Week 1 H1 en 2 Flashcards

1
Q

Wat betekend diagnostiseren in een woord?

A

onderscheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn vier belangrijke kanttekeningen waar diagnosises geen rekening mee houden?

A
  1. niet alle stoornissen vallen homogeneous categorieeen
  2. belangrijke informatie gaat verloren door kwalificatie
  3. diagnositsche criteria geven ruimte voor interpretatie
  4. gebrek aan duidelijke procedures om te diagnostiseren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de vier stappen van de diagnostic cycle?

A

stage 5: consulting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de vijf belangrijke stappen van intake interview (stage 1)

A
  1. opening: vertrouwelijkheid, procedures
  2. een band vormen:
  3. inzicht krijgen in de aard van de klachten
  4. verduidelijken van de hulpvraag
  5. assesment uitleggen (volgende sessie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

tijdens stap drie van het diagnostisch interview zijn twee thema’s belangrijk. Welke zijn dit? Geef een paar voorbeelden per thema.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is belangrijk bij het verduidelijken van de hulp vraag van de clienten tijdens het interview?

A
  • eerst in eigenwoorden van de client.
  • vervolgens vragen waarom ze dit willen, wat is het gewenste gedrag volgens hen?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de vijf stages van het assesment model?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De tweede fase (strategy) van assesment bevat welke vier kenmerken?

A
  1. beschrijven en groeperen karakteristieken kind
  2. koppelen karakteristieken aan context. fit of niet?
  3. keuze diagnostische procedures
  4. matcht de procedure met de hulpvraag van de client?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe beschrijf je een hypothese binnen diagnostisering?

A

eerst als een claim.
Bv: Oliver has ASS. Vervolgens formuleer je een onderzoeksvraag.
BV: heeft oliver ASS op basis van de DSM V criteria?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

er zijn twee type tests die gebruikt worden binnen assesment: norm-referenced en criterion-referenced Geef de definitie van beide

A

criterion: meten hoe een persoon scoort ten opzichte van een van te voren bepaald criterium
norm: vergelijken resultaten met die van een referentiegroep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het verschil tussen een assesment en een test?

H1

A

Assessment is een term die gebruikt wordt voor meer omvattend onderzoek en verwijst naar het gehele proces van het verzamelen van informatie over een persoon, op basis waarvan iets gezegd kan worden over eigenschappen en gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is stereotype threat?

A

bij testen is er het gevaar van stereotypering, waarbij de deelnemers onbewust het negatieve stereotype bevestigen dat over hun eigen groep bestaat.

H1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het** Lake Wobegon Effect?**

A

verwijst naar het feit dat op veel scholen meer dan 50% van de leerlingen bovengemiddelde cijfers hebben. Dit komt voornamelijk doordat onze maatschappij veel nadruk legt op prestatie en het uitblinken van scholen. Leraren helpen de leerlingen te frauderen door hen onder andere te coachen op toetsantwoorden, antwoordformulieren te veranderen of meer tijd te geven voor toetsen.

H1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is fysiognomie?

A

duidt op het idee dat we het karakter van mensen kunnen aflezen aan hun uiterlijk, met name het gezicht. Een speciale vorm van fysiognomie is frenologie wat duidt op het ‘lezen’ van knobbels op het hoofd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

H2 gaat over geschiedenis van test ontwikkeling. Kun je doorlezen, maar niet persee relevant.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly