Week 4 Flashcards

1
Q

Kinheim/Pelders

A

Essentie
Dit arrest gaat over het intreden van verzuim. Indien er op de gegeven garantie een uitzondering wordt gemaakt door middel van een brief aan de wederpartij en de wederpartij reageert hier niet op, is hiermee dan de overeenkomst gewijzigd? De Hoge Raad oordeelde dat door het uitblijven van een reactie van de wederpartij op de brief, de wederpartij hierdoor niet zonder meer in verzuim treedt.
Rechtsregel
De vraag is of de inhoud van een overeenkomst kan worden gewijzigd door een daartoe strekkende mededeling van de ene partij aan de andere, in samenhang met het uitblijven van een reactie van de andere partij. Dit hangt ervan af of de partij die de mededeling deed, gezien de omstandigheden van het geval, mocht vertrouwen dat bij het uitblijven van een reactie, dit kon opvatten als een blijk van instemming. Het enkele ontbreken van een reactie is onvoldoende grond voor wijziging. De schuldenaar raakt bij een aan hem toerekenbare tijdelijke onmogelijkheid van nakoming niet zonder meer in verzuim.
De schuldeiser kan echter het verzuim doen intreden door een enkele aansprakelijkstelling, zonder termijn voor nakoming. Ingeval sprake is van een ondeugdelijke, voor herstel vatbare prestatie en van schuldeiser kan worden gevergd dat hij gelegenheid geeft voor herstel, zal verzuim in beginsel pas intreden nadat redelijke termijn voor nakoming is gegeven. Een tekortkoming is niet voor herstel vatbaar voor zover door gebrek schade is geleden die niet door een vervangende prestatie wordt weggenomen.
Inhoud arrest
Afnemer Kinheim geeft aan producent Pelders opdracht tot het vervaardigen van schroefelementen. Deze voldoen niet aan de verwachtingen. In de procedure vordert Kinheim in conventie schadevergoeding. In reconventie vordert Pelders betaling van openstaande nota’s. De rechtbank wijst de vordering in conventie af, omdat Pelders niet in gebreke is gesteld. De rechtbank wijst de reconventionele vordering toe. Het Hof bekrachtigt het vonnis: van een blijvende onmogelijkheid tot nakoming was naar zijn oordeel geen sprake.
Het beroep op de door Pelders verstrekte garantie wordt afgewezen, omdat Pelders Kinheim na totstandkoming van de overeenkomst een brief heeft gestuurd waarin op de garantie een uitzondering werd gemaakt en Kinheim op die brief niet heeft gereageerd. Of de inhoud van een tussen twee partijen bestaande overeenkomst gewijzigd kan worden door een daartoe strekkende mededeling van de ene partij aan de andere in samenhang met het uitblijven van een reactie van de andere partij daarop, hangt hiervan af, of de partij die de mededeling deed, mocht vertrouwen dat hij het uitblijven van een reactie kon opvatten als een blijk van instemming.
Zulks hangt af van de inhoud van de mededeling, de wijze waarop partijen verder aan hun contractuele relatie vorm hebben gegeven, en de overige omstandigheden van het geval, zoals de verdere inhoud van de brief waarin de mededeling werd gedaan, en de aanleiding voor het doen van de mededeling. Het enkele ontbreken van een reactie van de wederpartij op de mededeling is onvoldoende grond om aan te nemen dat de overeenkomst tussen partijen gewijzigd is in overeenstemming met de inhoud van de mededeling.
De stelling van Kinheim dat Pelders niet op korte termijn in de gelegenheid was geweest het gebrek in haar levering te herstellen biedt onvoldoende grondslag voor toepassing van artikel 6:82 lid 2 BW, welke bepaling enerzijds meebrengt dat de schuldenaar bij aan hem toerekenbare tijdelijke onmogelijkheid van nakoming niet zonder meer in verzuim geraakt, anderzijds dat de schuldeiser het verzuim kan doen intreden door een schriftelijke mededeling waaruit blijkt dat de schuldenaar voor het uitblijven van nakoming aansprakelijk wordt gesteld, zonder dat aan de schuldenaar eerst nog een termijn voor de nakoming behoeft te worden gesteld en nakoming binnen deze termijn is uitgebleven.
Indien een schuldenaar aanvankelijk een ondeugdelijke prestatie heeft geleverd doch deze is vatbaar voor herstel door alsnog een deugdelijke prestatie te leveren of het gebrek in de geleverde prestatie te herstellen, en van de schuldeiser gevergd kan worden dat hij de schuldenaar daartoe in de gelegenheid stelt, zal verzuim te dien aanzien in beginsel pas intreden nadat de schuldeiser de schuldenaar op de voet van artikel 6:82 lid 1 BW, de gelegenheid tot herstel heeft gegeven. De Hoge Raad besluit thans over te gaan tot vernietiging van het arrest van het Hof te ’s-Hertogenbosch en Pelders wordt veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Mol/Meijer Beheer

A

Feiten:
Provamo B.V. exploiteert vanaf een aardappelfabriek. Een paar jaar is gebruik gemaakt van een illegale bron en zijn grote hoeveelheden vervuild water illegaal op het riool geloosd. De broers Mol waren de enige aandeelhouders in Provamo Holding BV. Meijer Beheer BV heeft alle aandelen in Provamo Holding gekocht. Meijer wist dat Provamo Holding al een aantal jaren verlies leed, maar aan Meijer was niet meegedeeld dat Provamo illegale activiteiten had uitgevoerd. In de koopovereenkomst hebben de broers Mol garanties verstrekt, waar zij zich niet aan hebben gehouden. Meijer vordert dan ontbinding c.q. vernietiging van de overeenkomst en daarnaast schadevergoeding.
Hoge Raad:
Aan de zijde van Mol is sprake van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst tussen partijen. Dat ontbinding na uitvoering van de overeenkomst is niet of slechts onder bijzondere omstandigheden gerechtvaardigd, berust op een onjuiste rechtsopvatting. Het oordeel van het Hof moet worden begrepen dat uit de bewoordingen en de ontstaansgeschiedenis van artikel 6:265 BW blijkt dat in geval van tekortkoming een vordering tot ontbinding van de overeenkomst toewijsbaar is, tenzij de bijzondere aard of de geringe betekenis van de tekortkoming daaraan in de weg staat, zodat voor de werking van de redelijkheid en billijkheid te dezer zake slechts een beperkte ruimte is opengelaten.
Rechtsregel:
De vraag of de garantiebepalingen in casu een bepaalde aard en strekking hebben, moet worden beantwoord door de uitleg ervan, waarbij het aankomt op de zin die partijen bij de overeenkomst in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs daaraan mochten toekennen en op hetgeen zij redelijkerwijs te dien aanzien van elkaar mochten verwachten. Ontbinding na de uitvoering van de overeenkomst is gerechtvaardigd. Bijzondere omstandigheden zijn hiervoor niet vereist, tenzij de bijzondere aard of de geringe betekenis van de tekortkoming daaraan in de weg staat, zodat voor de werking van de redelijkheid en billijkheid te dezer zake slechts een beperkte ruimte is opengelaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Multi Vastgoed/Nethou

A

Essentie
In dit arrest komt de tekortkoming in de nakoming aan de orde. Wanneer er sprake is van een tekortkoming, staat het de crediteur vrij om nakoming, dan wel schadevergoeding te vorderen. Hierbij dient echter rekening gehouden te worden met zowel de eisen van redelijkheid en billijkheid als de gerechtvaardigde belangen van de wederpartij.
Rechtsregel
Bij een tekortkoming in de nakoming, bestaande in aflevering van een ondeugdelijke zaak, heeft de crediteur de keuze tussen nakoming, voor zover deze nog mogelijk is, en schadevergoeding in enigerlei vorm.
De crediteur is niet geheel vrij in zijn keuze, maar gebonden aan de eisen van redelijkheid en billijkheid, waarbij mede de gerechtvaardigde belangen van de wederpartij een rol spelen. Niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting geeft ’s Hofs op grond van de belangenafweging gegeven oordeel dat crediteur aanspraak kon maken op complete vervanging van de ondeugdelijke zaken.
Inhoud arrest
In deze zaak heeft de opdrachtnemer, Multi Vastgoed, zich jegens de opdrachtgever, Nethou, verbonden tot het bouwen en leveren van een onroerend goedproject gelegen aan het Weena te Rotterdam en genaamd ‘Rotterdam-Plaza’. Op 5 december 1989 is een zogenaamde turnkey-leveringsovereenkomst tussen partijen gesloten, waarbij de deugdelijkheid van de gevelbeplating werd gegarandeerd. De opdrachtgever heeft een vordering ingesteld wegens het ontbreken van de deugdelijkheid van de gevelbeplating, er blijkt namelijk sprake te zijn van corrosie en aantasting van de beplating.
Begin 1993 is door Wilma Bouw B.V., de aannemer van Multi Vastgoed, plaatselijk een begin van corrosie geconstateerd op de randen van de gecoate aluminium gevelbeplating. Daarvan op de hoogte gesteld, heeft Multi Vastgoed op 28 april 1993 aan TNO verzocht een onderzoek in te stellen naar de oorzaak van de corrosie. Op 15 juni heeft Multi Vastgoed van TNO vernomen dat het gaat om zogenaamde filiforme corrosie. Deze filiforme corrosie ontstaat doordat, als gevolg van het omzetten van de plaatranden, de op de aluminiumplaat aangebrachte coating enigszins poreus is geworden op de buigradii.
Door de porositeit kunnen agressieve stoffen uit het milieu, samen met water en zuurstof, door de coating heen dringen en blaas- of draadvormige corrosie van het aluminium onder de coating veroorzaken. In 1996 blijken de buigradii van vrijwel alle gevelpanelen in meer of mindere mate door filiform corrosie te zijn aangetast. De vordering strekte primair tot vervanging van de gehele gevelbeplating van het onroerend goed en subsidiair tot betaling van de kosten van vervanging. De primaire vordering is toegewezen.
In cassatie klaagt de opdrachtnemer over het oordeel van het Hof dat de gevraagde complete vervanging van de gevelbeplating niet buiten proportioneel is en in verhouding staat tot de ernst c.q. de aard van het te herstellen gebrek. Niet bestreden is in dit geval dat van een tekortkoming sprake is. In beginsel heeft de crediteur de keuze tussen nakoming, voor zover deze nog mogelijk is, en schadevergoeding in enigerlei vorm. De crediteur is evenwel niet geheel vrij in deze keuze, maar daarbij gebonden aan de eisen van redelijkheid en billijkheid, waarbij mede de gerechtvaardigde belangen van de wederpartij een rol spelen.
In een geval als het onderhavige dient een afweging plaats te vinden van de belangen van de crediteur tegenover die van de debiteur, met het oog op enerzijds de door de opdrachtgever verlangde nakoming en anderzijds de door de opdrachtnemer aangeboden vorm van vorm van schadevergoeding. Het Hof heeft deze belangenafweging verricht. Door aldus te oordelen heeft het Hof niet blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting. Deze belangenafweging is zozeer verweven met waarderingen van feitelijke aard, dat zij in cassatie verder niet op haar juistheid kan worden getoetst.
Het Hof was ook niet gehouden zijn oordeel dat Nethou aanspraak kan maken op complete vervanging van de gevelbeplating, nader te motiveren. ’s Hofs verwerping van de stelling van Multi Vastgoed dat Nethou onredelijk bevoordeeld wordt door vervanging van de gevelbeplating, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Die verwerping is niet onbegrijpelijk, noch, in het licht van het debat van partijen in de feitelijke instanties, onvoldoende gemotiveerd. Nethou heeft Multi Vastgoed op 12 januari 1994 op de hoogte gesteld van het probleem.
Reeds toen had Nethou recht op herstel door middel van vervanging van de gevelbeplating. De Hoge Raad beslist en verwerpt het beroep. Multi Vastgoed wordt veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

G4/Hanzevast

A

Inhoud:
De zaak draait om een mislukte transactie tussen Hanzevast en G4 met betrekking tot de koop van kantoorpanden. G4 stelt dat er een koopovereenkomst tot stand is gekomen, terwijl Hanzevast III dit betwist. Hanzevast III heeft de overeenkomst ontbonden wegens een vermeende tekortkoming van G4. G4 vorderde schadevergoeding vanwege de niet-nakoming van de koopovereenkomst. De rechtbank kende een schadevergoeding toe, maar het hof vernietigde dit vonnis en wees de vordering af. Het hof oordeelde dat vergoeding van het positief contractsbelang alleen mogelijk is als de overeenkomst is ontbonden, wat volgens G4 niet het geval was. G4 ging daarop in cassatie.

Rechtsregel:
Indien een ontbindingsverklaring ongerechtvaardigd is, blijft de overeenkomst in stand en leidt de verklaring tot verzuim van de partij die deze heeft afgelegd. De wederpartij kan ervoor kiezen de overeenkomst niet verder uit te voeren zonder haar recht op schadevergoeding te verliezen. Ook zonder ontbinding kan de partij die in verzuim is, aansprakelijk zijn voor schadevergoeding, inclusief het positief contractsbelang, mits deze het verzuim niet heeft gezuiverd. Het hof heeft ten onrechte geoordeeld dat vergoeding van het positief contractsbelang alleen mogelijk is bij ontbinding, omdat schadevergoeding op grond van art. 6:74 BW al mogelijk is bij verzuim.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Van de Steeg/Rabobank

A

Inhoud:
In deze zaak staat de bijzondere zorgplicht van een bank bij een beleggingsadviesrelatie met particuliere beleggers centraal. [Eisers] c.s. hebben in de periode 1997-2002 via de bank belegd en aanzienlijke verliezen geleden. Zij stellen dat de bank tekortgeschoten is in haar zorgplicht en vorderen schadevergoeding. De rechtbank en het hof hebben de vorderingen afgewezen, omdat [eisers] c.s. niet binnen de bekwame tijd ex art. 6:89 BW hebben geklaagd. Het hof oordeelde dat de klachttermijn begon eind 2002, terwijl de eerste klacht pas in december 2005 werd ingediend. De omstandigheid dat de bank geen nadeel zou hebben geleden door het late klagen, werd niet als een bijzondere omstandigheid aangemerkt die het verval van rechten zou voorkomen.
Rechtsregel:
* Art. 6:89 BW is van toepassing op alle verbintenissen, inclusief die voortvloeiend uit beleggingsadviesrelaties.
* De regels bij art. 7:23 BW (koop) zijn overeenkomstig van toepassing op art. 6:89 BW, waarbij alle relevante omstandigheden moeten worden meegewogen.
* De klachtplicht vereist tijdig protesteren na ontdekking of redelijkerwijs moeten ontdekken van de tekortkoming.
* De bank heeft als professionele dienstverlener een bijzondere zorgplicht, onder meer bij het waarschuwen voor risico’s en het toetsen van de financiële positie van de cliënt.
* De cliënt heeft pas een onderzoeksplicht wanneer hij kennis heeft van de zorgplicht en gerede aanleiding heeft te twijfelen aan de naleving ervan.
* Een tegenvallend rendement of verlies is niet op zichzelf een aanwijzing voor een tekortkoming van de bank.
* Een beroep op art. 6:89 BW vergt een belangenafweging waarbij zowel het tijdsverloop als het mogelijke nadeel voor de bank worden betrokken.
Een lange klachttermijn leidt niet automatisch tot verval van rechten zonder verdere belangenafweging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Eigen Haard

A

Inhoud:
De Hoge Raad behandelt in deze uitspraak de toepassing van artikel 6:265 lid 1 BW, dat de mogelijkheid biedt voor ontbinding van een overeenkomst bij een tekortkoming in de nakoming. De Hoge Raad verduidelijkt dat een tekortkoming alleen tot ontbinding leidt als deze van voldoende gewicht is, waarbij alle omstandigheden van het geval meegewogen moeten worden. De tenzij-bepaling speelt een belangrijke rol: ontbinding is niet gerechtvaardigd als de tekortkoming de ontbinding en de gevolgen daarvan niet rechtvaardigt. Dit geldt ook voor sociale huurcontracten, waarbij het belang van de huurder en de schaarste van sociale woningen in de beoordeling worden meegenomen. De rechter moet in elke zaak zorgvuldig afwegen of ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is.
Rechtsregel:
- Hoofdregel: Iedere tekortkoming kan leiden tot ontbinding, tenzij de tekortkoming gezien haar aard of geringe betekenis de ontbinding niet rechtvaardigt (artikel 6:265 lid 1 BW).
- Afweging van omstandigheden: De rechter moet alle relevante omstandigheden meewegen, zoals de ernst van de tekortkoming en de gevolgen voor beide partijen. Er is geen vooraf vastgestelde lijst van situaties die altijd tot ontbinding moeten leiden.
- Sociale huur: Bij sociale huurcontracten moeten ook het belang van de verhuurder (bijvoorbeeld het voorkomen van fraude) en de positie van de huurder worden meegewogen.
Rechterlijke beoordeling: Zelfs in verstekzaken moet de rechter het gewicht van de tekortkoming tegen het belang van de huurder afwegen, waarbij een meer flexibele benadering mogelijk is bij sociale huurkwesties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Fraanje/Alukon

A

Inhoud:
De zaak draait om de vraag of Fraanje als hoofdaannemer de onderaannemingsovereenkomst met Alukon terecht buitengerechtelijk heeft ontbonden wegens vertragingen en gebrekkige uitvoering. Fraanje had Alukon gesommeerd om op tijd te presteren en de juiste materialen te gebruiken, maar ontbond de overeenkomst op 2 oktober 2013, voordat de door haar gestelde termijnen waren verstreken. De rechtbank en het hof oordeelden dat de ontbinding prematuur was, omdat Alukon niet in verzuim verkeerde. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor verdere behandeling, inclusief de ongedaanmakingsvordering van Fraanje.
Rechtsregel:
Een overeenkomst kan pas rechtsgeldig buitengerechtelijk worden ontbonden als de schuldenaar in verzuim verkeert (art. 6:265 BW). Dit verzuim treedt in door een ingebrekestelling met een redelijke nakomingstermijn (art. 6:82 BW), tenzij nakoming blijvend onmogelijk is. De Hoge Raad oordeelt dat eerdere sommaties en de gebruikelijke praktijk relevant zijn bij de beoordeling van de redelijkheid van een gestelde termijn. Bovendien kan verzuim intreden zonder ingebrekestelling als de schuldenaar niet of onvoldoende reageert op een redelijke sommatie (art. 6:83 BW). Het hof had latere feiten en omstandigheden mee moeten wegen bij de vraag of Alukon werkelijk bereid was tot correcte nakoming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

A.G. Castermans & H.B. Krans, Samenloop

A

De Hoge Raad oordeelde in HR 14 juni 2002 (Bramer/Hofman Beheer) dat een contractspartij moet kiezen tussen vernietiging van een beding op grond van art. 6:233 BW en de buiten toepassing verklaring op basis van art. 6:248 lid 2 BW. Beide bepalingen kunnen niet cumulatief worden ingeroepen bij hetzelfde feitencomplex. De wederpartij behoudt echter de vrije keuze tussen deze rechtsgronden, omdat het algemene doel van de regeling in Titel 5, Afdeling 3 BW de bescherming van de wederpartij beoogt. Dit standpunt wijkt af van de parlementaire geschiedenis, waaruit volgt dat art. 6:233 BW een lex specialis zou zijn ten opzichte van art. 6:248 lid 2 BW.
De vernietigingsgronden voor algemene voorwaarden (art. 6:233-6:234 BW) laten andere rechten en bevoegdheden van de wederpartij onverlet. Dit geldt ook voor de beperkende werking van redelijkheid en billijkheid. De HR bevestigde dit eerder in HR 25 juni 1999 (Vereniging voor de Effectenhandel/CSM): het beroep op onvoorziene omstandigheden (art. 6:258 BW) sluit een beroep op redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 BW) niet uit.
Bij de keuze tussen verschillende rechtsgevolgen moet de belanghebbende rekening houden met de redelijkheid en billijkheid en de gerechtvaardigde belangen van de wederpartij. Dit volgt uit HR 5 januari 2001 (Multi Vastgoed/Nethou), waarin de HR oordeelde dat een crediteur bij de keuze tussen nakoming en schadevergoeding niet volledig vrij is, maar gebonden blijft aan redelijke belangenafweging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Remedies (zwaarden):

A
  • Nakoming
  • Schadevergoeding
  • Ontbinding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verweermiddelen (schilden)

A
  • Klachtplicht
  • Schuldeisersverzuim
  • Opschorting
  • Verrekening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Nakoming

A

· Verrichten van een prestatie die beantwoordt aan de verbintenis

· Nakoming mag door een derde 6:30, bijv. onderaannemer (uitz. Persoonlijke prestaties)

· Recht op nakoming
- Nakoming moet mogelijk zijn 3:303 en vordering opeisbaar 6:38 en 6:39

· Dus geen tekortkoming of verzuim vereist
B2C bescherming als in AV 6:236-a en reflexwerking HR Hibma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Schadevergoeding
Stelplicht schuldeiser:

A
  1. Tekortkoming in de nakoming: 6:74-1
    - Ten achterblijven bij verbintenis; niet, niet tijdig of niet behoorlijk nakomen
    - Opeisbaar (uitz. 6:80)
  2. Schade
  3. Causaal verbans c.s.q.n.
    …voor zover nakoming niet blijvend onmogelijk, verzuim (in tekortkomingsbegrip)
  • Definitie 6:81
  • Hoofdregel: schriftelijke ingebrekestelling 6:82-1
    > Redelijke termijn
    > Nakoming blijft uit binnen die termijn

· Uitzondering t.a.v. ingebrekestelling 1 6:83
- 6:83-a-c, m.n. fatale termijn, B2B regelend recht

  • “De overeengekomen leveringsdatum, of -data, of
  • termijn(en gelden als vast en fataal. Indien het Product niet binnen de overeengekomen termijn op de overeengekomen plaats is afgeleverd, is Leverancier zonder ingebrekestelling in verzuim.” (art. 3.2 ARIV-2018)

> Geen tenzij formule, en dat mag B2B regelend recht, je mag ervan afwijken

  • “In alle gevallen - derhalve ook indien partijen een uiterste (leverings)termijn of (oplever)datum zijn overeengekomen - komt leverancier wegens tijdsoverschrijding eerst in verzuim nadat klant hem schriftelijk in gebreke heeft gesteld, waarbij klant leverancier een redelijke termijn stelt ter zuivering van de tekortkoming (op het overeengekomene) en deze redelijke termijn stelt er zuivering van de tekortkoming (op het overeengekomene) en deze redelijke termijn is verstreken.” (art. 14.3 Nldigital)

> Ook als partijen een uiterste termijn zijn overeengekomen komt de leverancier eerst in ingebrekestelling, tenzij formule weggedacht

· Uitzondering t.a.v. ingebrekestelling 2 aansprakelijkstelling 6:82-2

· …voor zover nakoming niet blijvend onmogelijk, verzuim
- Nakoming is blijvend onmogelijk
· De zieke koe die andere koeien besmet
> ‘definitief geleden schade’ HR Kinheim/Pelders
> “schade heeft geleden die niet… door de vervangende prestatie wordt weggenomen… in zoverre is de tekortkoming dan niet voor herstel vatbaar en is de nakoming blijvend onmogelijk.”
-> nutteloos nieuwe koe te geven, want veestapel is al dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Schadevergoeding - verweer schuldenaar

A

· (5.) tenzij tkk de schuldenaar niet kan worden toegerekend (overmacht), 150 Rv, tenzij = verweer schuldenaar

  • Geen schuld (als nauwgezet schuldenaar gehandeld, voldoende zorg in acht genomen om ttk te vermijden)
  • Komt ook niet voor zijn rekening krachtens
    > Wet, bijv. kwalitatieve aansprakelijkheden 6:76 (hulppersonen), 6:77 (hulpzaken, HR Vliegtuigvleugel & HR Polycens)

> Rechtshandeling, B2B regelend recht uitbreiden/beperken overmacht
-> uitbreiden = “Onder overmacht aan de zijde van leverancier wordt onder meer verstaan:…elektriciteitsstoring” (art. 17.1 Nldigital)
-> beperken = “Onder overmacht wordt in ieder geval niet verstaan:….grondstoffentekort,” (art. 22.3 AVRODI-2018)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Schadevergoeding - en dan?

A
  • Als gehouden tot SV (6:74, 6:162, 6:212), dan aparte afdeling met nadere eisen en berekening SV
  • 6:95, 6:96 etc. schadeposten
  • 6:98 toerekening naar redelijkheid
  • 6:101/102 eigen schuld en medeschuld
    6:109 matiging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ontbinding - vereisten

A
  1. Wederkerige ovk 6:261
  2. Tekortkoming in de nakoming 6:265-1
    …voor zover nakoming niet blijvend/tijdelijk onmogelijk, verzuim
    - Zie bij SV
    - Bepalen redelijke termijn tellen eerdere en door schuldenaar gewekte verwachtingen mee HR Fraanje/Alukon
    - NB anders dan bij SV is toerekenbaarheid of schade bij ontbinding niet relevant 6:265-2

(3.) tenzij tkk ontbinding niet rechtvaardigt 6:265-1
- 150 Rv, tenzij = verweer schuldenaar
- Gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis
- Materiële rechtsregel: slechts tkk van voldoende gewicht & alle overige omstandigheden van het geval
HR Eigen Haard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ontbinding - modaliteiten & gevolgen

A

· Geheel of gedeeltelijk (vgl. consumentenkoop 7:22-1-b)
- Kwantiteit, bijv. de helft v.d. zaken tegen betaling v.d. helft
- Kwaliteit, bijv. genoegen nemen met gebrek tegen prijsvermindering

· Rechtsgevolgen
- Bevrijding voor de toekomst, ongedaanmakingsverbintenissen voor het verleden 6:271, geen terugwerkende kracht
- Waardevergoeding bij diensten 6:272
- Bij niet-gerechtvaardigde ontbinding toch einde ovk? -> HR G4/Hanzevest

> Niet-gerechtvaardigde ontbindingsverklaring = 6:83-c

> Gedragingen partijen = beëindigingsovk

> Beroep op voortbestaan ovk kan afstuiten op 6:248-2

· Gerechtelijk 6:267-2 of buitengerechtelijk door middel van schriftelijke verklaring 6:267-1

17
Q

Ontbinding - praktijk

A

· B2B ontbinding vaak uitgesloten in overnameovken, als niet uitgesloten dan is enkele feit dat sprake is van een overnameovk geen grond ontbinding te ontzeggen, wel kan aard ovk van invloed zijn op de vraag of tkk voldoende ernstig is om ontbinding te rechtvaardigen -> HR Mol/Meijer

· B2C bescherming als in AV 6:236-b en reflexwerking HR Hibma bij consumentenkoop 7:22 jo. 7:6-1 jo. 3:40-2

18
Q

Recap beëindigingsmogelijkheden: vernietiging, opzegging, onvoorziene omstandigheden, ontbinding

A

· Vernietiging
- Precontractuele problemen
- M.n. dwaling 6:228
- Gevolg terugwerkende kracht 3:53 en onverschuldigde betaling 6:203
- SV alleen als OD 6:162 of ongerechtvaardigde verrijking 6:212 want er was nooit een overeenkomst

· Opzegging
- Geen tekortkoming vereist, meestal bij duurovken
- Alleen voor toekomst
- 6:248, 7:408 en jurisprudentie

· Onvoorziene omstandigheden
- Niet in de overeenkomst verdisconteerde omstandigheid vereist
- Wederpartij mag ongewijzigde instandhouding niet verwachten naar maatstaven van R&B
- Alleen door de rechter
- Ovk wijzigen of ontbinden, soms zelfs met terugwerkende kracht

· Ontbinding
- Tekortkoming vereist, toerekenbaarheid niet relevant
- Gevolg toekomst bevrijdt, verleden blijft in stand, maar ongedaanmakingsverbintenissen 6:271
- SV 6:74 en 6:277

19
Q

Samenloop remedies

A

· Keuzevrijheid staat voorop, zie bijv. HR Bramer/Hofman Beheer

· Maar keuze is soms gebonden aan eisen R&B waarbij gerechtvaardigde belangen wederpartij een rol spelen HR Multi Vastgoed/Nethou

20
Q

Verweermiddelen

A

· Je klaagt te laat
- Bij gebrek in prestatie 6:89 en non-conformiteit bij koop 7:23-1, let op bij consumentenkoop
- Klachtplicht op straffe van verval van alle rechten ter zake tkk, m.n. nakoming, schadevergoeding, ontbinding
- Van belang of schuldenaar nadeel lijdt door late klacht en hoe ingrijpend het rechtsgevolg is HR Van de Steeg/Rabobank

· Je stelt mij niet in staat na te komen
- Schuldeisersverzuim 6:58
- Maakt einde aan schuldenaarsverzuim 6:61-1
- Zolang schuldeiser in verzuim is, kan de schuldenaar niet in verzuim raken

· Opschorting
- Omdat wederpartij niet is nagekomen 6:262
- Omdat wederpartij goede grond heeft te vrezen dat wederpartij niet gaat nakomen 6:263

· Ik verreken
- Partij verrekent zijn schuld aan wederpartij met zijn vordering op wederpartij 6:127
- Beide verbintenissen gaan teniet tot hun gemeenschappelijk beloop

21
Q

Art. 6:52 vs 6:262

A

(eerst kijken of je 6:262 kan gebruiken)
> Verschillen op twee punten:

    • Art. 6:52 vereist: voldoende samenhang
    • Art. 6:262 vereist: wederkerige overeenkomst

2.
- Art. 6:52 kan niet worden toegepast bij blijvende onmogelijkheid: art. 6:54 sub b BW
- Art. 6:626 kan wel worden toegepast bij blijvende onmogeljjkheid art. 6:264

22
Q

Wat kun je nu vorderen: navordering, opschorting, schadevergoeding, ontbinding

A
  1. Nakoming: 3:296 -> vorder je ogv de ovk daarom is nooit verzuim of ingebrekestelling vereist
  2. Opschorting: 6:52, en bij wederkerig 6:262
  3. Schadevergoeding: 6:74
  4. Ontbinding: 6:265
    > Voor 3 en 4 is tekortkoming vereist
23
Q

Opschorting

A

Algemene regeling: art. 6:52

Lex specialis (wederkerig): art. 6:262

24
Q

Vereisten art. 2:262:

A
  1. Wederkerige overeenkomst art. 6:261
  2. De ander partij komt de verbintenis niet na
  3. Die verbintenis is opeisbaar
  4. Niet-nakoming van de andere partij berust niet op opschorting
    > Andere partij moet als eerste presteren of beide partijen gelijktijdig
  5. Verbintenissen staan tegenover elkaar -> in ovk meerdere verplichtingen, moet gaan om hoofdverplichtingen (bijv. het hele schilderij niet geleverd ipv alleen de haakjes niet geleverd)
  6. Lid 2: gedeeltelijke of niet behoorlijke nakoming? Tekortkoming moet opschorting rechtvaardigen
25
Q

Wijze van ontbinding:

A
  • Art. 6:267: ontbinding moet door middel van een schriftelijke (elektronische) verklaring (lid 1) of via de rechter (lid 2)
  • Art. 6:270: mogelijkheid tot gedeeltelijke ontbinding
26
Q

Rechtsgevolgen ontbinding:

A
  • Art. 6:271: ontstaan ongedaanmakingsverbintenissen
  • Art. 6:269: geen terugwerkende kracht