Week 6 H9 Flashcards
een manieren waarop persoonlijkheidsvragenlijsten gestructureerd zijn de top down, lexicaal en bottum up leg deze drie uit.
Geef een voorbeeld van top down testconstructie
Geef een voorbeeld van lexicale testconstructie
Geef een voorbeeld van een bottom up testconstructie
waar staan binnen de MMPI-2 de schalen L, F en K voor?
L= lie schale
F= kwetsbaarheid schaal. mate waarin iemand last heeft zijn of haar psychische klachten.
K= correctieschaal
Wat is het verschil doel tussen de groep: MMPI-2, NEO-PI-R, temperament en karakterinventaris en de groep: Schema-vragenlijsten, SIPP en SCID-P?
eerste groep is bedoeld voor het meten van persoonlijkheidseigenschappen
tweede groep is bedoeld voor het meten van psychopathalogische persoonlijkheidsproblemen. zoals persoonlijkheidsstoornissen.
Beschrijf de SIPP vragenlijst.
-wat?
-welke vorm van interpretatie?
-welke 7 domeinen?
-
De SIPP beoordeelt kern componenten van persoonlijkheidsdisfunctioneren in relatie tot:
* zelf: identiteits integratie
* anderen: intolerantie voor intimiteit, gebrek aan empathie.
Welke vier zaken bepalen de kwaliteit van beoordeling bij zelfrapportage vragenlijsten voor persoonlijkheid?
Een andere manier op persoonlijkheid te meten zijn projectieve technieken Leg deze methode uit.
Wat is belangrijk bij de betekenis van projectieve testen? zoals bij bijvoorbeeld de TAT?
Wat zijn drie pro’s en vier con’s van projectieve testen?
Wat zijn drie mogelijke gevaren van persoonlijkheidstests?
wat zijn de zes stappen qua richtlijnen voor psychologische beoordelingsprocedures?
- bepaal de opdrachtgever: patient of iemand anders
- formuleer hypotheses
- kies passend instrument
- patient ontvangt alle informatie
- afname test altijd in optimale context
- interpretatie van test
wanneer wordt een psychologisch rapport een geldig rapport?
Een rapport blijft een concept zolang deze niet besproken is met de patient.
beschrijf de Myers-briggs type indicator (MBTI) (globaal)
H9
De MBTI is een zelfrapportage keuzelijst die gebaseerd is op de persoonlijkheidstheorieën van Carl Jung. De test wordt gescoord op vier polariteiten: Extraversion-Introversion, Sensing-Intuiton, Thinking-Feeling, Judging-Perceiving.