Week 6: Politieke revoluties Flashcards

1
Q

Hoe was de 18e eeuwse Europese maatschappij ingericht en waarom zorgde dit voor sociale spanningen?

A

De edelen en geestelijkheid hadden speciale privileges. Edelen waren de grootste landbezitters en hoefden veel belastingen niet te betalen. Stedelingen hadden moeite met rondkomen en economische groei zorgde voor een grotere kloof tussen rijk en arm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat waren de Atlantische revoluties en wanneer vonden deze plaats?

A

De Amerikaanse revolutie (1765-1787), de Franse revolutie (1789-1799), Haïtiaanse revolutie (1791-1804). Ze worden de Atlantische revoluties genoemd omdat ze aan elkaar gekoppeld waren ook al vonden ze plaats aan andere kanten van de oceaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is liberalisme en wat had dit met de politieke revoluties te maken?

A

Een politieke stroming die zich richt op de vrijheid en rechten van een individu evenals een vrije markteconomie en een regering die deze rechten beschermd. De Atlantische revoluties begonnen grotendeels met de ambitie voor liberalisme en gelijkheid onder de sociale elite (dit veranderd wel als je naar dieper kijkt naar verschillende revoluties).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het probleem wat liberalisme met zich mee brengt op het gebied van gelijkheid?

A

Liberalen opperen dat elk mens van nature gelijk is en over dezelfde rechten moet beschikken. In de praktijk spreekt dit zichzelf tegen omdat er nog steeds geen gelijke rechten waren tussen mannen en vrouwen en Europeanen en Afrikanen. Sommige liberalen zoals Thomas Jefferson waren voor het abolitionisme maar nog tegen emancipatie. Liberalen stonden ook niet voor economische gelijkheid alleen dat iedereen een gelijke economische kansen moest krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de 7-jarige oorlog? (1756-1763)

A

Oorlog tussen Europese grootmachten, Engeland, Pruissen, Spanje, Frankrijk en Oostenrijk die over de wereld werd uitgevochten. Het was een strijd om het machtsevenwicht in Europa en een koloniale oorlog tussen Engeland en Frankrijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verdrag van Parijs: (1763)

A

Maakte een einde aan de 7-jarige oorlog. Gaf Franse delen van N-Amerika en India aan Engeland en Louisiana aan Spanje.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat waren de grondslagen van de Amerikaanse revolutie: 1775-1789

A

Onafhankelijkheidsstrijd tegen de Britten. De 7-jarige oorlog zorgde voor torenhoge belastingen in N-Amerika. Er was politieke, economische en sociale ongelijkheid (no taxation without representation). Begon niet als onafhankelijkheidsstrijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Declaration of independence: 1776

A

Document waarmee de Amerikaanse koloniën onafhankelijkheid van de Britten declareerde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Antifederalists:

A

Tegenstanders van de constitutie die stellen dat deze teveel macht aan de federale overheid geeft en macht afneemt van de lokale staten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Franse revolutie: 1789-1799

A

Voornamelijk over de hoge belastingen door staatsschulden en 7-jarige oorlog. Franse soldaten die gevochten hadden in Amerika brachten liberale idealen met zich mee die zorgde voor de wil van een constitutionele monarchie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Estates General:

A

Vertegenwoordiging van de 3 standen in Frankrijk, boeren, geestelijken en edelen. Werden in 1789 opgeroepen door Louis XIV om te stemmen over de hervorming van belasting die hij wilde invoeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe ontstond de oorlog tegen Oostenrijk tijdens de Franse revolutie.

A

Na de arrestatie van het Franse koningshuis tijdens de revolutie reageerde de Habsburgers met de declaration of Pillnitz waarbij ze zeggen dat ze bereidt zijn om de Franse edelen te steunen tegen de revolutieaanhangers om zo de monarchie van Louis XIV te herstellen. De revolutieaanhangers reageren hier op met een oorlogsverklaring.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Sans-culottes:

A

De werkende armen van Parijs, zo genoemd omdat de mannen broeken droegen in plaats van de kniebroeken van de rijken. De term kwam terecht bij de militante radicalen van de stad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Reign of Terror:

A

Periode van 1793-1794 tijdens de revolutie. Een periode waarin robbespierre’s comité van publieke veiligheid 40 duizend verdachten van politieke misdaden tegen de republiek berechtte en executeerde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

het Directoire:

A

Het Directoire bestond uit vijf directeuren die werden gekozen door een raad van ouderen. Het was een periode van politieke instabiliteit en economische crisis in Frankrijk, met oorlogen tegen de rest van Europa en een sterk opkomende royalistische beweging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Thermidorian reaction:

A

Reactie tegen het geweld en terreurbewind van Robespierre wat leidde naar zijn executie in 1794 en naar het verminderen van strenge economische maatregelen. De leden van de National Convention schreven een nieuwe constitutie waaruit het Directiore ontstond.

17
Q

Napoleontische code:

A

Deal met de middenklasse uit 1804: gelijkheid voor iedere man + bescherming van rijkdom en privé-eigendom vanuit de regering. Napoleon verkreeg hiermee steun van de boeren dus hen het gewonnen land tijdens de revolutie te laten houden.

18
Q

Hoe probeerde Napoleon de sociale stabiliteit te herstellen na de revolutie?

A

Hij wilde de macht van de katholieke kerk restaureren, hiervoor sloot hij een deal met de paus genaamd het concordaat van 1801. De paus bleef hierin machtig over het geloof maar Napoleon zelf had de macht om bisschoppen aan te stellen.

19
Q

Grand Empire: Napoleon

A

Het imperium waarover Napoleon heerste wat bijna heel Europa omvatte (behalve GB).

20
Q

Continental system:

A

Een blokkade opgelegd door de Fransen waardoor geen enkel Brits schip of schip van haar koloniën mocht aanmeren bij een haven die controleert werd door de Fransen..

21
Q

Haïtiaanse revolutie: 1791-1804

A

Enige succesvolle grootschalige slavenopstand in de geschiedenis. Nieuws van de Franse revolutie wat zorgde voor opstand onder de slaven op de plantages in Haïti.

22
Q

Waarom werden de Atlantische revoluties, revoluties genoemd?

A

Er was een nieuw taalgebruik in de teksten zoals de declaration of independence die sprak van gelijkheidsidealen, het volk had de macht om de regering af te zetten als deze idealen niet bewaakt werden. Verlichting taalgebruik was nieuw in de politiek.

23
Q

Wat is de marxistische benadering op politieke revoluties?

A

Politieke revoluties waren het gevolg van economische veranderingen die niet meer in het huidige regeringssysteem passen. Hieruit begint een sociale revolutie die de politieke structuur recht trekt met de economische situatie. Problemen: revolutionairen waren vaak juristen of van lage adel (geen geld problemen), postrevolutionaire economie bleef agrarisch.

24
Q

Wat is de benadering van Palmer in ‘the Age of Democratic Revolutions?’

A

Amerikaanse revolutie was een echte revolutie doordat deze niet economisch gemotiveerd was maar democratische factoren had waarbij het Ancien Regime werd afgeschreven. Hij stelt dat de impact van een revolutie af hangt van wat er op het spel staat, in dit geval dus zelfbeschikkingsrecht en volkssoevereiniteit.

25
Q

Voor welke mensen werd er volkssoevereiniteit toegekend door de Atlantische revoluties?

A

Meestal witte/rijke mannen. Vrouwen, slaven en arbeiders werden hier buiten gehouden. Soevereiniteit behoort aan het volk en is niet god-gegeven aan een monarch (argument van Rousseau).

26
Q

Congres van Wenen (1815):

A

Na de val van Napoleon die Europa herindeelde. Het congres had als doel het creëren van evenwicht van grootmachten in Europa. Legde de basis voor diplomatieke en politieke relaties in de 19e eeuw. Vestigde principes van legitieme rechten van monarchen en territorialiteit waarbij de grenzen van naties werden gerespecteerd.

27
Q

Wat stelt Johann George Herder in ‘Waar ligt de grens van het volk’?

A

Hij stelt dat culturele diversiteit een fundamenteel gegeven is (denk aan taal, tradities etc). Culturen dienen elkaar niet te overheersen (grenzen op de kaart moeten samenvallen met de grenzen van culturen). Elke natie moet zijn eigen nationale identiteit onderhouden.

28
Q

Wat was het gevolg van de onafhankelijkheidsoorlogen in Latijns-Amerika?

A

Nieuwe onafhankelijke staten hadden moeite met economische en politieke stabiliteit, dit zorgde in het opsplitsen van Nieuw-Spanje en Colombia in 5 aparte staten. De staten isoleerde zichzelf en vormden geen eenheid waardoor ze vatbaar werden voor politieke en economische bemoeienis van de VS.

29
Q

Welk verband legt Polasky tussen revolutie en kosmopolitanisme?

A

Kosmopolitanisme is het bestaan van een universeel gedeelde ‘menselijke natuur’ die de mens nergens een vreemde maakt: mens als wereldburger. Polasky koppelt dit aan revoluties omdat deze ideeën de hele wereld over reisden en mensen over de wereld koppelde aan elkaar.