Week 2 Flashcards

1
Q

Ook als is voldaan aan 3:33; 4:35 en 6:217 BW kunnen er omstandigheden zijn die overeenkomst gebrekkig maken:

A
  • Handelingsonbekwaam en onbevoegd (= op specifieke handelingen)
  • Vormvoorschriften
  • De inhoud of de strekking van de rechtshandeling is in strijd met de wet, de openbare orde of de goede zeden
  • Wilsgebreken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wilsgebrek

A

wil en verklaring stemmen overeen, maar wil is op onzuivere (gebrekkige) wijze gevormd -> rechtshandeling is vernietigbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

4 wilsgebreken:

A
  • Bedreiging -> art. 3:44 BW - Bedrog -> art. 3:44 BW
  • Misbruik van omstandigheden -> art. 3:44 BW
  • Dwaling -> art. 6:228 BW
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

vernietigings vs nietig

A

Vernietiging: partij moet zelf initiatief nemen
Nietig: van rechtswege
> Verschil want op basis van algemeen belang zijn sommige rechtshandelingen te bezwaarlijk om te bestaan (nietig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vereisten 6:228 lid 1 BW

A
  1. Dwaling: onjuiste voorstelling van zaken
  2. Causaal verband tussen dwaling en de totstandkoming van de overeenkomst
    > Toets: zou ovk zonder dwaling onder dezelfde omstandigheden zijn aangegaan? -> zo niet, dan dwaling
    > Voor dwalende essentiële eigenschap, en dat was voor de ander kenbaar (kenbaarheidsvereiste zit in elke sub)
  3. Aanwezigheid van één van de drie dwalingsgevallen (limitatief) onder lid 1 sub b:
    - Sub A: de wederpartij gaf een onjuiste inlichting
    - Sub B: de wederpartij schond zijn spreekplicht
    - Sub C: wederzijdse dwaling
    > Tussenconclusie? Vernietigbaar, tenzij lid 2:
  4. Uitzonderingen? Zie lid 2
    - Het mag niet uitsluitend gaan om een teleurgestelde toekomstverwachting
    - Sommige dwalingen behoren voor rekening/risico van de dwalende te blijven, op grond van de aard van de overeenkomst, de verkeersopvattingen of de omstandigheden van het geval
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Sub A: onjuiste inlichting

A

Baris/Riezenkamp: in de regel mag men afgaan op de juistheid van de gedane mededelingen
> Geldt niet voor aanprijzingen, meningen of vage uitspraken
> Feitelijke en controleerbare informatie

  • Of de wederpartij de inlichting te goeder trouw of te kwader trouw heeft gegeven, is niet relevant!
  • Beroep faalt als wederpartij aantoont dat de ovk ook zonder de inlichting zou zijn gesloten (kenbaarheid)
  • Dus: wederpartij heeft iets gezegd, maar dat blijkt onjuist
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Sub B: schending mededelingsplicht

A
  • Offringa/Vink: iemand die zijn mededelingsplicht schendt, kan zich in het algemeen niet beroepen op het ontbreken van onderzoek door de dwalende
    > Omstandigheden van het geval
  • Wist of behoorde te weten dat hij de dwalende had moeten inlichten (“uit de droom helpen”)
    > Kenbaarheid: je wist/behoorde te weten dat de kwestie van doorslaggevend belang was voor het sluiten van de ovk
    > Kijk bijvoorbeeld naar deskundigheid van de verkoper
  • Dus: wederpartij heeft bepaalde relevante informatie niet verstrekt, maar had dat wel moeten doen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

(Verkeers)omstandigheden van het geval

A

Op grond van verkeersopvattingen (lid 2) is de onderzoeksplicht hoog als je al ziet dat er sprake is van een oude auto, oud pand etc.

Bij deskundigheid van de partijen zit je bij omstandigheden van het geval (lid 2)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Is het trouwens mogelijk om in algemene voorwaarden een beroep op dwaling uit te sluiten?

A
  • In de casus is sprake van een consumentenkoop: art. 7:6 (1) BW:
    “…en kunnen de rechten en vorderingen die de wet aan de koper ter zake van een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen van de verkoper toekent, niet worden beperkt of uitgesloten.”
  • Geen consumentenkoop: geldig, maar aantasting is mogelijk:

> Beding staat in algemene voorwaarden: art. 6:233 sub a of 6:248 lid 2 BW

> Beding staat niet in de algemene voorwaarden: art. 6:248 lid 2 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

HR Vano

A

Volgens HR Vano leidt vernietiging van een koopovereenkomst op grond van dwaling niet meteen tot schadevergoeding voor de koper. Hier is een specifieke grondslag voor nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Schema 3:40

A

Sluiten:
- wet (dwingend): 40.2
- openbarde orde/goede zeden: leemte -> 40.1

Inhoud:
- wet (dwingend): leemte -> 40.1
- openbare orde/goede zeden: 40.1

Strekking:
- wet (dwingend): leemte -> 40.1
- openbare orde/goede zeden: 40.1

(ofwel altijd 40.1 behalve als sluiten wet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

HR Esmilo/Mediq

A

Indien dus een overeenkomst volgens haar inhoud of strekking verplicht tot een door de wet verboden prestatie, dan dient de rechter derhalve in zijn beoordeling of de overeenkomst op die grond in strijd is met de openbare orde in ieder geval te betrekken:

(gezichtspunten):
- welke belangen door de geschonden regel worden beschermd,
- of door de inbreuk op de regel fundamentele beginselen worden geschonden
- of partijen zich van de inbreuk op de regel bewust waren
- en of de regel in een sanctie voorziet

- Esmilo/Mediq: privaatrechtelijke sancties (nietigheid) terugdringen omdat er nu bestuursrechtelijke sancties zijn, voorziet het bestuursrecht al in een sanctie want dan hoef je niet een extra privaatrechtelijke sanctie er boven op gooien. "niet te snel een privaatrechtelijke sanctie aannemen indien een bestuursrechtelijke regeling met sanctiestelsel reeds bestaat."
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

T.J. de Graaf, ‘De lappendeken van de gelijkstelling van elektronisch met schriftelijk in het licht van vormvereisten en bewijskracht’

A
  1. Rechtsgeldigheid van elektronische rechtshandelingen
    Over het algemeen zijn rechtshandelingen vormvrij en kunnen ze elektronisch, mondeling of schriftelijk worden verricht. Er zijn echter uitzonderingen waarbij de wet schriftelijkheid of een akte (ondertekend document voor bewijs) vereist. Indien niet aan dit vormvereiste wordt voldaan, is de handeling nietig (art. 3:39 BW).
    • Eenzijdige rechtshandelingen: De wetgever overwoog een algemene regeling voor de gelijkstelling van elektronische en schriftelijke eenzijdige rechtshandelingen, maar deze is nooit doorgevoerd. Toch is in specifieke gevallen (zoals ontbinding van overeenkomsten en ingebrekestelling) elektronische verrichting toegestaan.
    • Overeenkomsten: Waar de wet een schriftelijke vorm vereist, kan dit vaak ook elektronisch, mits voldaan wordt aan de voorwaarden van art. 6:227a BW. Dit artikel stelt eisen aan raadpleegbaarheid, authenticiteit, vaststelling van het moment van totstandkoming en identificatie van partijen.
  2. Bewijskracht van elektronische rechtshandelingen
    Voor onderhandse akten (niet-notariële documenten) is ondertekening vereist. Volgens de eIDAS-verordening zijn er drie soorten elektronische handtekeningen:
    1. Gewone elektronische handtekening (bijv. een ingescande handtekening).
    2. Geavanceerde elektronische handtekening (uniek gekoppeld aan de ondertekenaar en beveiligd tegen wijzigingen).
    3. Gekwalificeerde elektronische handtekening (hoogste betrouwbaarheid, met certificaat van een erkende Trusted Third Party).
      Een gekwalificeerde elektronische handtekening heeft automatisch dezelfde rechtskracht als een schriftelijke handtekening (art. 25 lid 2 eIDAS-verordening). Gewone en geavanceerde handtekeningen moeten afzonderlijk worden beoordeeld op betrouwbaarheid.
      Daarnaast stelt art. 156a Rv dat een elektronisch bestand gelijkstaat aan een schriftelijk geschrift als het duurzaam kan worden opgeslagen en ongewijzigd gereproduceerd. Dit is relevant voor bewijsvoering.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

HR Arvato

A

Inhoud: De teksten gaan over de informatieplichten die handelaren hebben tegenover consumenten bij het aangaan van overeenkomsten op afstand of buiten de verkoopruimte, met name gericht op de sancties voor het niet naleven van deze plichten. De rechter heeft de verantwoordelijkheid om te controleren of de handelaar deze verplichtingen heeft nageleefd, op basis van de overgelegde stukken en stellingen van de partijen. Bij niet-naleving kan de rechter een sanctie opleggen, waaronder de (gedeeltelijke) vernietiging van de overeenkomst. Verder wordt ingegaan op het belang van hoor en wederhoor bij dergelijke beslissingen, de mogelijkheid van het toepassen van uniforme richtlijnen door de rechter voor sancties, en de rechtsgevolgen van de overdracht van een vordering aan een derde (cessionaris). Ook worden elektronische koopovereenkomsten en de verplichtingen van de handelaar ten opzichte van de consument besproken.

Rechtsregel:
1. Ambtshalve toetsing van informatieplichten: De rechter is verplicht om ambtshalve te onderzoeken of de handelaar heeft voldaan aan de informatieplichten die hem zijn opgelegd, en indien niet, de toepasselijke sanctie toe te passen.

  1. Sanctie bij niet-naleving: Bij schending van essentiële informatieplichten kan de rechter de overeenkomst geheel of gedeeltelijk vernietigen (bijvoorbeeld door vermindering van de verplichtingen van de consument), mits de consument de gelegenheid heeft gehad zich hierover uit te spreken (hoor en wederhoor).
  2. Uniforme richtlijnen: De rechter kan zich bij de toepassing van sancties laten leiden door niet-bindende richtlijnen die bijvoorbeeld percentages of bedragen bevatten voor het verminderen van verplichtingen bij schendingen van informatieplichten.
  3. Informatieverstrekking bij elektronische overeenkomsten: De informatieplichten zijn gelijk voor zowel koopovereenkomsten als overeenkomsten voor diensten, en de wijze van informatieverstrekking, ook via websites of algemene voorwaarden, dient duidelijk en begrijpelijk te zijn.
  4. Rechtsgevolgen van cessionaris: De rechter moet de naleving van informatieplichten ook toetsen wanneer de vordering is overgedragen aan een cessionaris die als eisende partij optreedt.
    Geen ambtshalve toetsing bij draagkracht: De rechter is niet verplicht om ambtshalve te toetsen of de handelaar heeft voldaan aan de verplichting dat een aanbod buiten de verkoopruimte in overeenstemming is met de draagkracht van de consument, aangezien dit geen Europese regel is en geen openbare orde betreft.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly