Week 6 Flashcards

1
Q

HR Kribbenbijter

A

Essentie
In dit arrest komen twee vragen aan de orde; de vraag of iemand jegens een ander bij het sluiten van een overeenkomst in eigen naam (dus als wederpartij van die ander) is opgetreden, en de vraag of de middellijk vertegenwoordiger, die op eigen naam ten behoeve van een opdrachtgever een overeenkomst heeft gesloten, van de wederpartij vergoeding kan vorderen van door wanprestatie veroorzaakte schade van die opdrachtgever.

Rechtsregel
Het antwoord op de vraag of iemand jegens een ander bij het sluiten van een overeenkomst in eigen naam (dat wil zeggen als wederpartij van die ander) is opgetreden, hangt af van hetgeen hij en die ander daaromtrent jegens elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden.
Iemand die in eigen naam maar ten behoeve van een opdrachtgever een overeenkomst sluit, kan in beginsel ook in eigen naam ten behoeve van die opdrachtgever de uit die overeenkomst voortvloeiende rechten geldend maken. Met name geldt dit ook voor een vordering als in het onderhavige geval is ingesteld, strekkende tot vergoeding van de schade die als gevolg van ontbinding van de overeenkomst wegens wanprestatie aan de zijde van de partij jegens wie de wanprestatie is gepleegd, is geleden.
In beginsel maakt het daarbij geen verschil of deze partij de schade in eigen vermogen lijdt, dan wel de vordering uitsluitend of mede instelt ten behoeve van haar opdrachtgever teneinde vergoeding van de door deze geleden schade te verkrijgen.

Inhoud arrest
Stolte heeft op of omstreeks 22 maart 1972 aan Schiphoff verkocht en geleverd een paard, negenjarige ruin, brandenburger type, voor een bedrag van ƒ 7600,-. Schiphoff trad als commissionair op voor Willy Lorsch, paardenhandelaar, wonende te Hoffenheim Duitsland en hij had dit ook tijdens de aan de sluiting van de overeenkomst voorafgaande onderhandelingen aan Stolte meegedeeld. Het was Stolte voorts bekend dat het paard door Lorsch getraind zou worden voor deelname aan concoursen, en Stolte het paard, voor dit doeleinde geschikt, aan Schiphoff verkocht had.
Stolte heeft bij het tot stand komen van deze koopovereenkomst de afwezigheid van verborgen gebreken uitdrukkelijk gegarandeerd, door het paard aan Schiphoff te verkopen onder de pertinente garantie: ‘goed, eerlijk en braaf, en vrij van enig kwaad’. Vervolgens deelde Lorsch aan Schiphoff op 3 april 1972 mede, dat het paard een zogenaamde kribbebijter was, en voorts aan een ongeneeslijke ziekte onder de huid bleek te lijden. Lorsch liet het paard onderzoeken door de dierenarts dr. Walla te Wiesloch, Duitsland welke volgens had geconstateerd dat het paard een ‘krippensetzer’ was.
Schiphoff stelt dat dit gebrek, en de zich onder de huid van het paard manifesterende ongeneeslijke rugziekte ten tijde van het tot stand komen van de koopovereenkomst tussen Schiphoff en Stolte reeds aanwezig was geweest, en om deze reden door de toenmalige eigenares was verkocht. Doordat Stolte, nu hij de afwezigheid van een verborgen gebrek bij dit paard had gegarandeerd, wanprestatie jegens Schiphoff heeft gepleegd, is hij gehouden de door Schiphoff geleden en te lijden schade te vergoeden. Stolte heeft ontkend dat hij het paard aan Schiphoff heeft verkocht.
De gestelde gebreken betwist Stolte niet. Het antwoord op de vraag of iemand jegens een ander bij het sluiten van een overeenkomst in eigen naam (dat wil zeggen als wederpartij van die ander) is opgetreden, hangt af van hetgeen hij en die ander daaromtrent jegens elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden. Iemand die in eigen naam, maar ten behoeve van een opdrachtgever met een ander een overeenkomst sluit, kan in beginsel ook in eigen naam ten behoeve van die opdrachtgever de uit die overeenkomst voortvloeiende rechten geldend maken.
Dit geldt met name ook voor een vordering als in het onderhavige geval is ingesteld, strekkende tot vergoeding van de schade die als gevolg van ontbinding van de overeenkomst wegens wanprestatie aan de zijde van de partij jegens wie de wanprestatie is gepleegd, is geleden. Het maakt daarbij in beginsel (daargelaten de invloed van art. 1283 BW) geen verschil of deze partij de schade in eigen vermogen lijdt, dan wel de vordering uitsluitend of mede instelt ten behoeve van haar opdrachtgever ten einde vergoeding van de door deze geleden schade te verkrijgen. De Hoge Raad verwerpt het beroep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Curaçao/Boyé

A

Inhoud:
Het Eilandgebied Curaçao verzocht de rechter vast te stellen dat het niet gebonden was aan een beding dat eerdere eigenaren hadden opgelegd met betrekking tot de betaling van een grondrente bij de exploitatie van bepaalde stoffen op de betrokken gronden. Het Gerecht in Eerste Aanleg en het Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen oordeelden echter dat het beding als een kettingbeding moest worden beschouwd en dat het Eilandgebied door te profiteren van de wanprestatie van de vorige eigenaar onrechtmatig handelde. Het Hof wees het verzoek van het Eilandgebied af.
De Hoge Raad vernietigde deze uitspraak en verwees de zaak terug, omdat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat het Eilandgebied automatisch gebonden was aan het beding louter op basis van zijn kennis ervan en het dreigen van schade bij de oorspronkelijke rechthebbenden.

Rechtsregel:
Een partij die een onroerend goed verkrijgt, is niet automatisch gebonden aan een beding uit een eerdere akte, tenzij er sprake is van een kettingbeding of een andere rechtstitel die een dergelijke verplichting oplegt. Het profiteren van de wanprestatie van een vorige eigenaar kan onrechtmatig zijn, maar dit hangt af van bijkomende omstandigheden zoals de bekendheid met het beding, de onderzoeksplicht en de ernst van het nadeel voor de oorspronkelijke rechthebbenden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Citronas

A

Inhoud:
Deze zaak betreft een geschil tussen Citronas B.V. en Velleman & Tas B.V. (Citronas c.s.) tegen Deka-Hanno Stuwadoorsbedrijf en haar vennootschappen (Deka-Hanno) over schadevergoeding wegens bedorven sinaasappelen. De sinaasappelen waren opgeslagen in een loods van Deka-Hanno, maar konden vanwege een staking in de haven van Rotterdam niet tijdig worden afgevoerd. Citronas c.s. stelde dat Deka-Hanno onrechtmatig had gehandeld door toestemming te weigeren om de goederen onder politiebescherming weg te voeren.
Zowel de rechtbank als het gerechtshof oordeelden in het voordeel van Citronas c.s., waarna Deka-Hanno cassatie instelde bij de Hoge Raad. Deka-Hanno beriep zich op de Algemene Voorwaarden van de Rotterdamse Stuwadoors (RSC), waarin aansprakelijkheid werd beperkt, maar het hof oordeelde dat deze voorwaarden niet van toepassing waren op Citronas c.s.
De Hoge Raad bekrachtigde het arrest van het hof en verwierp het cassatieberoep van Deka-Hanno.

Rechtsregel:
Een bedrijf kan zich jegens een derde niet zonder meer beroepen op algemene voorwaarden die het hanteert in overeenkomsten met anderen, tenzij er specifieke omstandigheden zijn die dit rechtvaardigen. Bovendien kan een stuwadoor aansprakelijk worden gehouden voor schade als gevolg van onrechtmatig handelen, zoals het zonder gegronde reden weigeren van toegang tot opgeslagen goederen, zeker wanneer deze bederfelijk zijn en de eigenaar daardoor aanzienlijke schade lijdt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Jans/FCN

A

Inhoud
De zaak betreft een huurkoopovereenkomst tussen eiser en een autodealer voor een Alfa Romeo 33, waarbij de financiering werd verstrekt door Fiat Credit Nederland (FCN). Enkele maanden na aankoop ontdekte eiser dat de auto eerder ernstige schade had opgelopen en total loss was verklaard. Hij vorderde daarop de ontbinding of vernietiging van de huurkoop- en financieringsovereenkomst wegens dwaling of bedrog en eiste terugbetaling van betaalde bedragen.
De Kantonrechter stelde dat de huurkoopovereenkomst in beginsel vernietigbaar was op grond van dwaling en dat dit mogelijk ook gevolgen had voor de financieringsovereenkomst, gezien de nauwe verwevenheid tussen beide overeenkomsten. De Rechtbank vernietigde dit oordeel en oordeelde dat de financieringsovereenkomst losstond van de huurkoopovereenkomst, waardoor vernietiging of ontbinding van de koop niet automatisch leidde tot het vervallen van de financiering.
De Hoge Raad vernietigde het vonnis van de Rechtbank en verwees de zaak naar het Gerechtshof te ’s-Gravenhage voor verdere beoordeling.

Rechtsregel
De Hoge Raad oordeelt dat de huurkoopovereenkomst en de financieringsovereenkomst in beginsel als afzonderlijke overeenkomsten moeten worden beschouwd. Echter, in gevallen waarin deze overeenkomsten gelijktijdig en met medewerking van alle betrokken partijen tot stand zijn gekomen, kan sprake zijn van een zodanige verbondenheid dat vernietiging of ontbinding van de huurkoopovereenkomst ook gevolgen heeft voor de financieringsovereenkomst. Dit hangt af van de verwachtingen en rolverdeling tussen de partijen, de relatie tussen de financier en de verkoper, en de mate waarin de financier betrokken was bij de totstandkoming van de huurkoop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wierts/Visseren

A

Inhoud:
De zaak draait om gebreken aan een dak dat door een onderaannemer ([verweerder]) is aangelegd op de woning van [eiser]. [Eiser] stelde schade te hebben geleden door ondermaatse uitvoering van het werk en vorderde schadevergoeding op grond van een aanneemovereenkomst en subsidiair op grond van onrechtmatige daad. Het gerechtshof oordeelde dat er geen directe aanneemovereenkomst tussen [eiser] en [verweerder] was en dat er geen onrechtmatige daad was gepleegd.
De Hoge Raad vernietigt dit oordeel. Hij overweegt dat een onderaannemer in bepaalde gevallen rekening moet houden met de belangen van de opdrachtgever (zoals [eiser]). Het hof had onvoldoende gemotiveerd waarom in dit geval geen sprake was van onrechtmatig handelen door de onderaannemer. Daarnaast vernietigt de Hoge Raad de beslissing van het hof over de oproeping in vrijwaring van een derde partij, omdat dit in hoger beroep niet zomaar kan.

Rechtsregel:
Een onderaannemer kan onder omstandigheden onrechtmatig handelen jegens de opdrachtgever, ook als er geen directe contractuele relatie bestaat. Dit hangt af van factoren zoals de aard van de overeenkomst, de betrokken belangen en de mate waarin de onderaannemer rekening had moeten houden met de belangen van de opdrachtgever.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Fujitsu/Exel

A

Inhoud:
Deze zaak draait om een geschil tussen Fujitsu Retirement Management Inc. (voorheen Fujitsu Technology Solutions International Corporation) en Exel Group Holdings (Nederland) B.V. Fujitsu stelt dat Exel aansprakelijk is voor schade omdat vrachtbrieven niet tijdig zijn overhandigd, wat ertoe heeft geleid dat Fujitsu een naheffingsaanslag omzetbelasting moest betalen. De kern van het geschil betreft de vraag of Exel gehouden was om deze vrachtbrieven beschikbaar te stellen en of Fujitsu het verzoek correct heeft gericht aan de juiste entiteit binnen de Exel-groep.
Zowel de rechtbank als het hof wezen de vordering van Fujitsu af, onder andere omdat het verzoek om vrachtbrieven was gericht aan Exel Freight Management (EFM) en niet aan Exel zelf. Het hof oordeelde dat EFM niet bevoegd was Exel te vertegenwoordigen en dat Exel zich terecht kon beroepen op dit formele gebrek.

Rechtsregel:
De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en oordeelt dat het hof ten onrechte geen beslissing heeft genomen over het beroep van Fujitsu op de redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 lid 2 BW). Daarnaast stelt de Hoge Raad dat Exel aansprakelijk kan zijn als Fujitsu gerechtvaardigd heeft vertrouwd op de bevoegdheid van EFM, zelfs zonder actieve gedragingen van Exel zelf. Het geding wordt verwezen naar het gerechtshof ‘s-Gravenhage voor verdere behandeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Batavus/Vriend’s Tweewielercentrum

A

Inhoud:
Deze zaak betreft het geschil tussen Batavus (fietsenproducent) en [verweerster] (internetverkoper van fietsen) over de beëindiging van hun handelsrelatie. Batavus had vanaf 1990 fietsen geleverd aan [verweerster], die deze tegen lagere prijzen dan andere dealers via internet verkocht. Onder druk van grote afnemers, met name de inkoopcombinatie Euretco, besloot Batavus in 2001 de handelsrelatie op te zeggen. In 2004 introduceerde Batavus een selectief distributiestelsel waarin [verweerster] niet werd opgenomen.
De rechtbank oordeelde dat de duurovereenkomst tussen Batavus en [verweerster] onterecht was opgezegd en dat Batavus schade moest vergoeden. Het hof bekrachtigde dit vonnis, oordeelde dat de opzegging een onderling afgestemde feitelijke gedraging was die in strijd was met het mededingingsrecht (art. 6 lid 1 Mw), en stelde Batavus aansprakelijk voor de schade van [verweerster].
Batavus ging in cassatie, waarbij zij onder meer stelde dat er geen duurovereenkomst bestond, maar alleen losse verkooptransacties. Het hof had echter geoordeeld dat er wel een raamovereenkomst was, wat het bestempelde als een duurovereenkomst.

Rechtsregel:
1. Duurovereenkomst: De Hoge Raad bevestigt dat voor het bestaan van een duurovereenkomst geen expliciete aanbod en aanvaarding vereist zijn; een langdurige handelsrelatie kan voldoende zijn om een duurovereenkomst te vormen. Een raamovereenkomst kan als zodanig worden gekwalificeerd, zelfs als deze uit jaarlijkse afspraken bestaat.
2. Opzegging en Mededinging: De opzegging van de overeenkomst door Batavus werd niet als een vrije keuze beschouwd, maar als het resultaat van druk van andere distributeurs, hetgeen in strijd was met de mededingingswetgeving (art. 6 lid 1 Mw). Het hof oordeelde dat de opzegging bedoeld was om prijsconcurrentie te beperken, wat een verboden verticale prijsbinding vormde.
3. Merkbaarheid van de Mededingingsbeperking: De Hoge Raad oordeelde dat bij een doelbeperking de merkbaarheid van de beperking in de mededinging niet altijd verder onderzocht hoeft te worden. Het hof had echter niet het vereiste onderzoek naar de merkbaarheid verricht, waardoor het cassatieberoep deels werd toegewezen.
4. Nietigheid van de Opzegging: Het hof oordeelde terecht dat de opzegging van de overeenkomst nietig was op grond van art. 6 lid 2 Mw, aangezien deze voortkwam uit een mededingingsbeperkende gedraging. De Hoge Raad bevestigde deze conclusie.
5. Verwijzing naar Hof Arnhem: De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof te Leeuwarden en verwees de zaak terug naar het hof te Arnhem voor verdere behandeling en beslissing.

Conclusie: De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van Batavus over de duurovereenkomst, opzegging en mededingingsbeperkingen in cassatie faalden, behalve de klacht over het merkbaarheidsvereiste, die wel slaagde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Volmacht

A

· Bevoegdheid (niet verplichting) om namens een ander rechtshandelingen te verrichten 3:60-1
· A (volmachtgever) geeft volmacht aan T (gevolmachtigde) om namens A een rechtshandeling te verrichten jegens B (wederpartij)
· Niet privatief (A houdt bevoegdheid om zelf ovk met B te sluiten)
· Handelt T in naam van A binnen de grenzen van de volmacht?
- Ja, dan valt T er tussen uit en treft de rechtshandeling in haar gevolgen A 3:66-1, waardoor er tussen A en B ovk tot stand komt
- Nee, (bijv. T ‘koopt’ voor 60k,- terwijl volmacht voor 50k,- was), dan zijn A noch T gebonden (geen ovk A-B en ook niet T-B), maar
> A kan:
-> bekrachtigen 3:69
-> gebonden raken door toedoen 3:61-2 of feiten of omstandigheden die voor rekening van A komen of waaruit naar verkeersopvattingen schijn van bevoegdheid kan worden afgeleid HR Fujitsu/Excel
> T staat in voor volmacht 3:70, kan schadeplichtig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Lastgeving

A

· Verplichting van lasthebber om een rechtshandeling te verrichten 7:414
- In naam van lastgever ((onmiddellijke) vertegenwoordiging)
- In eigen naam, maar voor rekening van lastgever (‘middellijke vertegenwoordiging’ eigenlijk geen vertegenwoordiging)
· Mag privatief 7:423

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

HR Kribbebijter aantekening

A
  • Lörsch (koper) geeft last aan Schiphoff (commissionair) om paard te kopen
  • Of S op eigen naam van L heeft gekocht hangt af van verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden = S op eigen naam, maar voor rekening van L
  • Wie kan schade claimen, S of L? -> Schiphoff obv contract en kan dan ook schade claimen die Lörsch heeft geleden
  • Gecodificeerd in 7:419
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Agentuur

A

· Bron: agentuurrichtlijn 86/653
· Principaal draagt aan agent op tegen beloning (=provisie) bij de totstandkoming van ovken te bemiddelen 7:428-1
> Agent (T) draagt klanten bij principaal (A) aan, waarna principaal zelf ovken met klanten (B) sluit, of
> Agent (T) sluit op naam en voor rekening van principaal (A) ovken met klanten (B)

· Opzegtermijn 7:437
- Wettelijke 0-3 jaar: 4 maanden, 3-6 jaar: 5 maanden, 6+ jaren: 6 maanden
- Contractueel 0-1 jaar: 1 maand, 1-2 jaar: 2 maanden, 2+ jaren: 3 maanden
· Agent heeft bij einde ovk recht op goodwillvergoeding 7:442
Grotendeels dwingend recht 7:445

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Distributie

A

· Onbevoegde duurovk
· Leverancier verbindt zich te leveren en distributeur verbindt zich af te zetten en te verspreiden
· Leverancier verkoopt aan distributeur, die op eigen naam en voor eigen risico doorverkoopt aan klanten

· HR Batavus/Vriend:
- Voor totstandkoming duurovk hoeft niet steeds sprake te zijn van aanbod & aanvaarding
- Of ovk tot stand is gekomen hangt af van hetgeen pp over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen hebben afgeleid en in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mocht afleiden
- Opeenvolgende koopovken monden uit in distributieovk
- Veel jurisprudentie en rechtsonzekerheid over opzegtermijn en eventueel verschuldigde schadevergoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Franchise

A

· Franchisegever verleent aan franchisenemer tegen vergoeding het recht en legt aan franchisenemer de plicht op een franchiseformule te exploiteren 7:911-1
· Wijzigingen in de franchiseformule 7:921

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Drafting

A
  1. Wat voor soort ovk ga ik sluiten en met wie?
    • Kwalificatie ovk als bijzondere ovk
    • Kwalificatie contractspartijen B2B/B2C
  2. Wat geldt zonder dat ik een letter op papier zet?
    • Dwingend recht
    • Regelend recht
  3. Als me dat niet bevalt, kan ik andere contractsstructuur kiezen om aan dwingend recht te ontkomen; zo ja, ga terug naar 1
  4. Schrijf contract en wijk af van het regelend recht dat niet bevalt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly