Week 1 Flashcards

1
Q

Fase: precontractuele fase

A

Eerste vraag: is een overeenkomst tot stand gekomen? (want dan kan je gewoon nakomen ipv de andere stappen)
> Geen aanknopingspunten in de casus, geen sprake van een overeenkomst, blijkt dat ze nog in onderhandeling zijn

Tweede vraag: is er een rompovereenkomst (= overeenkomst die tot stand komt wanneer partijen wel overeenstemming hebben bereikt over de hoofdpunten van de overeenkomst; bijv. levering grond) tot stand gekomen? / of een voorovereenkomst (= nog stapje voor essentialia; met elkaar afspraken hebben gemaakt over het onderhandelingsproces, bijv. hoe om te gaan met kosten?)

Arresten van belang bij afbreken onderhandelingen in precontractuele fase:

  1. HR Basis/Riezenkamp: daarin uitgangspunt: “degenen die met elkaar in onderhandeling treden, zijn verplicht hun gedrag mede te laten bepalen door de gerechtvaardigde belangen van de ander.” -> verhouding tussen pp wordt beheerst door de redelijkheid en billijkheid
  2. HR Plas/Valburg
    > Binnen proces van onderhandelingen zijn 3 stadia te onderscheiden:
    - Stadium 1: afbreken onderhandelingen is zonder meer geoorloofd (volledige contractsvrijheid)
    - Stadium 2: afbreken onderhandelingen is geoorloofd, maar dan dient het negatief belang te worden vergoed (= kosten; ‘alsof niet is onderhandeld’)
    - Stadium 3: afbreken onderhandelingen is niet geoorloofd (strijd r&b). Hiervan is sprake wanneer men bij de andere partij het gerechtvaardigde vertrouwen heeft gewekt dat in ieder geval enigerlei contract tot stand zal komen. Als in deze fase wel wordt afgebroken dient het positief belang te worden vergoed (= kosten en gederfde winst; ‘alsof het contract wel tot stand was gekomen)
    > NB: partijen kunnen tijdens onderhandelingen tussen stadia heen en weer schieten (wanneer bijv. meer info over grond bekend wordt gemaakt, of alle concrete punten in één keer duidelijk worden gemaakt)
  3. HR CBB/JPO
    > (nuanceert derde stadium Plas/Valburg)
    - De HR zet uitdrukkelijk de contractsvrijheid voorop en benadrukt terughoudendheid en het uitzonderingskarakter van de derde fase: afbreken moet onaanvaardbaar zijn
    > Afbreken kan onaanvaardbaar zijn indien sprake is van gerechtvaardigd totstandkomingsvertrouwen of van andere omstandigheden van het geval. Rekening moet worden gehouden met: de mate waarin en de wijze waarop de partij die de onderhandelingen afbreekt, tot het ontstaan van dat vertrouwen heeft bijgedragen en met diens gerechtvaardigde belangen

HR “Afgebroken onderhandelingen”
- Wat kunnen we hieruit afleiden?
- 1. bevestiging bestaansrecht stadium 2. In de literatuur werd daar door sommigen over getwijfeld
- 2. ongerechtvaardigde verrijking ex art. 6:212 BW als grondslag voor het vorderen van gemaakte kosten
- 3. HR geen maatstaf over eventuele verrijking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

HR Basis/Riezenkamp

A

daarin uitgangspunt: “degenen die met elkaar in onderhandeling treden, zijn verplicht hun gedrag mede te laten bepalen door de gerechtvaardigde belangen van de ander.” -> verhouding tussen pp wordt beheerst door de redelijkheid en billijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

HR Plas/Valburg

A

> Binnen proces van onderhandelingen zijn 3 stadia te onderscheiden:
- Stadium 1: afbreken onderhandelingen is zonder meer geoorloofd (volledige contractsvrijheid)
- Stadium 2: afbreken onderhandelingen is geoorloofd, maar dan dient het negatief belang te worden vergoed (= kosten; ‘alsof niet is onderhandeld’)
- Stadium 3: afbreken onderhandelingen is niet geoorloofd (strijd r&b). Hiervan is sprake wanneer men bij de andere partij het gerechtvaardigde vertrouwen heeft gewekt dat in ieder geval enigerlei contract tot stand zal komen. Als in deze fase wel wordt afgebroken dient het positief belang te worden vergoed (= kosten en gederfde winst; ‘alsof het contract wel tot stand was gekomen)
NB: partijen kunnen tijdens onderhandelingen tussen stadia heen en weer schieten (wanneer bijv. meer info over grond bekend wordt gemaakt, of alle concrete punten in één keer duidelijk worden gemaakt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

HR CBB/JPO

A

> (nuanceert derde stadium Plas/Valburg)
- De HR zet uitdrukkelijk de contractsvrijheid voorop en benadrukt terughoudendheid en het uitzonderingskarakter van de derde fase: afbreken moet onaanvaardbaar zijn
Afbreken kan onaanvaardbaar zijn indien sprake is van gerechtvaardigd totstandkomingsvertrouwen of van andere omstandigheden van het geval. Rekening moet worden gehouden met: de mate waarin en de wijze waarop de partij die de onderhandelingen afbreekt, tot het ontstaan van dat vertrouwen heeft bijgedragen en met diens gerechtvaardigde belangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

HR “Afgebroken onderhandelingen”

A
  • Wat kunnen we hieruit afleiden?
    1. bevestiging bestaansrecht stadium 2. In de literatuur werd daar door sommigen over getwijfeld
    1. ongerechtvaardigde verrijking ex art. 6:212 BW als grondslag voor het vorderen van gemaakte kosten
    1. HR geen maatstaf over eventuele verrijking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Algemene voorwaarden algemeen

A

· Definities 6:231-a BW
- AV = één of meer bedingen die zijn opgesteld om in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen, m.u.v. kernbedingen = essentialia (zo wezenlijk dat ovk zonder het beding niet tot stand zou zijn gekomen, m.n. prijs)
- Gebruiker = degene die AV gebruikt, meestal leverancier/verkoper/opdrachtnemer (verkoopvoorwaarden), soms afnemer/koper/opdrachtgever (inkoopvoorwaarden)
Wederpartij = degene die AV aanvaardt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

AV worden vaak gebruikt om:

A
  • Af te wijken van onwelgevallig regelend recht (bijv. onbeperkte aansprakelijkheid)
    • Gebruik te maken van wettelijke mogelijkheden (bijv. boete)
      Wettelijke bepalingen te concretiseren (bijv. ‘redelijke termijn’ in ingebrekestelling 6:82)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Snelle gebondenheid

A

Snelle gebondenheid aan de set AV, 6:232 (je kan niet achteraf zeggen ‘slecht gelezen’, kan altijd nog naar rechter zeggen dat het onredelijk bezwarend is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Battle of forms

A

De eerste verwijzing krijgt werking ex art. 6:225 lid 3 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

AV infoplicht 1/3 - hoofdregels

A

· 6:233-b jo. 6:234 redelijke mogelijkheid tot kennisneming AV in de regel vóór sluiten ovk
- Klassiek: push/actief ter hand stellen 6:234-1 = verstrekken, bijv. AV meesturen met offerte
- Modern: als dienstverrichter en beide partijen in EU, dan pull/passief ter beschikking stellen, m.n. is gemakkelijk elektronisch toegankelijk 6:234-1 jo. 6:230c-3 jo. 6:230a + e = “zonder noemswaardige inspanning gevonden kunnen worden op of via de website” (HR slachtafval van haas)
· Bij elektronisch contracteren 6:234-2
Sanctie: vernietigbaarheid 6:233-b, 3:53

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

AV infoplicht 2/3 - uitzondering

A

· “Een redelijke en op de praktijk afgestemde uitleg” HR Geurtzen/Kampstaal 1999
- 6:234 is limitatief, maar aan strekking is voldaan als wederpartij met beding bekend was of geacht kon worden daarmee bekend te zijn
Bijv. omdat in een eerder stadium ter hand is gesteld of bij een exoneratiebord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

AV infoplicht 3/3 - relevantie

A

· Als wederpartij verkoopvoorwaarden gebruiker vernietigt omdat gebruiker niet goed of niet op tijd aan infoplicht heeft voldaan, dan is de hele set weg
- Als afnemer de verkoopvoorwaarden van leverancier vernietigt, dan is de hele set weg dus ook de exoneratie
- Als leverancier de inkoopvoorwaarden van afnemer vernietigt, dan is de hele set weg dus ook de boete

· Nog even de stappen bij AV:
- Zijn AV van toepassing (aanbod en aanvaarding)? 6:217, 3:33, 3:35, 6:232; sanctie: AV maken geen onderdeel uit van ovk Is aan infoplicht voldaan? 6:233-b; sanctie: vernietigbaarheid 3:53
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Sanctie niet-naleving informatieplicht (ex art. 6:230c jo. 6:230b sub 6 BW)?

A
  • Niet-naleving maakt de betrokken algemene voorwaarden vernietigbaar ex art. 2:333 sub b BW
    • ANALOGE toepassing van art. 6:233 sub b BW

6:234 (2) was nog zonder internet, dus nu kom je eigenlijk nooit toe aan die extra voorwaarden, want je kan altijd een linkje doen dus eerst kijken naar ter handstelling daarna naar 230c

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Informatieplicht

A

6:233 sub b BW
6:234 lid 1 BW: informatieplicht gebruiker:
- Hoofdregel: terhandstelling
- Maar: speciale regels voor dienstverrichter? -> art. 6:230a jo. HR Haas Elke economische activiteit waar je een vergoeding voor krijgt (dus behalve loondienst is het vaak een dienst)
- 6:230b: algemene voorwaarden ter beschikking stellen
- 6:230c: niet op eigen initiatief, niet gemakkelijk toegankelijk, niet elektronisch toegankelijk, niet opgenomen in verstrekte documenten vierde is bijv. wat eigenheimer zelf doet: printen op briefpapier in kleine letters
> Niet aan voldaan dus vernietiging -> 6:233 sub b Analoge toepassing

6:234: helder, ondubbelzinnig, tijdig; niet over inhoud bedingen maar over toegankelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Quint/Te Poel

A

Casus
Te Poel is huurder van een pand waarvan zijn broer de eigenaar is. Te Poel laat op het pand twee bovenwoningen bouwen door aannemer Quint. Te Poel kan de vierde termijn niet betalen en Quint komt erachter dat Te Poel niet de eigenaar is. Door de werkzaamheden van Quint is de broer van Te Poel in zijn vermogen vooruit gegaan zonder tegenprestatie te hebben geleverd. Quint probeert zijn vordering te verhalen op de broer van Te Poel omdat hij door natrekking (art. 5:20 BW) eigenaar geworden is. Laatstgenoemde wordt door Quint aangesproken op grond van onrechtmatige daad.
Rechtsvraag
Is in casu sprake van een onrechtmatige daad?
Overweging
Quint kan zich volgens de Hoge Raad niet op wanprestatie beroepen omdat hij geen overeenkomst had met de broer van Te Poel: voor een onrechtmatige daad ontbreekt het causale verband. Een beroep op ongerechtvaardigde verrijking was overigens nog niet mogelijk: dit was nog niet in het wetboek opgenomen.
Rechtsregel
Verbintenissen kunnen alleen ontstaan als deze uit de wet voortvloeien (art. 6:1 BW). Let wel: dit hoeft niet rechtstreeks op grond van de wet. De verbintenis moet passen in ons wettelijk stelsel. Dit betekent dat een verbintenis ook kan ontstaan uit het ongeschreven recht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geurtzen/Kampstaal

A

Dit arrest (HR 21 september 1999, NJ 1999/765, Geurtzen/Kampstaal) draait om de vraag of artikel 6:234 lid 1 BW limitatief voorschrijft op welke manieren een gebruiker van algemene voorwaarden zijn wederpartij de mogelijkheid moet bieden om kennis te nemen van die voorwaarden. De Hoge Raad oordeelt dat hoewel de wettekst en parlementaire geschiedenis erop wijzen dat de opsomming in artikel 6:234 lid 1 limitatief is, een redelijke en op de praktijk afgestemde uitleg vereist dat vernietiging niet mogelijk is indien de wederpartij al bekend was met het beding of daarmee geacht kon worden bekend te zijn.

Belangrijke rechtsregels uit het arrest:
1. Limitatieve opsomming van art. 6:234 lid 1 BW
- De wetgever lijkt met dit artikel limitatief te hebben bepaald op welke wijzen algemene voorwaarden ter beschikking moeten worden gesteld.
- Toch kan vernietiging niet worden ingeroepen als de wederpartij al bekend was met de voorwaarden.

  1. Uitzondering: bekendheidsformule
    • De wederpartij kan geen beroep doen op vernietiging van een beding als zij bij het sluiten van de overeenkomst ermee bekend was of geacht kon worden ermee bekend te zijn.
    • De bewijslast hiervan rust op de gebruiker van de algemene voorwaarden.
  2. Praktische voorbeelden waarin vernietiging niet mogelijk is:
    • Indien partijen regelmatig gelijksoortige overeenkomsten sluiten en de algemene voorwaarden bij een eerdere overeenkomst al ter hand zijn gesteld.
    • Indien een eenvoudige exoneratieclausule duidelijk zichtbaar is in een winkel of bedrijfsruimte.
  3. Redelijkheid en billijkheid als aanvullende toets
    • Zelfs als niet aan de bekendheidsformule is voldaan, kan een beroep op vernietiging naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn.

Conclusie:
De Hoge Raad doorbreekt de strikte toepassing van artikel 6:234 lid 1 BW door de bekendheidsformule te introduceren. Dit betekent dat een wederpartij die de inhoud van een beding al kende of had moeten kennen, geen beroep kan doen op vernietiging wegens niet-terhandstelling van de voorwaarden. Dit arrest heeft belangrijke gevolgen voor de praktijk, vooral bij langdurige handelsrelaties en sectoren waar standaardvoorwaarden gangbaar zijn.