van bloed- en beenmergcellen in een uitstrijkpreparaat is niet eenvoudig. Toch besteden we hier in het kader van leukemie uitgebreid aandacht aan.

Noem twee argumenten waarom het belangrijk is om een goede interpretatie van de morfologie van hematopoietische stamcellen te kunnen geven

A
  • Het type leukemie is bepalend voor de prognose van de patiënt
  • Hiermee kunnen differentiatielijn en rijpingsstadium van hematopoietische cellen worden bepaald
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Welke twee structuren zijn belangrijk om epitheelcellen aan elkaar te kitten?
  2. Welk eiwit speelt een rol in de cel-cel verbinding van epitheelcellen?
  3. Welk molecuul verschaft intracellulaire stevigheid aan epitheelcellen?
A
  1. Adhesion junctions en desmosomen
  2. E-cadherine
  3. Actine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De uitzaaiing in lymfeklierstructuren lijken meestal volgens een van de vaststaande lymfedrainage patronen te lopen. Dit is echter niet in alle gevallen zo.

  1. Hoe heet een metastase die zich manifesteert in een onverwachte klier?
  2. Een metastase kan ook tussen twee lymfeklierstations of lymfeklieren in gaan uitgroeien in een lymfebaan. Hoe heet dit fenomeen?
  3. Lymfebanen komen ook uit in lichaamsholtes. Hoe heet een dergelijk uitzaaiingspatroon?
A
  1. Skipmetastase
  2. In transit metastase
  3. Transcoelomische metastase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem vier aspecten die specifiek zijn voor palliatieve zorg

A
  • Stadium van ziekte
  • Acceptatie van de dood als normaal proces
  • Wens van de patiënt staat centraal
  • Kwaliteit van leven belangrijkste uitgangspunt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt bedoeld met de therapeutische index van systemisch toe te dienen antikankermiddelen?

A

Het verschil tussen de dosis die nodig is voor therapeutisch effect en waarna toxische effecten kunnen worden verwacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom is hoge LET-straling bij gelijke energie effectiever dan lage LET-straling?

A

Bij hoge LET-straling zijn er veel meer ionisaties langs het spoor van een ioniserend deeltje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

In de 15e eeuw schreef een Zwitserse arts dat alle stoffen giftig zijn en dat alleen de dosis die je van een stof binnenkrijgt, bepaalt of je er niets van krijgt, ziek van wordt of dood aan gaat

Noem vier andere factoren die het toxisch effect van een stof beïnvloeden

A
  • Vorm (actief/inactief)
  • Duur van de blootstelling
  • Moment van de dag van blootstelling
  • Genetische heterogeniteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In “knock-out” muizen waarin het gen coderend voor TCF4 was geïnactiveerd, werd gevonden dat de intestinale crypten zich niet ontwikkelden en volledig afwezig waren.

Beschrijf in maximaal 40 woorden wat het lot is van de intestinale crypten als APC is geïnactiveerd. Neem twee
verschillende aspecten van de rol van β-catenine in dit proces mee in je antwoord.

A

Zonder APC zien we accumulatie van bèta-catenine en daardoor hyperactivatie van TCF-4 door bèta-catenine wat leidt tot poliep formatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

In de moleculaire diagnostiek van leukemieën kan men gebruik maken van next generation sequencing technieken om
oncogene mutaties te vinden. Hoewel het mogelijk is om het complete genoom te sequencen, beperkt men zich om praktische redenen vaak tot de exonen van de genen (whole exome sequencing of WES).

Noem de belangrijkste reden om toch het hele genoom te sequencen in plaats van alleen maar de exonen.

A

Niet alle mutaties liggen in de exonen; om de mutaties buiten de exonen te vinden is sequencing van het hele genoom nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bij sommige patiënten wordt 5-azacytidine met een myelodysplastich syndroom als therapeutisch middel toegediend. Het idee erachter is dat het middel invloed heeft op de methylering en daarmee op de expressie van kritische genen.

Wat is het effect van 5-azacytidine op methylering en de expressie van deze genen?

A

Demethylering van genen; Dit leidt tot het aanschakelen van genen die uitstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leg in maximaal 40 woorden uit hoe spectrale karyotypering (SKY) werkt.

A

Je gebruikt voor elk chromosoom specifieke probes met verschillende kleuren fluorescente markers. Hiermee kleur je een karyogram zodat elk chromosoom een andere kleur krijgt die je met een fluorescente microscoop kunt waarnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  1. Wat is de meest gebruikelijke techniek in de diagnostische pathologie om specifieke eiwitten zichtbaar te maken
    met histologische technieken?

Met target amplificatie techniek kan men gedetailleerde moleculaire analyses van longtumoren doen.

  1. Welke techniek gebruikt men daarvoor bij longtumoren?
  2. Hoe worden translocaties in de tumordiagnostiek van onder andere longtumoren gevisualiseerd, zonder
    sequence technieken?
A
  1. Immunohistologie
  2. PCR
  3. In situ hybridisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bij FAP (polyposis coli) is het dikke darmslijmvlies bezaaid met honderden poliepen.
Wat is de meest waarschijnlijke histopathologische diagnose van deze poliepen?

A

Tubulair of tubulovilleus adenoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Colontumoren worden in de tijd voorafgegaan door twee typen adenomen.
1. Welke twee typen adenomen zijn dit?

Als coloncarcinomen gemetastaseerd zijn, wordt het belangrijk geïnformeerd te zijn over de mutatiestatus van een bepaald gen.
Dit hangt ook weer samen met de twee typen adenomen.

  1. Welke van de twee typen adenomen komt het meest voor? Van welk gen moet voor dit typen de mutatiestatus
    worden bepaald?
A
  1. Tubulovilleuze adenomen & serarted of sessiele adenomen
  2. Tubulovilleuze adenomen; KRAS
17
Q

Geef in maximaal 70 woorden weer wat het verschil is in de doelstelling van inductiebehandeling met chemotherapie
en neo-adjuvante behandeling met chemotherapie.

A
  • Bij neoadjuvante doelstelling zal de systemische behandeling worden gevolgd door een in opzet curatieve vervolgstap; een respons van de primaire tumor op neoadjuvante behandeling is niet noodzakelijk
  • Bij inductiebehandeling zal het alleen mogelijk zijn een vervolgstap aan te bieden bij een goede respons van de primaire tumor op de inductietherapie; een respons van de primaire tumor op inductietherapie is noodzakelijk
18
Q
  1. Beschrijf wat het biologisch effect van fractioneren is.
  2. Benoem het verschil tussen tumorcellen en normale weefselcellen.
A
  1. In tegenstelling tot bij een eenmalige dosis kan een groter deel van de cellen overleven en herstellen
  2. Dit herstel is bij tumorcellen veel minder goed mogelijk dan bij normale cellen. Na een aantal fracties is er daarom een groot verschil in aantal overlevende cellen
19
Q

In de moleculaire diagnostiek van leukemieën kan men gebruik maken van next generation sequencing technieken om oncogene mutaties in eiwitten te vinden. Hoewel het mogelijk is om het complete genoom te sequencen, beperkt men zich vaak tot de exonen van de genen (whole exome sequencing of WES).

Noem twee redenen waarom voor WES gekozen wordt.

A
  • De exonen bevatten het coderende deel van het genoom, hierin zijn de oncogene mutaties aanwezig
20
Q

Leg in maximaal 30 woorden uit waarom in geval van een aangetoond Lynch syndroom screening op kanker van de
urinewegen niet wordt geadviseerd.

A

Lage frequentie
Geen goede screeningsmethode
Geen bewezen effect op kankergerelateerde sterfte

21
Q

Hoe ontstaat een Replication Error (RER) fenotype?

A

Replicatie slippage op dinucleotide repeats in microsatellites worden niet door MMR gerepareerd. Leidt tot heterogeniteit in microsatelliet lengte

22
Q
  1. Naar welke twee lymfekliergroepen kan een mammatumor metastaseren?

Voordat tumorcellen van de mamma toegang verkrijgen tot de bloedsomloop, komen ze eerst terecht in een ‘laatste lymfeklierstation’.

  1. Hoe noemen we dit lymfklierstation?
  2. Noem drie organen die behoren tot de belangrijkste doelwitten bij haematogene verspreiding van een mammacarcinoom?
A
  1. Axillair & inframammair
  2. Supraclaviculair
  3. Hersenen, lever, botten
23
Q

Hoe wordt de effectiviteit van adjuvante therapie bepaald?

A

Ziektevrije overleving en totale overleving

24
Q

Wat is het verschil tussen VAS en NBS?

A
  • VAS: visueel analoge schaal; de patiënt zet een markering op een lijn van 10 centimer
  • NBS: Numerieke rating schaal; de patiënt geeft een numerieke score op schaal van 1 tot 10
25
Q

Beschrijf hoe deletie van (een deel van) een chromosoom arm ontstaat in een tumorcel

A

Een DNA dubbelstrengsbreuk leidt in de mitose tot een acentrisch fragment wat niet aan de mitotische tubulinedraden wordt vastgemaakt en dus niet correct wordt verdeeld over de dochtercellen