Week 6: Politieke revoluties Flashcards
Hoe was de 18e eeuwse Europese maatschappij ingericht en waarom zorgde dit voor sociale spanningen?
De edelen en geestelijkheid hadden speciale privileges. Edelen waren de grootste landbezitters en hoefden veel belastingen niet te betalen. Stedelingen hadden moeite met rondkomen en economische groei zorgde voor een grotere kloof tussen rijk en arm.
Wat waren de Atlantische revoluties en wanneer vonden deze plaats?
De Amerikaanse revolutie (1765-1787), de Franse revolutie (1789-1799), Haïtiaanse revolutie (1791-1804). Ze worden de Atlantische revoluties genoemd omdat ze aan elkaar gekoppeld waren ook al vonden ze plaats aan andere kanten van de oceaan.
Wat is liberalisme en wat had dit met de politieke revoluties te maken?
Een politieke stroming die zich richt op de vrijheid en rechten van een individu evenals een vrije markteconomie en een regering die deze rechten beschermd. De Atlantische revoluties begonnen grotendeels met de ambitie voor liberalisme en gelijkheid onder de sociale elite (dit veranderd wel als je naar dieper kijkt naar verschillende revoluties).
Wat is het probleem wat liberalisme met zich mee brengt op het gebied van gelijkheid?
Liberalen opperen dat elk mens van nature gelijk is en over dezelfde rechten moet beschikken. In de praktijk spreekt dit zichzelf tegen omdat er nog steeds geen gelijke rechten waren tussen mannen en vrouwen en Europeanen en Afrikanen. Sommige liberalen zoals Thomas Jefferson waren voor het abolitionisme maar nog tegen emancipatie. Liberalen stonden ook niet voor economische gelijkheid alleen dat iedereen een gelijke economische kansen moest krijgen.
Wat is de 7-jarige oorlog? (1756-1763)
Oorlog tussen Europese grootmachten, Engeland, Pruissen, Spanje, Frankrijk en Oostenrijk die over de wereld werd uitgevochten. Het was een strijd om het machtsevenwicht in Europa en een koloniale oorlog tussen Engeland en Frankrijk.
Verdrag van Parijs: (1763)
Maakte een einde aan de 7-jarige oorlog. Gaf Franse delen van N-Amerika en India aan Engeland en Louisiana aan Spanje.
Wat waren de grondslagen van de Amerikaanse revolutie: 1775-1789
Onafhankelijkheidsstrijd tegen de Britten. De 7-jarige oorlog zorgde voor torenhoge belastingen in N-Amerika. Er was politieke, economische en sociale ongelijkheid (no taxation without representation). Begon niet als onafhankelijkheidsstrijd.
Declaration of independence: 1776
Document waarmee de Amerikaanse koloniën onafhankelijkheid van de Britten declareerde.
Antifederalists:
Tegenstanders van de constitutie die stellen dat deze teveel macht aan de federale overheid geeft en macht afneemt van de lokale staten.
Franse revolutie: 1789-1799
Voornamelijk over de hoge belastingen door staatsschulden en 7-jarige oorlog. Franse soldaten die gevochten hadden in Amerika brachten liberale idealen met zich mee die zorgde voor de wil van een constitutionele monarchie.
Estates General:
Vertegenwoordiging van de 3 standen in Frankrijk, boeren, geestelijken en edelen. Werden in 1789 opgeroepen door Louis XIV om te stemmen over de hervorming van belasting die hij wilde invoeren.
Hoe ontstond de oorlog tegen Oostenrijk tijdens de Franse revolutie.
Na de arrestatie van het Franse koningshuis tijdens de revolutie reageerde de Habsburgers met de declaration of Pillnitz waarbij ze zeggen dat ze bereidt zijn om de Franse edelen te steunen tegen de revolutieaanhangers om zo de monarchie van Louis XIV te herstellen. De revolutieaanhangers reageren hier op met een oorlogsverklaring.
Sans-culottes:
De werkende armen van Parijs, zo genoemd omdat de mannen broeken droegen in plaats van de kniebroeken van de rijken. De term kwam terecht bij de militante radicalen van de stad.
Reign of Terror:
Periode van 1793-1794 tijdens de revolutie. Een periode waarin robbespierre’s comité van publieke veiligheid 40 duizend verdachten van politieke misdaden tegen de republiek berechtte en executeerde.
het Directoire:
Het Directoire bestond uit vijf directeuren die werden gekozen door een raad van ouderen. Het was een periode van politieke instabiliteit en economische crisis in Frankrijk, met oorlogen tegen de rest van Europa en een sterk opkomende royalistische beweging.